Het verzwegen conflict dat de relatie tussen Marokko en Europa beheerst
De bezetting van de Westelijke Sahara krijgt internationaal nauwelijks aandacht. Maar achter de schermen speelt het conflict om de Spaanse ex-kolonie een hoofdrol bij een van de grote vraagstukken van deze tijd. Zonder de Westelijke Sahara is de migratie vanuit Noordwest-Afrika naar Europa niet te begrijpen.
Een menigte van 1500 Afrikaanse migranten begeeft zich om halfzeven in de ochtend naar de grens van de Spaanse enclave Melilla in Noord-Marokko. Ze komen uit de bossen rond de enclave. Daar hebben ze soms maandenlang gebivakkeerd in afwachting van een geschikt moment om over de grenshekken te klimmen. Het is een van de zwaarst bewaakte grenzen ter wereld. De enige kans op succes is om het met velen tegelijk te proberen.
In de uren daarna voltrekt zich een drama. Eenmaal bij het grenshek aangekomen, zitten de migranten in de val. Aan de ene kant zijn ze ingesloten door de Marokkaanse politie, die met bruut geweld optreedt. Aan de andere kant worden ze teruggeslagen door de Spaanse grenswacht. Beelden van opeengehoopte lichamen van gewonde en dode migranten schokken de wereld. Officiële bronnen spreken van 23 doden, maar twee jaar na dato zijn er nog steeds 70 vermisten. Het is waarschijnlijk het grootste bloedbad dat zich ooit aan de Europese buitengrens heeft afgespeeld.
Waarom trad de Marokkaanse politie zo ongekend hard op? Een jaar eerder was immers het tegenovergestelde gebeurd. Bij Ceuta, de andere Spaanse enclave in Marokko, zette de Marokkaanse gendarmerie in mei 2021 de deur naar de grens wijd open. In twee dagen bereikten ongeveer 10.000 migranten Spaans grondgebied door een klein stukje om het grenshek heen te zwemmen. Nooit eerder waren zo veel clandestiene migranten in zo’n korte tijd Spanje binnengekomen. Het leidde tot heftige reacties en grote bezorgdheid in regeringskringen.
Beide voorvallen waren wereldnieuws. En beide voorvallen hebben een achterliggende oorzaak die zelden of nooit de voorpagina’s haalt: het conflict om de Westelijke Sahara.
Terroristenleider
In april 2021 werd de Saharaanse leider Brahim Ghali in een Spaans ziekenhuis opgenomen voor een covidbehandeling. Ghali is president van de Saharaanse republiek in ballingschap en leider van Frente Polisario, de bevrijdingsbeweging die tegen Marokko strijdt voor een vrij en onafhankelijk Westelijke Sahara. Om de Marokkanen niet voor het hoofd te stoten, had de Spaanse regering Ghali heimelijk onder een valse identiteit toegelaten. Toen dat uitlekte, reageerde Rabat woedend.
Het Marokkaanse leger houdt sinds 1975 het grootste deel van de Westelijke Sahara bezet. Volgens het internationaal recht is die bezetting illegaal en heeft het Saharaanse volk, waarvan een groot deel al bijna een halve eeuw onder zware omstandigheden in vluchtelingenkampen in Algerije verblijft, recht op zelfbeschikking. Toch vinden de Marokkanen dat de Westelijke Sahara van hen is, en is Ghali een ”terroristenleider”. Als represaille voor diens opname in een Spaans ziekenhuis zette Marokko de poort naar Ceuta wijd open, zoals minister van Buitenlandse Zaken Nasser Bourita kort daarop toegaf.
Ook bij het bloedbad van juni 2022 aan de grens van Melilla speelde de Westelijke Sahara achter de schermen een hoofdrol. Alleen was het nu geen represaille, maar een beloning wegens goed gedrag. De Spaanse premier Pedro Sánchez had zich half maart 2022 geschaard achter het Marokkaanse autonomieplan voor de Westelijke Sahara. Daarmee verliet Spanje zijn neutrale houding in het conflict en steunde Madrid de aanspraken van Rabat op de Spaanse ex-kolonie. Dit tot grote voldoening van Marokko. Internationale steun voor de annexatie van de Westelijke Sahara is de absolute prioriteit in de buitenlandse politiek van Rabat.
Onmiddellijk trad de Marokkaanse politie weer op tegen de clandestiene migratie. Tussen januari en half maart 2022 bereikten 914 migranten Melilla. In de drie maanden daarna waren dat er 40. Oftewel, nadat Spanje zijn standpunt over de Westelijke Sahara had gewijzigd, liep het aantal migranten dat erin slaagde de enclave te bereiken terug met een factor 30: van 12 tot 0,4 per dag. Met het bloedbad van juni 2022 bereikte de verharde aanpak van de Marokkaanse politie een triest dieptepunt.
Muur van stilte
Zo gebruikt Marokko migratie als hefboom –sommigen zeggen chantagemiddel– voor de onwettige annexatie van de Westelijke Sahara. Ook de Nederlandse regering kon of wilde de druk van Rabat niet weerstaan. In mei 2022 omarmde Nederland net als Spanje het Marokkaanse autonomieplan voor de Westelijke Sahara. Volgens weekblad EW was dat een wederdienst voor de zogenoemde ”terugkeerdeal”, waarbij Marokko beloofde afgewezen asielzoekers terug te nemen. Buitenlandse Zaken ontkent per e-mail dat er sprake was of is van zo’n deal. Toch sprak de officiële persverklaring over de ontmoeting van minister Hoekstra met zijn Marokkaanse collega Bourita in mei 2022 wel degelijk over „samenwerking over terugkeer” van migranten.
Daar kwam nog iets bij. In dezelfde tekst haalde Buitenlandse Zaken het standaardzinnetje aan van de Verenigde Naties over steun aan „een eerlijke, blijvende en wederzijds aanvaardbare politieke oplossing” van het conflict om de Westelijke Sahara. Maar wie goed las, zag dat er iets ontbrak uit het origineel van de VN. De zinsnede „die voorziet in zelfbeschikking voor het volk van de Westelijke Sahara” was opeens verdwenen.
Intussen vechten de Saharanen in de Algerijnse vluchtelingenkampen tegen honger en vergetelheid. Ze zijn afhankelijk van internationale voedselhulp, en die loopt terug. Volgens de VN lijden de vluchtelingen onder „voedselonzekerheid op crisisniveau”. Buhubeini Yahia van de Saharaanse Rode Halve Maan bevestigt dat. Zijn volk is omgeven door een muur van stilte, zegt hij. „Die maakt het mogelijk dat deze humanitaire tragedie voortduurt, onzichtbaar voor de buitenwereld.”
Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.