In het straatbeeld van de Servische hoofdstad Belgrado spat de liefde voor Rusland er vanaf. Souvenirs met de beeltenis van president Vladimir Poetin worden grif verkocht en geregeld duikt langs de straatkant een Russische vlag op. „Wij delen onze religie, taal en traditionele normen en waarden met de Russen.”
De Kralja Milana in de Servische hoofdstad Belgrado ademt de sfeer van Moskou of Sint-Petersburg. Aan de 2 kilometer lange boulevard staat het in 1908 geopende luxehotel Moskva, eens door het Servische dagblad Politika uitgeroepen tot „het duurste en mooiste Russische huis op de Balkan”. Tegenover het Servische parlementsgebouw, naast het monument voor tsaar Nicolaas II (1868-1918), wappert de Russische vlag fier naast haar Servische evenknie. Een grauwe Sovjetflat, iets verderop, is opgesierd met een billboard: reclame voor het Russische staatsolie- en gasbedrijf Gazprom.
Wie als westerling in Belgrado net zo’n warme ontvangst verwacht, komt van een koude kermis thuis. Wie via de Brankov Mostbrug de rivier Sava oversteekt, wordt verwelkomd door een langgerekte graffitimuurschildering met de Servische vlag. Weliswaar prijkt middenin het embleem van de Europese Unie en de NAVO. Maar een dikke rode streep door de logo’s markeert de afschuw van Serviërs tegen beide instituties.
Oekraïne
Sinds de oorlog op 24 februari 2022 in Oekraïne uitbrak, is de steun voor Rusland onder Serviërs alleen maar toegenomen, blijkt uit cijfers van het Belgrado Centrum voor Veiligheidsstudies (BCBP), een gerenommeerde denktank. Slechts 12 procent van de Serviërs vindt dat Rusland de agressor is, terwijl 9 procent Oekraïne verantwoordelijk houdt voor het uitbreken van de oorlog. Veruit de meeste Serviërs zien in het Westen de aanstichter van de oorlog. Niet minder dan 33 procent ziet de NAVO als hoofdverantwoordelijke voor het conflict, terwijl 29 procent meent dat vooral Washington schuldig is.
Het laat zien hoe veel Serviërs over Rusland denken. Sowieso ziet twee derde van de bevolking de Russen als hun beste vrienden op het wereldtoneel, tegenover nog geen 15 procent de EU. Een derde van de Serviërs meent dat ze Moskou moeten steunen in de oorlog. Op 24 februari 2022 kopte de voorpagina van het Servische regeringsgezinde tabloid Informer: ”Oekraïne valt Rusland aan”.
De meeste Serviërs zullen zich in het openbaar echter niet uitspreken over steun aan de Russen. „Rusland heeft niet het recht Oekraïne aan te vallen”, zo erkent Veljko Ilić. De middelbare scholier zit op een bankje in het Tasmajdan Park te blokken voor zijn tentamen biologie. „Maar Oekraïne mag ook niet Rusland aanvallen”, voegt hij er direct aan toe. „Kyiv wilde bij de NAVO; Moskou beschouwde dat logischerwijs als bedreiging.”
„In de oorlog is iedereen agressor”, beaamt hiphopartiest Vuk Starinac wiens grootvader uit Rusland komt. „Ik stel me neutraal op. Hoewel wij Serven geneigd zijn partij voor Rusland te trekken. De NAVO heeft ontegenzeggelijk het conflict aangejaagd.”
Schorsing
De Servische overheid spreekt zich duidelijker uit over de rol van Rusland in de oorlog beweert de minister van Europese Integratie, Tanja Miščević: „Wij zeggen steeds dat we de Russen in het conflict met Oekraïne niet steunen.” Ook president Aleksandar Vučić verklaarde begin dit jaar in een interview dat „de Krim en de Donbas bij Oekraïne horen – dat blijft zo”. In de Verenigde Naties steunde Belgrado direct een veroordelende resolutie over de inval in Oekraïne en de schorsing van Rusland uit de VN-Mensenrechtenraad. Ook stuurde Servië recent humanitaire hulp naar Oekraïne: medicijnen, drinkwater, waterfilters en dekens voor bewoners van Cherson.
Maar Brussel is nog allerminst overtuigd. „De nauwe betrekkingen met Rusland worden veroordeeld”, stelt een rapport over de voortgangsstatus van de kandidaat-lidstaat van 2022. Vooral het feit dat Belgrado weigert mee te doen aan Europese sancties doet in Brussel de wenkbrauwen fronsen. Bovendien: Air Serbia verdubbelde in 2022 het aantal vluchten naar Moskou, het land sloot een nieuwe gasdeal met de Russen en Belgrado bereikte een akkoord met Moskou om het buitenlandbeleid op elkaar af te stemmen.
Het EU-rapport maakt ook melding van de benoeming van Aleksandar Vulin tot hoofd van de staatsinlichtingendienst BIA. Vulin staat bekend vanwege zijn anti-EU- en pro-Kremlin-retoriek. In augustus 2022 bezocht hij Moskou en verkondigde daar trots dat „Servië als enige Europese land geen deel uitmaakt van de anti-Russische hysterie”. In juli dit jaar sanctioneerde het Amerikaanse ministerie van Financiën Vulin, omdat hij „kwaadaardige activiteiten van Rusland in de regio” zou hebben gefaciliteerd.
