Wat als je als 12-jarig meisje van school moet en voor het eerst bij een vreemde dame moet gaan werken? Gelauwerd kinderboekenmaker Joke van Leeuwen schreef er een surrealistisch, dromerig beeldverhaal over.
Met ”De weg naar morgenochtend” gaat Joke van Leeuwen ter herinnering aan haar grootmoeder honderd jaar terug in de tijd, toen meisjes als hoofdpersoon Veertje op hun twaalfde van school af moesten om geld te verdienen.
Het beeldverhaal begint als Veertje in bed ligt, de avond voor ze voor het eerst zal gaan werken. „Veertje, het is zo ver”, hoort het meisje. „Hoe ver?” vraagt Veertje. Meteen is daar dan de mevrouw bij wie ze werkt en begint ze aan een ontdekkende dromenreis. „Het is nog geen morgenochtend”, zegt ze nog, maar de reis is al begonnen. Ze ontmoet vreemde mensen, die zeggen: „Je moet wennen aan het moeten” of: „Ga eerst maar eens de erge dingen van de echte wereld leren.”
De met prijzen overladen Van Leeuwen won in 2023 de Woutertje Pieterse Prijs. Het juryrapport omschrijft haar als „de koningin van het aanstekelijke absurdisme”.
Het zijn de 12-pluslezers en -kijkers die bereid moeten zijn om mee te gaan op de surrealistische reis van Veertje. Die ploetert over indigoblauwe, donkerbruine en zwarte pagina’s verder en ontdekt hoe ingewikkeld taal is. Dat de echte wereld bestaat uit vechtende mannen, uit mensen die je dingen laten doen die je niet wilt. Dat het leven waarin je geen kind meer bent, onbegrijpelijk is. Veertje wordt wakker. „Het is zo ver.”
Wie het werk van Joke van Leeuwen kent, weet: hoe vaker je bladert en kijkt, des te meer je ontdekt.
De weg naar morgenochtend, Joke van Leeuwen; uitg. Querido; 80 blz.; € 18,99
