Mexicaanse verkiezingen in schaduw van politiek geweld; tientallen kandidaten vermoord
Mexico beleeft een ongekend gewelddadige aanloop naar de algemene verkiezingen aankomende zondag. Tientallen kandidaten zijn vermoord, honderden anderen overleefden aanslagen op hun leven of ontvingen bedreigingen. Het geweld wordt toegeschreven aan criminele organisaties die zo hun politieke vuist laten zien.
Een golf van politiek geweld overschaduwt de Mexicaanse verkiezingen van aankomende zondag. Sinds september afgelopen jaar zijn 34 verkiezingskandidaten vermoord. Daarbij werden 560 gewelddadige incidenten tegen kandidaten gemeld, volgens adviesbureau Integralia. Het merendeel van de moorden is in verband gebracht met criminele organisaties, die daarmee met name de lokale verkiezingen pogen te beïnvloeden.
Ruim 98 miljoen Mexicanen kiezen zondag meer dan twintigduizend lokale, regionale en nationale volksvertegenwoordigers, in wat de „grootste verkiezingen ooit” genoemd worden. Daarbij kiest het land een nieuwe president. Ook die verkiezing is historisch: alle peilingen wijzen erop dat Mexico, het grootste Spaanssprekende land ter wereld, voor het eerst door een vrouw geregeerd zal worden.
Twee vrouwen zijn in de race voor het hoogste ambt: Claudia Sheinbaum, ex-burgemeester van Mexico-Stad en kandidaat voor de progressieve Beweging voor Nationaal Herstel (Morena), de partij van de huidige president Andrés Manuel López Obrador. Ex-senator Xóchitl Gálvez is kandidaat voor de rechtse oppositiecoalitie van de partijen PAN, PRI en PRD.
Sheinbaum lijkt de meeste kans te hebben om de verkiezingen te winnen. In de laatste peiling van 27 mei ging zij aan kop met 53 procent, een voorsprong van 20 punten op Gálvez. Een derde kandidaat, de enige man die meedingt naar het presidentschap, is met zo’n 15 procent kansloos.
De winnaar wacht een zware taak: de strijd tegen de georganiseerde misdaad die het land in zijn greep heeft. Sinds ex-president Felipe Calderón in 2006 het land militariseerde in de strijd tegen de drugskartels, is het land in een neerwaartse geweldsspiraal geraakt. De ”oorlog tegen drugs” haalde weinig uit: er kwamen sindsdien alleen maar meer criminele organisaties bij, die in de strijd om territorium nog meer slachtoffers maken.
Met name in de laatste zes jaar, tijdens het presidentschap van López Obrador (AMLO in de volksmond), die in 2018 de verkiezingen won met de belofte een einde te maken aan de georganiseerde criminaliteit, is het kartelgeweld flink toegenomen. Met 180.000 moorden was de zesjarige regeringsperiode van AMLO de bloedigste ooit. Ook het aantal vermissingen nam exponentieel toe.
Daarbij hebben de kartels steeds meer politieke macht, met name op lokaal niveau. Dat verklaart ook het excessieve politieke geweld: de kartels beïnvloeden de verkiezingen door kandidaten die hen niet ter wille zijn te vermoorden. Ook zeggen deskundigen dat de criminele organisaties hun eigen kandidaten laten meedingen in verkiezingen voor gemeenteraden en lokale besturen.
De kartels beperken zich al lang niet meer tot alleen drugshandel. Afpersing, mensenhandel, mijnbouw, migrantensmokkel maar ook avocadoteelt en andere legale economieën hebben de organisaties doen uitgroeien tot veelkoppige monsters die feitelijk de macht hebben. De moorden op kandidaten die zich daartegen verzetten zijn dan ook een directe aanval op de Mexicaanse democratie.
Als gevolg van het geweld hebben honderden kandidaten zich teruggetrokken uit de verkiezingen. Verschillende politieke partijen doen helemaal niet mee aan verkiezingen in gemeentes waar de criminele organisaties de dienst uitmaken. Anderen kiezen ervoor om niet meer in het openbaar campagne te voeren. Bijna 500 kandidaten krijgen gewapende beveiliging van de overheid.