Restauratie Notre-Dame bijna afgerond
De Notre-Dame van Parijs wordt eind dit jaar heropend, na een restauratie die dan een kleine zes jaar heeft geduurd. De kathedraal ziet er dan weer uit zoals voor de brand in 2019. Peperdure state-of-the-artbeveiliging moet het 850 jaar oude, wereldberoemde bouwwerk voortaan behoeden voor een nieuwe ramp.
Daags na de grote brand op 15 en 16 april 2019, die wereldwijd live op internet en tv te volgen was, kondigde de Franse president Macron aan dat de Notre-Dame van Parijs binnen vijf jaar in oude glorie zou zijn verrezen. Als de officiële heropening van de kathedraal inderdaad, zoals aangekondigd, op 8 december plaatsvindt, dan heeft hij die belofte waargemaakt.
Hoewel de kosten van de restauratie immens waren –550 miljoen euro– stroomden de donaties voor het herstel al binnen toen de brandweer nog aan het blussen was. Binnen een etmaal na de eerste vlammen was er al meer dan 400 miljoen euro aan steun toegezegd. Daarvan kwam driekwart van twee ultrarijke Franse zakenfamilies. Uiteindelijk zat er 846 miljoen euro aan giften van in totaal 340.000 donateurs uit 150 landen in de restauratiekas. De Parijse kathedraal heeft hiermee zijn grensoverschrijdende, historische betekenis weer eens onderstreept.
Zakenman en miljardair Bernard Arnault, die op de avond van de brand bij vrienden vlak bij de Notre-Dame at en diezelfde nacht nog 100 miljoen euro voor het herstel toezegde, noemde de kathedraal in een interview „de belichaming van Frankrijk”. Hij kreeg berichten van Amerikaanse, Japanse en Chinese vrienden die geshockeerd naar de beelden keken. „Daaruit blijkt hoe belangrijk de Notre-Dame ook in het buitenland is”, zei Arnault. „Het is een icoon waarin geschiedenis, kunst, grandeur en elegantie op een ultieme manier in één gebouw samenkomen.” De directeur van de Fondation Bettencourt Schueller, die met 100 miljoen euro ook al diep in de buidel tastte voor de restauratie, zei in hetzelfde interview: „Een volk dat altijd kathedralen heeft gebouwd, kan het zich niet veroorloven om beroofd te worden van die in Parijs.”
Torenspits, koor en schip
Het instorten van de eikenhouten torenspits is hét symbool van het drama dat zich in 2019 in Parijs afspeelde. Daarnaast brandde ook een groot deel van de ondergelegen eikenhouten dakconstructies van het koor, het schip en het dwarsschip (transept) uit. Deze werden tussen 1859 en 1864 gebouwd door de architect Viollet-le-Duc en worden in hun oorspronkelijke staat hersteld. Deze voor de buitenwereld meest zichtbare operatie startte het afgelopen jaar. Dakspanten werden in zagerijen in elkaar gezet en met boten over de Seine naar het eiland Île de la Cité verscheept en met kranen naar zo’n 30 meter hoogte gehesen.
Tegelijk werd begonnen met de herbouw van de 96 meter hoge eikenhouten torenspits. Een complexe operatie, mede omdat de spits in het dak is ingebouwd –in een achthoek– en het verbindingsstuk vormt tussen het koor, het schip en het transept. Het loopt verder omhoog naar het hoogste punt. Op het eerste gezicht lijkt de toren uit één stuk te bestaan, maar in werkelijkheid zijn het zes gestapelde onderdelen. Ze zijn gemaakt met een gespecialiseerde houtbewerkingstechniek, die sinds 2009 op de Unesco-lijst van immaterieel cultureel erfgoed staat.
Toen afgelopen december de toren af was, werd een officieel moment ingelast bij het plaatsen van een gouden haan op de spits. Een reconstructie, omdat de oude haan bij de val tijdens de brand onherstelbaar was beschadigd. Voor het naar boven hijsen werd, behalve relikwieën, ook een lijst met de namen van 2000 mensen die hebben bijgedragen aan de restauratie van de spits, in de haan geplaatst.
Noord- en zuidgevel
De brand in 2019 was een drama, maar had nog erger kunnen aflopen. De dakstructuur van de Notre-Dame wordt van oudsher door driehoekige gevels, zogenaamde pignons, aan drie kanten afgesloten. Toeschouwers die naar de brand stonden te kijken, vertelden later dat ze de noordelijke stenen gevel van de kathedraal vervaarlijk hadden zien bewegen. Ze waren bang dat die naar beneden zou storten, in de straat pal ernaast. Later onderzoek wees inderdaad uit dat de gevel het extreem zwaar te verduren heeft gehad van de vlammen. Hij werd de eerste dagen na de brand gestut en later volledig ontmanteld.
Steenhouwers gingen het afgelopen jaar aan de slag om een compleet nieuwe gevel te maken. De zuidkant had minder last gehad van de brand en van deze gevel konden oorspronkelijke delen worden aangevuld met nieuw metselwerk en gebeeldhouwde versieringen, zoals de kenmerkende roosvensters en een waterspuwer erbovenop. De stenen, versierd met delicate plantenmotieven, werden aan de voet van de kathedraal gesneden door beeldhouwers. Het kenmerkt het vakmanschap van de bedrijven die voor de restauratie van de Notre-Dame zijn ingehuurd.
Steigers
”De Notre-Dame van Parijs trekt geleidelijk zijn stalen kleren uit”, kopten Franse kranten toen alle steigers rond de kathedraal werden afgebroken, waardoor het resultaat van de grootschalige restauratie –de dakspanten, de torenspits én de gouden haan– in zijn volle omvang zichtbaar werd. Een belangrijke mijlpaal, voor de restaurateurs, maar ook voor de Parijzenaars, de toeristen en natuurlijk de Franse president.
Als deze weken dan ook het dak wordt afgerond, kan de laatste fase van afwerking beginnen, waarna de kathedraal volgens plan, eind dit jaar, kan worden heropend. Het meest zichtbare wat dan nog ontbreekt, zijn de nieuwe glas-in-loodramen van de zes kapellen aan de zuidelijke zijbeuk van de Notre-Dame. Ambachtslieden mochten daarvoor tot kortgeleden ontwerpen indienen, waarvan binnenkort de eerste selectie bekend zal worden gemaakt. Die ramen zullen overigens pas op z’n vroegst in 2026 worden geplaatst.
Dit is het derde deel van een serie artikelen waarin journalist Imco Lanting de restauratie van de Notre-Dame volgt.