OpinieGezondheid en psychologie
Leven bouwen in het lab met Zijn aarde

Ze hadden God niet meer nodig. Hun eigen weten en kunnen had de groep wetenschappers ervan overtuigd dat ze God op een zijspoor konden zetten. „Maar”, zei God, „kunnen jullie ook leven maken?” „Jazeker”, was het antwoord, „dat zullen we laten zien.” Een van de wetenschappers bukte zich en pakte een handvol aarde. Op dat moment zei God: „Nee, nee, leg dat neer; niet met Mijn aarde!”

Jan-Hermen Dannenberg
beeld RD
beeld RD

Deze Joodse gelijkenis legt de vinger bij menselijke hoogmoed en doet ons (weer) beseffen dat heel de werkelijkheid om ons heen, ook de levenloze ”aarde”, een geschapen werkelijkheid is. Wat wij met al ons technische vernuft ook maken, het is altijd gebaseerd op Gods creatie. Het begin van alles is inderdaad: „In den beginne schiep God de hemel en de aarde.” Of zoals Carl Sagan, een Amerikaanse astronoom, ooit zei: „Als je een appeltaart echt vanaf nul wilt maken, zul je het heelal opnieuw moeten uitvinden.” Aangezien dat laatste door de meeste wetenschappers echt als een onmogelijkheid wordt gezien, richt men zich op de vraag hoe leven kan ontstaan uit levenloze materie.

Sinds Darwin is het voor wetenschappers die uitgaan van de evolutietheorie, de vraag waarop een antwoord moet komen.  Alhoewel ze nog steeds Gods ”aarde” als startmateriaal moeten gebruiken, zou het mogelijk moeten zijn om een levenloze hap aarde spontaan in iets levends te laten veranderen. De bekendste poging is waarschijnlijk het experiment van de wetenschappers Urey en Miller in 1952. Ze zetten een mengsel van methaan, ammoniak, waterstof en water in een glazen bol onder hoge spanning en ontdekten daarin sporen van sommige aminozuren, de bouwstenen van eiwitten. Heel veel verder is men tot nu toe niet gekomen. Laat staan dat men leven heeft kunnen creëren.

We zijn de laatste decennia wel veel verder gekomen met het inzicht in hoe de kleinste eenheid van leven, de cel, functioneert. Door fundamenteel onderzoek naar ontregelde cellen, zoals bij kanker, weten we welke componenten er nodig zijn om een cel normaal te laten functioneren. De ontdekking van de DNA-structuur in 1953 door Watson en Crick maakte duidelijk dat de informatie voor alle biologische processen opgeslagen ligt in het DNA en hoe (erfelijke) eigenschappen worden doorgegeven van de ene cel naar de andere.

Ondanks deze kennis blijft de vraag bestaan hoe levenloze moleculen, zoals het DNA en eiwitten, samen voor een levende cel kunnen zorgen. Welke componenten heb je minimaal nodig? En is de som meer dan het optellen van levenloze moleculen? Om deze vragen van antwoorden te voorzien, gaf de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) onlangs voor een periode van tien jaar een ongekend bedrag van 40 miljoen euro aan een onderzoeksgroep geleid door de Delftse hoogleraar Cees Dekker . Dekker en zijn team, verspreid over verschillende universiteiten, willen een levende, synthetische cel gaan bouwen met behulp van bekende componenten uit bestaande cellen.

„De complexiteit van een cel, die een kosmos op zichzelf is, wordt zwaar onderschat”

Afgezien van het feit dat het team-Dekker in 2015 ook al een miljoen euro kreeg om een synthetische cel te bouwen, maar er niet in slaagde, ben ik behoorlijk sceptisch over deze aanpak. Allereerst heeft het onderzoeksvoorstel een typisch Delftse ingenieursmentaliteit van ”dingen bouwen”. De complexiteit van een cel, die een kosmos op zichzelf is, wordt mijns inziens zwaar onderschat. De verwachting is dat het bij het construeren van een synthetische cel duidelijk wordt welke principes aan biologisch leven ten grondslag liggen. Voor zover ik weet, zijn de meeste ontdekkingen in de biologie niet op die manier tot stand gekomen. Zo kwam bijvoorbeeld de structuur van DNA op uit een hele serie van experimenten waarbij niemand een idee had hoe DNA eruit zou moeten zien. En in eerste instantie besefte ook niemand hoe DNA informatie bevat.

Desalniettemin hoop ik van harte dat Dekker en zijn team op nieuwe inzichten over het leven komen. Zodat we, als we het werk van Gods vingers zien, met Psalm 8 nog meer versteld staan van de grootsheid van Zijn schepping: „O HEERE, onze Heere! Hoe heerlijk is Uw Naam op de ganse aarde! Want ere Wie ere toekomt: tenslotte is het allemaal Zijn ”aarde”.

De auteur is moleculair bioloog.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer