Verscherpt toezicht bij dodenherdenking
De oorlog in Israël werpt zijn schaduw over de Dodenherdenking in Nederland. Op de Dam in Amsterdam staan zaterdag minder mensen dan anders. Ook andere gemeenten hebben extra maatregelen getroffen.
Gemeentebesturen zijn alert, maar er zijn geen pro-Palestinademonstraties aangekondigd en de meeste gemeenten verwachten geen ongeregeldheden, zo bleek deze week uit een belrondje van het ANP. „In het algemeen gaan we ervan uit dat iedereen, gezien de verschrikkingen die herdacht worden, het fatsoen opbrengt om dit op een gepaste wijze te laten verlopen”, liet de gemeente Vught weten. De voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei riep op de twee minuten stilte te respecteren.
Bij de nationale herdenking op de Dam zijn maximaal 10.000 bezoekers welkom en worden aanwezigen gefouilleerd. Ze moesten van tevoren een plek reserveren en daarbij kiezen voor de kant van het Damrak, goed bereikbaar vanaf het Centraal Station, of de kant van het Rokin, goed bereikbaar vanuit de stad. Op de eerste dag van aanmelding waren rond het middaguur al meer dan 4500 plekken gereserveerd en tegen de avond was de Dam volgeboekt.
De politie controleerde de gegadigden niet op veiligheidsrisico’s. Dat had volgens de Federatie Indische Nederlanders (FIN) wel moeten gebeuren: „De burgemeester zou meer maatregelen moeten nemen om een waardige herdenking te garanderen en dit tuig te stoppen.” Volgens de FIN is onduidelijk waarom een gebiedsverbod en meldingsplicht voor bekende raddraaiers ontbreken.
Demonstratieverbod
Net als in voorgaande jaren geldt een noodverordening: bewoners die uitzicht hebben op de Dam moeten hun ramen en deuren gesloten houden en mogen niet op hun dakterras of balkon staan. Daarnaast is het dit jaar niet toegestaan vlaggen, borden of geluidsversterkende apparatuur mee te nemen.
In de buurt van de Dam zijn geen demonstraties toegestaan. Burgemeester Halsema weersprak rechtsgeleerden die vinden dat dit verbod in strijd is met de grondwettelijke vrijheid van meningsuiting: „Het gaat om een breekbaar moment. Dan rouwen we gezamenlijk en dan kan iemand makkelijk gaan schreeuwen. We hebben grote zorg dat mensen zich zo gaan roeren dat anderen zeer geëmotioneerd raken en er onlusten ontstaan.”
Nog geen twee maanden geleden werd de opening van het Nationaal Holocaustmuseum in Amsterdam overschaduwd door protest tegen het optreden van Israël tegen Hamasterroristen in de Gazastrook.
Verscherpt toezicht
In Den Haag houdt de politie tijdens de herdenkingen „verscherpt toezicht”. Ook houdt ze sociale media in de gaten en wordt er ingegrepen als daar aanleiding toe is. Utrecht is bij de herdenking op het Domplein extra alert en noemt dat „vanzelfsprekend, gezien alles wat er in de wereld gebeurt”. Ook Arnhem liet weten „scherper op eventuele verstoringen” te letten.
In Wageningen wilde een woordvoerder tegenover de media alleen kwijt dat „met heel veel scenario’s rekening wordt gehouden”. De Oorlogsgravenstichting nam voor de herdenking bij Nationaal Ereveld Loenen extra maatregelen.
Vrijheidsonderzoek
Oorlog is het thema waar de Nederlandse bevolking zich het meest zorgen over maakt, en die zorgen nemen flink toe (van 38 procent in 2022 naar 56 procent in 2024), zo bleek vorige week uit het Nationaal Vrijheidsonderzoek (NVO). Aan het onderzoek, dat sinds 2001 jaarlijks wordt uitgevoerd in opdracht van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, deden ruim 1100 mensen van 16 jaar en ouder mee.
Door de aandacht voor oorlogsgeweld worden onderwerpen als besmettelijke ziekten en klimaatverandering als minder prangend ervaren dan in 2022 (respectievelijk van 27 naar 12 procent en van 43 naar 37 procent).
Net als voorgaande jaren geeft een groot deel van de Nederlandse bevolking aan de nationale herdenking en Bevrijdingsdag belangrijk te vinden. Van de ondervraagden gaat 10 procent naar een herdenkingsbijeenkomst.