Kerk & religieJongerenavond OGGiN

Jongerenavond OGGiN: Augustinus ontdekte dat het kwaad in de mens zit

De kerkvader Augustinus wees zijn hoorders op hun verantwoordelijkheid én op het werk van God wat betreft hun zaligheid, aldus G. Slootweg. „De Heere werkt het willen en het werken.”

Jan van Reenen
3 June 2024 09:52
Oud-docent G. Slootweg spreekt zaterdag in Barneveld op een jeugdcontactavond van de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland. beeld Niek Stam
Oud-docent G. Slootweg spreekt zaterdag in Barneveld op een jeugdcontactavond van de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland. beeld Niek Stam

De oud-docent van de Prins Maurits Scholengemeenschap in Middelharnis spreekt zaterdagavond in een zaal van het kerkgebouw van de oud gereformeerde gemeente in Nederland (oggiN) te Barneveld. De bijeenkomst, die ongeveer veertig jongeren trekt, is georganiseerd door de commissie Jongeren Contact Avonden, met vertegenwoordigers uit een zevental gemeenten uit deze regio.

De jongeren komen uit de wijde omtrek. Twee van hen zijn Dirk en Marty uit Eindhoven. Ze komen vaker, zeggen ze. „In Eindhoven zijn weinig christelijke vrienden te vinden. Hier is bezinning en gezelligheid.”

Secretaris H.J. Postema deelt mee dat de bijeenkomsten negen keer per jaar op de eerste zaterdag van de maand worden gehouden. De onderwerpen voor het volgende seizoen zijn al bekend: over gebed en doop, maar ook over antisemitisme en weerbaarheid.

Bestuurslid W. van Ginkel leest Filippenzen 2. De kerkvader Augustinus bracht dit hoofdstuk vaak ter sprake in zijn preken, blijkt later op de avond. In een kort openingswoord zegt hij: „Christus heeft Zich vernederd. Verzoening is mogelijk, zolang de aarde bestaat en we in leven zijn. Ik vraag om die verzoening te zoeken en daarnaar te staan.”

Kwaad

Slootweg, die spreekt over de uitverkiezing bij Augustinus (354-430), geeft eerst een korte levensbeschrijving van de kerkvader. Hij maakt duidelijk dat het in de tijd van de kerkvader heel anders toeging. „Als Augustinus iets zei dat de hoorders waardeerden, applaudisseerden ze. Als hij wees op de ernst van het leven, sloegen ze zich op de borst. Augustinus wilde geen applaus, maar hij kreeg dat niet veranderd.”

Een centrale vraag in het leven van Augustinus was: waar komt het kwaad vandaan? Slootweg: „Augustinus las de hele Bijbel door en vond het aanvankelijk een dom boek, dat geen antwoord op die vraag gaf. We kunnen wat het zoeken betreft een voorbeeld aan Augustinus nemen. Hij was bezig met existentiële vragen van het leven. Gebeurt het ons niet dat we denken te weten hoe het zit en dat we dan niet meer over wezenlijke vragen nadenken?”

„We kunnen wat het zoeken betreft een voorbeeld aan Augustinus nemen” - G. Slootweg, oud-docent

Toen Augustinus onder het gehoor kwam van Ambrosius, de bisschop van Milaan, veranderde hij. „De Heere liet hem anders luisteren. Hij kwam erachter dat het kwaad niet in God zit, maar in de mens die vol zonde is.”

Na zijn bekering en als bisschop bleef Augustinus zich bezighouden met wezenlijke vragen van het geloof, aldus Slootweg. „Eerst meende hij dat ieder mens vermogens in de ziel heeft om te kunnen geloven. Als men uitverkoren was, werd dat vermogen werkzaam. Later zag hij in dat hij zich vergist had. Augustinus begreep dat het vermogen om te geloven er niet al eerder was. Het enige wat mogelijk is, is dat de Heere een nieuw hart geeft.”

Uitverkiezing

Van de honderden bewaard gebleven preken van de kerkvader gaan er zo’n 150 over de uitverkiezing en wat daarmee verband houdt, zegt Slootweg. „Augustinus heeft zich diepgaand beziggehouden met Filippenzen 2: 12 en 13, waar het gaat over het werken van de eigen zaligheid én dat het God is Die werkt.”

Augustinus zei, aldus Slootweg: „Het is jullie verantwoordelijkheid als jullie niet naar de Heere luisteren. Als je in waarheid luistert, dan heeft de Heere je al gevonden. Dan hoor je de stem van Hem Die roept. Dan zal de Heere het ook voleinden. Dan mag je van kaf koren worden.”

Augustinus had alle hoorders op het oog. „Ik verlang ernaar dat wij eens allen samen met de Heere mogen leven. Ik wil niet zalig worden zonder u”, zei de kerkvader.

Maritha (links) en Wilma. beeld Jan van Reenen

Maritha en Wilma uit Barneveld zijn onder de indruk van de toespraak. Wilma: „Ik denk erover na hoe Augustinus tot geloof kwam. Dat wil ik niet vergeten.” Maritha: „Je leeft zo gemakkelijk verder. Ik weet dat ik verantwoordelijk ben en mijn eigen zaligheid niet kan werken. Ik probeer de les van vanavond mee te nemen in mijn leven.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer