PostNL verhoogt jaarlijks steevast de postzegeltarieven. Dit doet het postorderbedrijf normaliter in januari. Dat gebeurde ook in januari van dit jaar: toen steeg de postzegelprijs van 1,01 naar 1,09 euro. Vanaf juli moet de consument echter nog wat dieper in de buidel tasten om een brief of een kaartje te versturen.

Waarom verhoogt PostNL de postzegelprijs voor de tweede keer in een jaar?

Het postbedrijf ziet dat steeds minder Nederlanders de gang maken naar de brievenbus. Ten opzichte van een jaar geleden verwerkte PostNL in de eerste maanden van dit jaar 12 procent minder poststukken.

De Postwet schrijft voor dat post op vijf dagen in de week, van dinsdag tot en met zaterdag, bezorgd dient te worden. Ook al hebben postbodes steeds minder post te bezorgen, toch moeten ze vijf keer in de week hun ronde doen. Hierdoor ziet PostNL de kosten per poststuk stijgen.

Overigens, het versturen van een brief naar het buitenland valt vanaf juli ook duurder uit. Dit gaat 1,80 euro kosten in plaats van 1,75 euro. Daarnaast betaalt de consument een euro extra voor een aangetekende brief.

Mag dat zomaar, de postzegelprijs tussentijds verhogen?

PostNL mag de tarieven verhogen, mits het bedrijf maar binnen de door de Autoriteit Consument & Markt (ACM) vastgestelde tariefruimte blijft. Dat is ook na de prijsverhoging in juli het geval, verzekert PostNL. Ieder jaar stelt de ACM een wettelijke tariefruimte vast. Daarbij houdt de marktwaakhond rekening met zaken als het dalende postvolume en de inflatie. In de regel geldt: hoe minder post er wordt verstuurd, hoe hoger de postzegelprijzen.

Betekent de prijsstijging in juli dat PostNL er beroerd voor staat?

PostNL liet maandag weten dat het bedrijfsresultaat –wat er overblijft wanneer de bedrijfskosten worden afgetrokken van de netto-omzet– in het eerste kwartaal van dit jaar 9 miljoen euro negatief was. Een jaar daarvoor was dat nog een positief resultaat van 7 miljoen euro. Ook de omzet viel lager uit: 765 miljoen tegen 783 miljoen euro een jaar eerder.

Nu staat het bedrijf hierdoor niet meteen op omvallen, maar PostNL wil het lek wel snel bovenkrijgen. Er zijn ook wel wat lichtpuntjes. Zo noteerde het postbedrijf een toename van 4,6 procent van het aantal pakketten dat wordt verstuurd. Van die inkomsten moet PostNL het nu vooral hebben.

Precies, PostNL verdient toch best goed aan het rondbrengen van pakketjes?

Het grootste deel van de opbrengsten in de eerste drie maanden van dit jaar kan inderdaad op het conto worden geschreven van de pakketpost. Maar ondanks de volumestijging, daalde de omzet die PostNL verdient met de pakketpost. Dat komt doordat het bedrijf vooral internationale pakketjes te verwerken kreeg, en die leveren minder op.

Zullen postzegels de komende jaren alleen nog maar duurder worden?

Dat is geen uitgemaakte zaak. PostNL kan ook op andere manieren de oplopende kosten drukken. Zo pleit het postbedrijf er al langer voor om de Postwet aan te passen door de verplichte bezorgdagen te verlagen naar drie of zelfs twee per week. Volgens topvrouw Herna Verhagen hebben hier al gesprekken over plaatsgevonden met onder meer politici, vakbonden en het ministerie van Economische Zaken. Mocht PostNL zijn zin krijgen, dan levert dat het bedrijf de nodige financiële ademruimte op.