Wensdenken nieuwe coalitie niet alleen maar negatief
Wensdenken, smaalden critici toen de inkt van het hoofdlijnenakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB nog maar net was opgedroogd. Oftewel: een onsamenhangend geheel, vol van dromen en vergezichten, die alles bij elkaar een valse voorstelling van zaken gaven.
De doorrekening van het Centraal Planbureau (CPB), die volgde op de openbaarmaking van het akkoord, haalde de kou deels uit de lucht. De rekenmeester had wat mitsen en maren, maar zag de overheidsfinanciën niet onmiddellijk ontsporen. Oud-informateur Van Zwol gaf toe dat de asielparagraaf weliswaar niet van a tot z juridisch was getoetst, maar benadrukte wel dat de partijen hiervoor hadden voortgeborduurd op een paar gezaghebbende studies. Iets meer dan alleen wensdenken, dus.
Toch signaleren sommigen nog altijd een waterscheiding tussen een oude en een nieuwe politiek: een oude politiek die tijdens kabinetsformaties tenminste nog eerlijk en gedegen te werk ging en een nieuwe die zich overgeeft aan luchtkastelen. Dat is echter kortzichtig, want wensdenken en politiek bedrijven horen bij elkaar.
Tijdens de formatie van 2012 omarmden de PvdA’ers de VVD-mythe van de participatiesamenleving. Nu het piept en kraakt in de (ouderen)zorg beamen ze achteraf: het was wensdenken, waren we maar niet zo naïef geweest.
Is wensdenken dan alleen oké als je je er als politicus tegen beter weten in aan overgeeft om zo een onderhandelingsakkoord tot stand te brengen? Ook dat is nog maar de vraag. Als wensdenken niet meer mag, wat is dan nog wel een valide maatstaf voor het politieke denken en handelen?
Het nieuwe kabinet wil in Europa een (tijdelijke) uitzonderingspositie bepleiten op de beleidsterreinen landbouw en asiel. Het klinkt dan inderdaad heel gedegen om dat de grond in te boren met het argument: „Iedereen weet dat daar in Brussel geen enkele speelruimte voor is!”
Voor de beleidsperiode 2019-2024 klopt dat inderdaad: landbouwminister Adema kreeg bijvoorbeeld overal nul op het rekest. Maar kwam dat deels ook niet doordat de landbouwzaken waar hij voor streed niet in de portefeuille van de landbouwcommissaris vielen, maar in die van zijn als groen bekendstaande collega Sinkevičius van Milieu? Met andere woorden, wat als de toekomstige landbouwcommissaris de overtuiging is toegedaan dat Europa met een stevige strategie voor meer voedselzekerheid moet komen en boeren meer respijt moet gunnen om te verduurzamen? Niet alles is kortom zwart-wit.
Eén ding staat vast: een politiek die wensdenken taboe verklaart, ontaardt vroeg of laat in een technocratische politiek van ”kan niet, mag niet”. En als de politieke aardverschuiving van 22 november ergens door wordt verklaard, dan toch wel door de wens van veel kiezers om daarmee af te rekenen.
Toegegeven, wie zegt dat politiek alleen maar wensdenken is, slaat door. Maar als politici hun doen en laten kruiden met wat wensdenken en verder met beide benen op de grond blijven, is dat echt zo gek nog niet.