Onopgegraven archeologische schatten dreigen te verdwijnen
Dat klimaatverandering de landbouw raakt of de gezondheid bedreigt is bekend. Maar dat het ook het cultureel erfgoed van Nederland bedreigt? Dat is voor velen nieuw. Monumenten verzakken en ondergronds erfgoed verrot.
Lijkt klimaatverandering ver van je bed? Niets is minder waar, blijkt uit een nieuw rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Nu al hebben droogte, hitte en zware buien grote gevolgen voor het dagelijks leven in Nederland. „Het heeft impact op alle facetten van de samenleving”, zegt Frank van Gaalen, een van de auteurs van het rapport.
Het PBL publiceerde dinsdag een rapportage over risico’s die opdoemen door klimaatverandering. ”Klimaatrisico’s in Nederland” zoomt in op de verschillende klimaatrisico’s en hoe Nederland daarop kan inspelen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om gevaren voor de gezondheid, waterveiligheid, landbouw, natuur en infrastructuur.
Leer, textiel, hout
Vrij onbekend is dat klimaatverandering ook cultureel erfgoed bedreigt. Met name droogte vormt een belangrijk risico. Nederland kampt steeds vaker met droge zomers. Door verdroging verdwijnen archeologische resten in de bodem, bijvoorbeeld uit de Romeinse tijd of de middeleeuwen. Oude materialen –van leer, textiel of hout– rotten weg als deze niet continu onder water staan. Volgens Van Gaalen is het onbekend hoe groot de impact van dit risico is. „Het is nog niet goed in kaart gebracht.” Feit is: ondergronds cultureel erfgoed dat verloren gaat, kan niet meer opgegraven worden.
„We moeten onszelf de vraag stellen: wat vinden we belangrijk bij de verdeling van het schaarse water?” - Frank van Gaalen, onderzoeker Planbureau voor de Leefomgeving
Droogte zorgt er ook voor dat houten funderingen van monumentale panden droog komen te staan. Als het hout aan de lucht wordt blootgesteld, ligt paalrot op de loer. Ook verzakkingen leveren gevaar op. Zulke problemen spelen bij in totaal zo’n 425.000 woningen in vooral klei- en veengebieden. Hieronder vallen ook monumenten. Van Gaalen: „Voor deze beide problemen is nog geen beleid ontwikkeld. Cultureel erfgoed en funderingsschade zitten ook nog niet in de rangorde voor de verdeling van de hoeveelheid water bij waterschaarste. De aanpassing van waterbeheer kan dus een oplossing zijn, maar dat heeft gevolgen voor andere watergebruikers. Het is een verdelingsvraagstuk. Extreme droogte komt steeds vaker voor. Dus we moeten onszelf de vraag stellen: wat vinden we belangrijk bij de verdeling van het schaarse water?”
De onderzoekers beschrijven als voorbeeld het voormalig eiland Schokland. Dat veeneiland kent een bewoningsgeschiedenis van duizenden jaren. De rijke archeologische resten in de bodem kwamen door verdroging onder druk te staan. Langs Schokland is daarom een hydrologische bufferzone aangelegd die verdere verdroging tegengaat.
Sturend
Het PBL adviseert om klimaatadaptatie leidend en sturend te laten zijn voor toekomstig beleid. Zo kunnen klimaatrisico’s in de toekomst worden verkleind. Hierbij is regie van het rijk nodig, aldus het rapport. De onderzoekers noemen concreet de woningbouwopgave. Waar en hoe kan er gebouwd worden, gezien de kans op overstromingen? De laagste plek in een polder ligt dan niet voor de hand. Een manier die wel geschikt is, is het bouwen op terpen.
Volgens het PBL zijn er ook grote keuzes te maken rond het watersysteem. Water is een schaars goed en kent vele functies en gebruikers. Hoe je het water verdeelt vraagt om complexe beslissingen van de politiek. Ook de waterkwaliteit is in het geding. Door klimaatadaptatie leidend te laten zijn, zijn toekomstbestendige oplossingen mogelijk.
De analyse van het PBL is gemaakt op aanvraag van diverse ministeries. Het moet bijdragen aan nieuw beleid om Nederland aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering. Dat heet ook wel klimaatadaptatie. In 2026 verschijnt de nieuwe Nationale Klimaatadaptatiestrategie (NAS).