Hoe worden we (weer) weerbaar?
Afgelopen week verdedigde een van mijn promovendi haar proefschrift in het openbaar. Altijd een feestelijk en ook een beetje spannend moment waarop een jonge wetenschapper in aanwezigheid van collega’s, familie en vrienden met hoogleraren in debat gaat over het onderzoek dat hij of zij de afgelopen jaren heeft verricht. Als promotor leer je zelf ook altijd weer nieuwe dingen van het werk van je promovendi. De meesten van mijn promovendi houden zich bezig met medische onderwerpen rond nieuwe diagnostiek en behandelingsmogelijkheden van ziekten. Maar dit keer lag het onderwerp op het snijvlak van geneeskunde en psychologie. Het ging over het thema ”weerbaarheid in relatie tot ziekte”.
Mensen met een chronische ziekte worden in onze maatschappij vaak als kwetsbaar beschouwd, soms zelfs als zielig. Onze samenleving vraagt om grote en sterke mensen die tegen een stootje kunnen. Ook in opvoedingskringen leeft vaak het idee dat kinderen weerbaar moeten worden opgevoed. Als je kinderen te veel ”pampert”, kweek je een ”patatgeneratie”, zo hoor je soms. Weerbaarheid wordt vaak gezien als een eigenschap van een persoon. Iemand is een kwetsbaar figuur en we zoeken een weerbare minister-president die in alle gevallen staande blijft.
Uit het onderzoek blijkt echter dat weerbaarheid helemaal geen vastliggende eigenschap is die iemand wel of niet heeft. Weerbaarheid geeft aan hoe iemand omgaat met tegenslagen (zoals ziekte). Dit is sterk afhankelijk van iemands omstandigheden en kan ook sterk variëren in de tijd.
Persoonlijkheidsfactoren zijn belangrijk als het gaat over iemands weerbaarheid. Zelfvertrouwen, intelligentie, doorzettingsvermogen, optimisme, flexibiliteit, invoelingsvermogen en sociale vaardigheden spelen zeker een rol in hoe iemand zich in onze complexe maatschappij weet staande te houden. Voor een deel zijn dergelijke eigenschappen aangeboren, voor een deel hangen ze samen met hoe we zijn opgevoed en in onze jeugd zijn gevormd. Maar als dit het enige zou zijn, dan zou weerbaarheid tot op bepaalde hoogte maakbaar zijn.
Voor mensen met een chronische ziekte spelen ook heel andere factoren mee. Als je chronisch benauwd bent, voortdurend pijnklachten hebt of door een tekort aan spierkracht aan een rolstoel gebonden bent, heeft dat veel invloed op je dagelijks leven. Toch blijkt dat mensen met zulke beperkingen soms ongelooflijk goed met tegenslagen kunnen omgaan. Onze promovendus liet zien dat maar een kwart van alle kinderen met dergelijke aandoeningen zichzelf als ziek beschouwt. Voor het merendeel speelt ziekte maar een heel beperkte rol als het gaat om weerbaarheid.
Nog drie andere factoren hebben grote invloed op hoe iemand kan omgaan met tegenslagen. In de eerste plaats is er een belangrijke rol voor ouders en gezin. Kinderen worden het meest weerbaar als ze opgroeien in een gezin met steunende ouders, die een veilige omgeving bieden en aandacht hebben voor de individuele behoeften van hun kinderen. Kinderen worden kwetsbaar bij gebrek aan stabiliteit en veiligheid, bij ouders die alleen maar oordelen en met zichzelf bezig zijn, zonder zich in hun kind te verdiepen.
Als tweede factor komen lotgenoten naar voren. Wanneer mensen hun ervaringen tijdens tegenslagen met anderen kunnen delen, maakt dat hen beter in staat om tegenslagen te verwerken. De wetenschap dat je er niet alleen voor staat, dat anderen jou begrijpen en herkennen, maakt je niet kwetsbaar maar juist weerbaar. Juist met je eigen verdriet of verlies kun je anderen tot steun zijn en versterken.
Ten derde speelt ook onze sociale omgeving een grote rol. Mensen met goede vrienden, kinderen die op een fijne school zitten of in een sociale buurt wonen, kunnen beter omgaan met tegenslagen dan anderen. Er zijn heel wat wetenschappelijke gegevens die laten zien dat ook verbondenheid door geloof en religie mensen veerkracht geeft in het dagelijks leven.
En zo leverde ook deze promotie weer een paar belangrijke lessen op: Niemand is onkwetsbaar. Onze weerbaarheid hangt in hoge mate samen met onze aanleg en gezondheid, maar ook met hoe de omgeving zich verhoudt tot het individu. Mensen kunnen elkaar helpen om weerbaar te zijn en om goed met tegenslag, verlies of ziekte te kunnen omgaan: stop energie in elkaar binnen het gezin, organiseer lotgenotencontact in je gemeente en heb oog voor elkaar in je werk, op school en in de nabije omgeving. Iemand die dan vandaag kwetsbaar mag zijn, is wellicht morgen weer een stukje weerbaarder.
De auteur is hoogleraar kinderlongziekten.