Geen enkel slachtoffer mag worden vergeten. Daarom leggen kinderen een gerbera op elk graf van Nationaal Ereveld Loenen. In de stromende regen.
Links en rechts langs de zandpaden van Ereveld Loenen liggen grafstenen van geel-grijs graniet. Met namen en jaartallen. Soms een functie. Sergeant. Luitenant-ter-zee. Sommige stenen zijn voorzien van een kruis. Andere van Hebreeuwse letters.
Het contrast is groot. Het ereveld met bijna 4000 oorlogsgraven spreekt de taal van de dood. Verstild. Versteend. Maar alles in de ontluikende natuur van de nationale begraafplaats in het glooiende bosgebied spreekt van nieuw leven. Fris en groen.
Gehaast lopen groepjes kinderen over de wandelpaden. Op elk oorlogsgraf leggen ze een bloem. Een gerbera. Oranje, donkerroze of rood. Met lange, groene stelen. „Een eerbetoon”, legt Hélène Briaire van de Oorlogsgravenstichting uit. Sommige graven in Loenen zijn geadopteerd, andere krijgen nooit aandacht. „Iedereen die hier ligt, heeft zijn leven gegeven voor onze vrijheid. Niemand mag daarom vergeten worden.”
„Mogen we nog stilstaan bij oorlog en vrede?” - Hélène Briaire, woordvoerder Oorlogsgravenstichting
Zware regenbuien drijven over. Plassen vullen de paden. Elvira (10) en Marinke (12) Schoterman uit Emst lopen met oranje gerbera’s van graf tot graf. „We leggen de bloem neer, doen een stap terug en staan even stil.” Iets verderop verloopt het ritueel gehaaster. De twee zussen –één blauwe, één rode regencape– helpen voor de vierde of vijfde keer bij de bloemlegging. Marinke en Elvira weten precies waarom ze het doen. „Het is belangrijk om mensen te herdenken die hun leven hebben gegeven voor onze vrijheid.”
Met elektrische golfkarretjes brengt de Oorlogsgravenstichting emmers vol gerbera’s rond. De kinderen verdelen de bloemen over de graven van de oorlogsslachtoffers. Burger of militair. Omgekomen in de Tweede Wereldoorlog, in Nederlands-Indië of tijdens vredesmissies. „Kijk, hier zijn we er nog twee vergeten”, wijst Schoterman. „Even onthouden.”
Iets verderop lopen Quinten (14), Julia (12), Finn (10) en Sarah (7) Woolderink uit Wierden. Quinten is voor het eerst in Loenen. Op het erehof in Wierden voor geallieerden heeft hij vaker geholpen bij het schoonmaken van graven. Helemaal verwonderlijk is hun betrokkenheid niet. Pa Peter Woolderink (44) werkt bij de Oorlogsgravenstichting.
Het viertal laat zich niet weerhouden door de regen. „Ik ben wel wat gewend”, zegt Quinten. Samen hebben ze zeker zeven bossen van pakweg tien gerbera’s weggelegd. „Juul, ik hoor dat we de bloemen naar links moeten leggen”, zegt Quinten tegen zijn zus. Julia kijkt vertwijfeld naar de platte grafstenen. Met bloemen naar rechts. „Dat ga ik niet meer doen, hoor”, protesteert ze.
Lustrum
De bloemlegging op Ereveld Loenen, voorafgaande aan de Dodenherdenking op 4 mei, vindt dit jaar voor de vijfde keer plaats. „Een lustrum”, zegt Hélène Briaire. Het initiatief dateert uit 2020. De herdenking werd in het coronajaar afgelast. Karin van Dam, de moeder van de in Afghanistan gesneuvelde Timo Smeehuizen, die ook in Loenen begraven ligt, bedacht om alle graven te voorzien van een bloem. Omdat de 2000 tot 3000 bezoekers dat jaar niet konden helpen, riep ze de hulp van de Oorlogsgravenstichting in.
Achter op het ereveld leggen Dana Kerkvliet (9) en Haley Kerger (9) uit Voorburg bloem na bloem. „Ze zijn altijd enthousiast als ik vraag of ze willen helpen”, zegt Patricia Kerger (47). Zoonlief houdt het echter na één keer voor gezien. „Puber, hè…?!” De twee meisje weten waarom ze helpen. „Om de doden uit de oorlog te herdenken” zegt Dana. „Ja, zielig”, vult Haley aan. „Want zij hebben gezorgd voor onze vrijheid.”
„Het beste pleidooi voor vrede is een oorlogsgraf” - John Groenestein, medewerker Oorlogsgravenstichting
In amper drie kwartier is de klus in Loenen geklaard. John Groenestein (61) van de Oorlogsgravenstichting benadrukt het belang van het initiatief. „Het beste pleidooi voor vrede is een oorlogsgraf.”
Ordeverstoring
De Oorlogsgravenstichting houdt rekening met verstoring van de jaarlijkse herdenking van zaterdag . Pro-Palestijnse groepen zouden plechtigheden willen gebruiken voor hun eigen boodschap. De organisatie heeft maatregelen genomen. De politie is zichtbaar en onzichtbaar aanwezig. „We willen er liefst zo min mogelijk ruchtbaarheid aan geven. Het zou heel naar zijn als de herdenking wordt verstoord met politieke acties”, geeft Briaire aan. „Mogen we nog stilstaan bij oorlog en vrede?”