Poetin lachende derde bij herdenkingsdag Srebrenica
De Verenigde Naties hebben ingestemd met een voorstel om 11 juli uit te roepen tot herdenkingsdag voor de genocide in Srebrenica. Het besluit zet de verhoudingen in het verdeelde Bosnië op scherp. Rusland lijkt te profiteren.
Ondanks verzet van onder meer Servië is de Algemene Vergadering van de VN donderdag akkoord gegaan met de invoering van een jaarlijkse herdenkingsdag voor het bloedbad van Srebrenica. Er stemden 84 leden voor, 19 tegen en 68 onthielden zich van stemming.
In 1992 verklaarde Bosnië-Herzegovina zich onafhankelijk van het toenmalige Joegoslavië. Dat ging echter gepaard met een burgeroorlog tussen de verschillende bevolkingsgroepen van het land. Daarop grepen de VN in en verklaarden een aantal plaatsen tot veilige gebieden, waaronder Srebrenica.
In de zomer van 1995 waren Nederlandse blauwhelmen van Dutchbat verantwoordelijk voor de bescherming van de enclave, maar Srebrenica werd onder de voet gelopen door Servische troepen. Die vermoordden op 11 juli 8000 moslimmannen en -jongens.
Politieke ravage
Volgens de Duitse VN-ambassadeur Antje Leendertse –samen met Rwanda initiatiefnemer van het plan– moet een jaarlijkse terugkerende herdenkingsdag van de genocide „de verzoening in het heden en in de toekomst bevorderen”.
Dat de VN instemmen met een internationale gedenkdag voor genocide, komt niet vaak voor. Tot op heden waren er alleen herdenkingsdagen voor de genocide die in 1994 in Rwanda plaatsvond, en voor de Holocaust. Daarnaast worden sinds 2015 alle slachtoffers van volkerenmoord in het algemeen herdacht. Voor de genocides in onder meer Cambodja, Armenië en Bangladesh bestaat nog altijd geen internationale herdenkingsdag.
Bosnië-Herzegovina juichte het voorstel om een gedenkdag voor Srebrenica in te stellen toe, maar door de Servische bevolking van het land is daar verontwaardigd op gereageerd. In Banja Luka, de tweede stad van Bosnië, gingen tijdens de stemming duizenden mensen de straat op.
Aleksandar Vučić, president van Servië, stelde voorafgaande aan de stemming, dat de huidige tekst geen verzoening zal brengen in de regio. Volgens hem zal de resolutie „alleen maar een oude wond openrijten en een complete politieke ravage veroorzaken”.
Rusland waarschuwde dat het besluit een „bedreiging voor vrede en veiligheid” is. Ook de vertegenwoordiger van China verzette zich tegen het voorstel omdat „overhaast stemmen over een tekst die gekenmerkt wordt door meningsverschillen, niet in overeenstemming is met de geest van verzoening in het land”.
Toezichthouder
Het stof dat de resolutie donderdag deed opwaaien, legt de verdeeldheid van de Balkanstaat bloot die tijdens de oorlog in de jaren negentig is ontstaan. Sinds 1995 is het land opgesplitst in twee entiteiten: de Federatie Bosnië-Herzegovina –bestaande uit Bosniakken (moslims) en Bosnische Kroaten (rooms-katholieken)– en de Servische Republiek, die bestaat uit Bosnische Serviërs (orthodoxen). Elke bevolkingsgroep levert een president, die gedurende vier jaar rouleert.
Om de vrede tussen de twee entiteiten te bewaren, werd in 1995 ook een Hoge Vertegenwoordiger aangesteld. Deze internationale toezichthouder wordt door de EU benoemd en kan overheidsfunctionarissen ontslaan en belangrijke politieke besluiten nemen. Sinds 2021 vervult de Duitser Christian Schmidt die rol.
„Een jaarlijks terugkerende herdenkingsdag zal verzoening in het heden en in de toekomst bevorderen” - Antje Leendertse, Duitse VN-ambassadeur
Hij botst echter regelmatig met de Servische Republiek, waar president Milorad Dodik openlijk aan het nut van de Hoge Vertegenwoordiger twijfelt. Dodik dreigt bovendien al jaren met afscheiding van Bosnië-Herzegovina en steunt Rusland openlijk.
Het toetredingsproces van Bosnië-Herzegovina tot de EU verloopt daardoor uiterst moeizaam. Op 21 maart kreeg het land officieel te horen dat het kan beginnen met toetredingsgesprekken. De Bosniakken en de Kroaten zijn voorstander van het EU-lidmaatschap, maar de president van de Servische Republiek wil juist minder invloed van het Westen in het land.
De Russische Federatie zal de houding van Dodik toejuichen. Op de Balkan zijn alleen Servië, Bosnië en Kosovo nog geen lid van de NAVO en Rusland zal er alles aan doen om dat zo te houden. Door de weerstand die een internationale herdenkingsdag van Srebrenica bij het pro-Russische deel van Bosnië-Herzegovina oproept, zou de Russische president Vladimir Poetin weleens de lachende derde kunnen zijn.