Broederband
Serviërs kan dus een dubbele houding in de oorlog worden verweten. Waar komt die liefde voor Rusland vandaan? Srdjan Hercigonja, onderzoeker bij denktank BCBP, vindt het te makkelijk om dat vanuit de historie en culturele relatie met Rusland te verklaren. „Natuurlijk komen de Servisch-Orthodoxe Kerk en de Russisch-Orthodoxe Kerk erg overeen en lijkt het Servisch op de Russische taal. Maar dat is niet de reden dat Serviërs spreken van een zogenaamde Servisch-Russische broederband, blijkt uit de cijfers.”
„Serviërs houden van Rusland, vooral omdat het niet het Westen is”, stelt Hercigonja. „Ons land heeft een historie van confrontatie met westerse landen. Rusland is al van oudsher onze bondgenoot, hoewel de steun van Moskou tijdens de oorlogen bij het uiteenvallen van Joegoslavië in de jaren 90 te wensen overliet. Pas de laatste twee decennia is de Russische steun uitgesproken: zo weigeren ze een onafhankelijk Kosovo te erkennen.”
De politieke elite –de regering, staatsgezinde media en de door het regime gecontroleerde radicaal-rechtse organisaties– jagen het antiwesters narratief in Servië aan, stelt Hercigonja. „Bij economisch, politiek of maatschappelijk falen, wordt het Westen daarvoor verantwoordelijk gehouden.”
Een ”balancing act”, noemt Hercigonja het gedraai van het regime in de omgang met Rusland. „Enerzijds spreekt Vučić zich uit tegen de oorlog. Servië kan het zich als kandidaat-lidstaat niet permitteren de EU tegen zich in het harnas te jagen. Tegelijk onderhoudt hij warme banden met het Kremlin.”
Marionet
Analisten stellen dat in de Servische staatsgezinde media de echte zienswijze van het regime ten opzichte van Rusland wordt verkondigd. Op de Servische staatszenders worden veel radicaal-rechtse tv-persoonlijkheden aan het woord gelaten. Een van de vertegenwoordigers van radicaal-rechts op de televisie is Miša Vacić, president van de partij Servisch Rechts en in 2022 presidentskandidaat. Vacić ontkent een marionet van de regering te zijn. „Maar ik steun de regering bij het promoten van Servisch patriottisme of als het gaat om het uitdragen van christelijke familiewaarden – bijvoorbeeld bij het stimuleren van veel kinderen krijgen.”
Kritisch is Vacić wel op wat hij noemt het van twee walletjes snoepen door Vučić. „Hij probeert zowel Poetin als het Westen te vriend te houden.” Vacić zou liever zien dat Belgrado de samenwerking met Moskou intensiveert en die met Brussel opschort. „Wij delen een soortgelijke religie, taal en traditionele normen en waarden met Rusland.” Hoe anders is dat met het Westen. Vacić: „Als we lid van de EU worden, zal Brussel ons dwingen onze conservatief-christelijke normen en waarden op te geven en de acceptatie van de lhbti-gemeenschap in dit land promoten.”
Sinds kort staat Vacić op de sanctielijst van de VS. Op uitnodiging van Poetin trad hij in september 2022 op als ”internationaal onafhankelijk waarnemer” bij het referendum waarin 99 procent van de bewoners van de Donbas-regio zouden hebben gekozen voor aansluiting met Rusland. Vacić wantrouwt die stemming niet: „Er hing een sfeer van euforie. Ik heb eigenlijk niemand gezien die tegen aansluiting met Rusland stemde.”
Etnische zuivering
De oorlog in Oekraïne ziet hij als staaltje van westerse agressie, gevoed door de NAVO. „De speciale operatie is niets meer dan een bevrijdingsactie van Rusland. Kyiv is sinds 2014 bezig met etnische zuivering van Russen in de Donbas. De Oekraïense autoriteiten verbieden bijvoorbeeld het gebruik van Russisch in scholen en proberen de Russische cultuur compleet uit het land te bannen.”
„Na het uiteenvallen van de Sovjetunie, breidde de NAVO uit. Inmiddels staat het bondgenootschap aan de poorten van Rusland. De Russische interventie is een reactie op die agressie”, vult Slobodan Nikolić, president van de Russische Partij in Servië aan.
Zijn invloed is klein, moet Nikolić teleurgesteld erkennen. „Onze partij wordt geweerd van de staatsmedia. Veel Serviërs weten niet een van ons bestaan.” Nooit lukte het de Russische Partij de kiesdrempel van 3 procent te halen en in het parlement zitting te nemen. Wel zit de partij in elf gemeenteraden. „Wij pleiten voor samenwerking met Rusland”, vat Nikolić zijn standpunt samen. „Wij zijn één volk, hebben één godsdienst en hetzelfde bloed stroomt door onze aderen.”