BuitenlandIsraël Ingezoomd
Verhaal ex-gijzelaar Ofir Engel moet worden verteld

Voor de derde keer sinds de aanslagen van 7 oktober bezoek ik Israël. En ook nu weer dringt het contrast tussen oorlogsgebied en de rest van het land zich op. Terwijl in Jeruzalem en Tel Aviv de overvolle terrasjes in het mediterrane zonlicht baden, wordt de stilte aan de grens met Gaza door dreunende explosies verscheurd.

Redacteur Midden-Oosten, Richard Donk. beeld RD
Redacteur Midden-Oosten, Richard Donk. beeld RD

In kibboets Kfar Aza lijkt de tijd sinds 7 oktober te hebben stilgestaan. Het dorp oogt sinister. Verwoestingen alom. Lege huizen, die misschien nooit meer bewoond zullen worden. Al wandelend langs de stille getuigen van de verschrikkingen, bekruipt me een gevoel van totale leegheid, verergerd door het besef dat deze puinhoop hier moedwillig is aangericht.

Op een versleten bank, waaraan een poot ontbreekt, hoor ik de getuigenissen over de gebeurtenissen van die zaterdagochtend. Het zijn inmiddels bekende verhalen. Maar ook weer nieuw in de bevestiging van de gruwelijkheden. Elk woord krijgt extra kracht door de tastbare bewijzen rondom: uitgebrande woningen, talloze kogelgaten. En vooral: het totale gebrek aan levendigheid dat zo kenmerkend is voor een kibboets.

Vijf personen uit Kfar Aza zitten nog vast in de Gazastrook – ontvoerd door Hamas. Over hun lot is niets bekend, maar voor hun leven wordt gevreesd. „Ik weet wat zij doormaken”, vertelt Ofir Engel me korte tijd later in kibboets Ramat Rachel, net onder Jeruzalem. Hij weet inderdaad waar hij het over heeft, want hij was 54 dagen in handen van Hamas, voor hij eind november werd vrijgelaten.

Eindelijk spreek ik hem. Het voelt dubbel. Want journalistiek gezien is het vanzelfsprekend mooi om het verhaal van Ofir op te tekenen. Om uit zijn eigen mond te horen hoe hij zijn gevangenschap in Gaza heeft doorstaan en hoe hij met die ervaringen omgaat.

Maar ergens bekruipt me ook het gevoel dat ik wel weer bezig ben om te graven in zijn emoties en opnieuw zijn trauma naar boven te halen. Vooral als Ofir vertelt dat de Gazanen zich aan hem en zijn medegijzelaars vergaapten toen hij triomfantelijk door zijn ontvoerders Gaza werd binnengebracht. „Alsof we een bezienswaardigheid in de dierentuin waren.” Dient hij ook nu niet als een journalistieke trofee die tentoongesteld wordt?

Verwoestingen in Kfar Aza. beeld RD

Ondanks dat dilemma overheerst uiteindelijk de overtuiging dat dit verhaal aan de wereld moet worden verteld. Want Ofir is een van de levende bewijzen van wat er op 7 oktober is gebeurd. Hamasterroristen schrokken er niet voor terug om hem als onschuldige tiener naar Gaza te ontvoeren. Ze aarzelden niet om zijn schoonvader en vele anderen te vermoorden.

Dat verhaal moet worden verteld. Steeds weer opnieuw. Zeker in een wereld waar oorzaak en gevolg van de oorlog tussen Israël en Hamas door elkaar worden gehaald, of niet zelden doelbewust worden omgedraaid.

rd.nl/buza

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer