Lea aan Mexicaanse noordgrens: „In VS kennen we niemand, maar hier hebben we niets meer”
Escalerend kartelgeweld in Mexico drijft steeds grotere aantallen Mexicanen naar de Verenigde Staten, ontheemd door het geweld tussen rivaliserende criminele groepen, afpersingen en bedreigingen. Duizenden wachten maanden aan de noordgrens op een afspraak om asiel aan te vragen.
„Pak de spullen van de kinderen. Ik leg het uit wanneer ik thuiskom”, zei Juan per telefoon tegen zijn vrouw Ana. Er was haast bij. Die ochtend had Juan, hoofd van een speciale politie-eenheid in de Mexicaanse staat Guerrero, een alarmerend bericht ontvangen. „Werk met ons mee of we pakken je familie”, bedreigde een criminele organisatie hem via WhatsApp, waarmee ze Juan onder druk zetten om informatie over politieoperaties aan hen door te spelen. Foto’s van het kinderdagverblijf van zijn 5-jarige dochter en zijn huis maakten duidelijk dat het ernst was. „Diezelfde avond zijn we gevlucht”, zegt Juan (27).
Na een busreis van drie dagen zonder te stoppen, kwam het gezin aan in Tijuana, 3000 kilometer naar het noorden, aan de grens met de Verenigde Staten. Daar ontmoet ik Juan in Movimiento Juventud 2000, een opvang voor migranten vlak bij de grensovergang. Bijna alle migranten in de opvang zijn Mexicaans. Net als Juan zijn ze ontheemd door het kartelgeweld, dat grote delen van Mexico in zijn greep heeft. De steeds bloediger confrontaties tussen criminele organisaties die om territorium vechten en de afpersingen en ontvoeringen waarmee deze kartels hun illegale inkomsten verwerven, drijven een groeiende vluchtelingenstroom van Mexicaanse ontheemden naar de VS.
Anders dan in voorgaande decennia is het niet meer de ”Amerikaanse droom” die deze Mexicanen doet migreren, maar het epidemische geweld in hun thuisland. Sinds ex-president Felipe Calderón daar in 2006 het land militariseerde in de strijd tegen de drugskartels, raakte het land in een neerwaartse geweldsspiraal. De drugsoorlog had een tegengesteld effect: het aantal criminele organisaties nam alleen maar toe en zij controleren steeds grotere delen van Mexico. „Wij zien met name sinds 2021 het aantal Mexicaanse ontheemden fors toenemen”, zegt José Maria García Lara, oprichter en directeur van de opvang.
De kartels richten zich niet alleen meer op drugshandel. Een belangrijk verdienmodel is het afpersen van burgers die niets met criminaliteit te maken hebben. Van winkelhouder tot fruitplukker, allemaal zijn ze gedwongen om een tweewekelijkse ‘belasting’ te betalen. Wie weigert, bekoopt dat meestal met de dood. Daarbij verrijken de kartels zich met ontvoeringen voor losgeld, vrouwenhandel en zelfs de verkoop van organen.
Het kartelgeweld doet met name in de laatste jaren, onder het presidentschap van de linkse Andrés Manuel López Obrero (2018-2024), steeds meer Mexicanen op de vlucht slaan. In een enquête van migrantenorganisatie Kino Border Initiative uit 2023 onder 6700 Mexicanen gaf 88 procent aan op de vlucht te zijn voor het geweld. In 2017 was dat nog maar 2 procent en zei 87 procent te migreren uit economische overwegingen.
Deportatievluchten
Daarbij waren het traditioneel veelal de mannen die migreerden om in de VS te werken en geld naar hun familie in Mexico te sturen. Nu zijn het complete families die van de ene op de andere dag huis en haard moeten achterlaten, met weinig meer dan de kleren die ze aanhebben. Zo hield de Amerikaanse grenspolitie tussen oktober 2022 en september 2023 meer dan 160.000 Mexicaanse families aan, vier keer zo veel als het jaar daarvoor.
Ook de familie van Lea (30) moest in augustus halsoverkop de deelstaat Michoacán verlaten, waar zij en haar man een kwekerij met avocadobomen runden. „We werden maandelijks afgeperst om een bedrag van 50.000 peso (zo’n 2700 euro) te betalen. Dat konden we simpelweg niet opbrengen. We begonnen bedreigingen te ontvangen en mijn oudste zoon werd op een avond beschoten onderweg naar huis van zijn vriendin. Er zat niets anders op dan te vluchten.”
Ze laat op haar telefoon foto’s zien van plantages met rijen vol jonge boompjes en een geel geverfd woonhuis. In een filmpje, gepost door het kartel dat hen bedreigde, rijden jeeps met zwaarbewapende mannen over dezelfde plantages. „Dat was nadat we zijn gevlucht. Alles hebben ze van ons afgepakt. We hebben niets meer om naar terug te gaan”, zegt Lea, een kleine vrouw die alles wat haar familie is overkomen weglacht. Ook hebben ze weinig om naartoe te gaan. „Waar we willen wonen in de VS? Geen idee, we kennen niemand daar”, zegt Lea.
Evangelische kerk
Sinds hun aankomst ruim vijf maanden geleden in grensstad Tijuana verblijft het gezin met zes kinderen in Templo Embajadores de Jesús Cristo, een migrantenopvang van een evangelische kerk in het zuiden van de stad. Zo’n 1300 migranten bivakkeren er in dicht op elkaar geplaatste ijzeren stapelbedden, verdeeld over drie gebouwen. De opvang is als een klein dorp: er is een school voor de kinderen, verschillende migranten runnen winkeltjes en eettentjes en twee keer per week is er een drukbezochte kerkdienst. Ook in deze opvang is de ruime meerderheid van de bewoners van Mexicaanse afkomst.
De meeste migranten verblijven, net als Lea, al diverse maanden in Templo. Allen wachten op een afspraak met de immigratieautoriteiten, de enige manier om legaal de grens over te steken. In mei 2023 voerde de regering-Biden een nieuw immigratiebeleid in, waarmee het illegaal oversteken van de grens strafbaar is geworden. Wie asiel wil aanvragen, moet een afspraak maken via de app CBP One van de U.S. Customs and Border Protection (CBP) en tot de datum van de afspraak wachten in Mexico.
Dat zou meer orde brengen in de migratiestromen en illegale immigratie moeten ontmoedigen. Maar in de praktijk wachten migranten zo lang op een afspraak dat velen toch illegaal oversteken en zich overgeven aan de Amerikaanse grenspolitie, in de hoop alsnog een asielaanvraag te kunnen doen. Het systeem is zó overbelast dat de meesten die het hierop wagen vrijgelaten worden aan de Amerikaanse kant, met een datum om voor de rechter te verschijnen.
In de laatste maanden voerden de VS echter het aantal deportaties naar verschillende landen weer op. Met name Mexicanen lopen een groot risico om teruggestuurd te worden. Zo hervatten de VS eind januari de (twee jaar geleden stopgezette) deportatievluchten naar centrale delen van Mexico, in plaats van de vluchtelingen simpelweg over land terug de grens over te zetten in het noorden. Dat betekent dat ze rechtstreeks worden teruggevlogen naar de door criminele groepen gecontroleerde staten die ze ontvluchtten.
Kokend water
Dus wachten de bewoners van Templo. Soms al meer dan een halfjaar. „Heb jij de afspraak al?” vragen ze elkaar in het voorbijgaan, als ware het een groet. Elke dag openen ze de app en doen weer een nieuwe poging. Omdat er maar een beperkt aantal afspraken beschikbaar is en die willekeurig worden ‘verloot’, zijn de kansen klein. Zo zijn er slechts 1450 beschikbare afspraken per dag langs de gehele noordgrens, terwijl in december dagelijks bijna 10.000 migranten die grens overstaken, van wie de meesten illegaal.
„Gods tijd is de beste tijd”, is de uitspraak waarmee wachtende migranten in hun lot berusten. „Al begin ik hier soms ook te twijfelen aan God”, zegt de 23-jarige Cindy, afkomstig uit de stad Acapulco. Ook zij verblijft al ruim vijf maanden in de opvang, samen met haar man van 25, een baby en een zoontje van 3. „Mijn man is taxichauffeur. Ze eisten 2000 peso (ongeveer 110 euro) per twee weken. Maar daarmee bleef niet genoeg over voor de huur, het eten en de kinderen. Toen we niet betaalden, begonnen de bedreigingen. Ze kwamen aan onze deur, en daarna hebben ze kokend water over de buik van mijn man gegooid, als waarschuwing. Hij heeft nog steeds littekens. Toen zijn we gevlucht. Met het vliegtuig, want over land zou te gevaarlijk zijn.”
Maar in Tijuana voelt Cindy zich evenmin veilig. De grensstad in de staat Baja California is een van de meest gewelddadige steden van Mexico, met een van de hoogste moordcijfers van Latijns-Amerika. Daarbij zijn de migranten een lucratief verdienmodel voor criminele organisaties. Zo betalen migranten duizenden dollars om illegaal de grens over te steken, waarbij er regelmatig omkomen in de woestijn of vermoord worden. Ook ontvoeringen voor losgeld gebeuren dagelijks.
Afgeperst
Ook in de opvangplekken zijn de migranten kwetsbaar. Zo ligt Templo de Embajadores de Jesús Cristo in een arme wijk waar vaak schietpartijen tussen bendes voorkomen. Een jaar geleden werd de opvang zelf beschoten tijdens een gewelddadige achtervolging. Andere opvangplekken zijn afgeperst door criminele organisaties, die een ‘belasting’ per migrant eisten. Eén opvang moest om die redenen de deuren sluiten. Nog steeds is het onrustig, vertelt Cindy: „Laatst vermoordden ze een man in de buurt. We zijn bang, want we zijn gevlucht voor het geweld en hier komen we weer hetzelfde tegen.”
Mexicanen die legaal de grens oversteken, maken ook weinig kans op asiel, zeggen experts. ”Gegeneraliseerd geweld” (zoals kartelgeweld) is geen geldig motief voor asiel. In de afgelopen twintig jaar wezen immigratierechters 85 procent van de Mexicaanse asielzoekers af, het hoogste percentage van de negentien nationaliteiten die de meeste aanvragen doen, schreef The New York Times.
Alleen asielzoekers die een ”geloofwaardige vrees” voor hun leven kunnen aantonen met harde bewijzen, kunnen aanspraak maken op asiel. Maar die bewijzen zijn lastig te vergaren. Wie via de telefoon is bedreigd, kan dat moeilijk opnemen. In andere gevallen is het gevaar dichtbij, maar nog niet direct op iemands leven gericht, legt García Lara, directeur van opvang Movimiento Juventud 2000, uit. „Als je buren worden bedreigd, wacht je niet tot de criminelen bij jou aankloppen voordat je vertrekt. Dan vertrek je meteen.”
Uit veiligheidsoverwegingen zijn de namen van Juan, Ana, Lea en Cindy gefingeerd. Volledige namen en contactgegevens zijn bekend bij de redactie.