Zorgen bij christenen VS over nieuwe antisemitismewet
Bijbelgetrouwe christenen in Amerika, maar niet alleen zij, zijn bezorgd over de felle protesten tegen Israël in hun land. Maar ze zijn dat evenzeer over een nieuwe wet, bedoeld om antisemitisme aan te pakken. „Zelfs het Nieuwe Testament is daardoor verdacht.”
„Goede bedoelingen staan niet garant voor goede wetten”, zegt de bekende baptist en opinieleider Albert Mohler. Hij heeft begrip voor de motieven van conservatieve Republikeinen die recent de Antisemitism Awareness Act (AAA) tegen Jodenhaat mede hebben ingediend en goedgekeurd. Ze deden dit uit zorg over de recente hevige pro-Palestijnse protesten op Amerikaanse universiteiten.
Met overweldigende meerderheid (320 vóór en 91 tegen) heeft het Huis van Afgevaardigden de wet aangenomen. Zowel Democraten als Republikeinen steunen de wet dus. Die unieke uitkomst illustreert dat het urgentiebesef breed bij Congresleden leeft. Gewoonlijk wordt immers langs partijlijnen gestemd. De wet ligt nu ter beoordeling bij de Senaat. Nog onduidelijk is wanneer die daar in stemming wordt gebracht en hoe deze zal verlopen.
Haat
De wet verbiedt antisemitisme in allerlei vormen. Basis voor de AAA is de definitie van antisemitisme die is opgesteld door de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA). Deze intergouvernementele organisatie, gevestigd in Stockholm, ziet toe op handhaving van antidiscriminatiewetten.
De IHRA omschrijft antisemitisme als „een bepaalde perceptie van Joden die tot uiting kan komen als een gevoel van haat jegens Joden”. Voorbeelden daarvan zijn volgens de alliantie „beschuldigingen dat Joden als volk verantwoordelijk zijn voor echt of vermeend wangedrag dat is begaan door een enkele Jood of door een groep” en „het maken van ontmenselijkende, demoniserende of stereotype beschuldigingen richting de Joden”. Deze definitie is in 2016 aanvaard door 35 lidstaten van de IHRA, waaronder ook de VS en Israël.
Als de wet door de Senaat wordt goedgekeurd, is een van de effecten dat het ministerie van Onderwijs verplicht is deze te hanteren bij het beoordelen of onderwijsinstellingen in beleid, lesprogramma’s en andere activiteiten voldoende doen om antisemitisme te bestrijden. Is dat niet het geval, dan kunnen zij hun federale subsidie kwijtraken.
Joodse hoogleraren
Hoewel de steun voor de wet in het Huis van Afgevaardigden groot is, leven er ook bezwaren. Opvallend is dat deze zowel bij progressieve Democraten als bij een deel van de conservatieve Republikeinen worden gevonden.
Democraten die tegen de wet stemden zijn bezorgd dat met de AAA elk protest tegen Israëls politieke en militaire optreden in de kiem wordt gesmoord. Zij vinden dat een ontoelaatbare beperking van de vrijheid van meningsuiting.
Dezelfde zorg leeft bij een aantal Joden in de VS. Dinsdag hebben 1200 Joodse hoogleraren in een verklaring de Senaat opgeroepen de AAA niet goed te keuren. Hun bezwaar is dat daarmee discussie over het beleid van de staat Israël verboden wordt. In de verklaring staat: „Kritiek op de staat Israël, de Israëlische regering, het beleid van de Israëlische regering of de zionistische ideologie is op zichzelf niet antisemitisch.”
Kruisiging
Bij de groep bezwaarde Republikeinen is er de zorg dat met deze wet „de verkondiging van de Bijbelse boodschap onmogelijk wordt gemaakt”. Dat is inderdaad niet denkbeeldig. De Anti-Defamation League, een seculiere organisatie in de VS die opkomt voor de vrije meningsuiting, stelt dat „de bewering dat Joden Jezus hebben gekruisigd een antisemitische mythe is die al eeuwenlang wordt gebruikt om geweld tegen Joden te rechtvaardigen”.
Met name spraakmakende Republikeinse afgevaardigden als Matt Gaetz uit Florida en Marjorie Taylor Greene uit Georgia zijn fel in hun verzet. Laatstgenoemde zegt dat ze vreest dat de AAA „christenen zou kunnen beschuldigen van antisemitisme omdat ze het Evangelie geloven dat de Joden Jezus hebben gekruisigd”.
„Ik vrees dat de AAA christenen zou kunnen beschuldigen van antisemitisme omdat ze het Evangelie geloven dat de Joden Jezus hebben gekruisigd ” - Marjorie Taylor Greene, Republikeins afgevaardigde uit Georgia
Gaetz vindt de wet „belachelijk”. Op sociale media waarschuwt hij dat „het Evangelie zelf valt onder de gebruikte definitie van antisemitisme”. Ook hij verwijst daarbij naar de geschiedenis van de kruisiging van Jezus. Daar voegt hij aan toe: „De Bijbel is hier duidelijk over. Dit is geen mythe.”
Secularisten
Albert Mohler deelt die zorg. Hij wijst erop dat de IHRA als voorbeeld van antisemitisme heel concreet noemt de beschuldiging aan de Joden dat ze Jezus kruisigden. Daarbij geeft hij toe dat in het verleden dit verwijt heeft geleid tot uitbarstingen van Jodenhaat. Maar tegelijk waarschuwt hij dat de wet aangegrepen kan worden om „de eenvoudige prediking van het Evangelie” aan te pakken. Hij vreest zelfs dat activisten het hele Nieuwe Testament onder verdenking zullen stellen, „te beginnen met het Evangelie van Johannes”.
Mohler stelt dat het erop lijkt dat de IHRA-definitie is geconstrueerd „om de doelstellingen van de liberale theologie te dienen”.
Klip-en-klaar zegt Mohler dat zijn bezwaren tegen de AAA „niet gebaseerd zijn op enige steun voor haatdragende en haatzaaiende uitlatingen. Antisemitisme is een van de meest weerzinwekkende vormen van haat die de mensheid kent. Die moet aan de kaak worden gesteld. Maar is deze wetgeving nu wel de juiste manier om dat te doen?”
De wet zal volgens Mohler nog gevaarlijker zijn in handen van „moderne secularisten”. Hij is bezorgd dat een agressieve regering en progressieve rechters deze wet gaan gebruiken ter realisering van hun eigen ideologische doelstelling. „Stel je eens voor wat een activistische rechterlijke macht, gevoed door passie om de conservatieve mening te knevelen, met deze wet gaat doen.”