Het werk van de Mbuma Zending in Zimbabwe wordt op dit moment gestempeld door diepe armoede, aldus ds. Bruce Jardine. „We willen de bevolking in deze moeilijke tijden helpen met voedsel.”
Ds. Jardine, predikant van de Free Presbyterian Church of Scotland (FPC), is deze week in Nederland. Samen met ouderling Robert Dickie heeft hij een logeeradres in Dordrecht, waar het gesprek plaatsvindt. Zaterdag spreekt ds. Jardine tijdens de 59e
Mbuma-Zendingsdag in Gorinchem, in plaats van ds. T. Mwedzi uit Zimbabwe, die niet op tijd een visum kon krijgen en dus verhinderd is. Hij zal dan ook het boek ”Mfundisi Tallach, een man met een brandend hart voor zielen” in ontvangst nemen. Dat gaat over ds. Tallach, de eerste blanke zendeling van de Free Presbyterian Church of Scotland, die in 1924 naar Matabeleland ging om daar zendingsarbeid te verrichten. Het is voor het eerst uitgegeven in 2012 in het Engels en nu vertaald in het Nederlands.
Mislukte oogst
Sinds 1924 heeft het werk van de FPC in Zimbabwe zich sterk uitgebreid. De Nederlandse stichting Mbuma Zending ondersteunt dit zendingswerk en belegt jaarlijks een zendingsdag. Ds. Jardine is daar dit jaar aanwezig als vertegenwoordiger van zijn kerk.
De predikant van North Harris is diverse keren op het zendingsveld geweest, het laatst in november 2023. Wat hem daarvan het meest is bijgebleven, is de diepe armoede van de bevolking. „Die stempelt het werk van de zending. Er zijn maar weinig mensen met betaald werk. De meesten zijn keuterboer. Ze hebben vijf à tien koeien en een stukje land en proberen te leven van de opbrengst van de dieren en van de grond. Gods voorzienigheid heeft het zo geleid dat we hier terechtgekomen zijn.”
Hij vertelt dat de situatie steeds erger wordt omdat het dit jaar erg droog is en de oogst mislukt is. Dat bevestigt J. van den Ende, bestuurslid van de Nederlandse stichting, die net terug is van een reis naar het zendingsveld. „De mensen eten daar mais. Gewoonlijk kregen ze drie bakjes per dag. Dat werd door de mislukte oogst verminderd, eerst tot twee, en nu tot één bakje per dag. Kinderen gaan met een lege maag naar school en krijgen pas aan het einde van de dag wat te eten. En er is geen zicht op een nieuwe oogst.”
„Kinderen gaan met een lege maag naar school en krijgen pas aan het einde van de dag wat te eten” - J. van den Ende, bestuurslid Mbuma Zending
Ds. Jardine merkt op dat er momenteel in Zimbabwe overleg gevoerd wordt om de mensen daar te helpen. Van den Ende verwacht dat de Nederlandse stichting gaat bijdragen om de ergste nood te lenigen. Hoe dat gebeurt, is nog niet duidelijk.
Wat ds. Jardine van zijn vorige bezoek ook is bijgebleven, is de gastvrijheid van de bevolking. „Ze hadden echte belangstelling voor mij en wilden mij voedsel geven, hoe weinig ze zelf ook hadden.”
Ziekenhuis
Van den Ende was ook onder de indruk van het Thembiso kindertehuis. „Daar worden kinderen zonder ouders opgevangen. Die zijn er heel wat in Zimbabwe. Sommigen zijn van de straat gehaald, anderen kwamen via het zorgsysteem binnen. Gods Woord is daar voor hen opengegaan, voor velen voor het eerst van hun leven. De Heere heeft het werk gezegend. Uit hen zijn leerkrachten voor de John Tallachschool en medewerkers van het zendingsziekenhuis voortgekomen.”
Hij laat foto’s zien van de verbouwing van het ziekenhuis, die momenteel in volle gang is. „De bevallingsafdeling wordt verbouwd en ruimer opgezet. Ook komt er een nieuwe apotheek. Het werk staat onder de bezielende leiding van Sjoerd Janse. Als er geld genoeg is, worden ook de mannen- en vrouwenafdeling uitgebreid. In het ziekenhuis werken twee Nederlandse artsen: Carolien Janse en Anneke Snoek, en Willie Geurtsen als verpleegkundige. Daarnaast zijn er drie vrijwilligers, waarvan twee stagelopers van het Hoornbeeck College.”
Covenanters
Op alle plaatsen –school, kindertehuis en ziekenhuis– klinkt het Evangelie, maar het belangrijkste blijft het zendingswerk. Ds. Jardine haalt even de precieze informatie erbij. „Op dit moment zijn er twee predikanten uit de eigen bevolking en twee studenten die de opleiding tot predikant volgen. Er zijn zes gemeenten, 47 preekplaatsen, 36 ouderlingen en 12 diakenen. Verder zijn er 402 avondmaalgangers en enkele duizenden volwassen bezoekers van de kerkdiensten. Het aantal is stabiel; op de ene plaats is er iets groei, elders enige daling.
Veel jongeren vertrekken vanwege de armoede naar de grote stad of naar Zuid-Afrika. Dat is weleens moeilijk. Het belangrijkste is dat er vruchten zijn van geloof en bekering, zoals van die vrouw die ik ontmoette. Ze kwam tot geloof toen ze studeerde aan de John Tallachschool.”
De FPC is blij met de Nederlandse steun. „We kunnen niet zonder onze Nederlandse vrienden”, zegt ds. Jardine. „Nederland is me lief. In mijn voorgeslacht bevonden zich covenanters die naar Nederland kwamen. Ik zie de huidige samenwerking als een voortzetting van de mooie contacten van vroeger.”
Van den Ende merkt op dat de offervaardigheid in Nederland voor de Mbuma Zending heel groot is. „Er wordt jaarlijks meer dan 1,5 miljoen euro in ons land voor opgehaald. Het geld wordt goed besteed. Dit heb ik gezien op het zendingsveld. Kijk, hier zijn de foto’s. Ze komen in het zendingsblad. Ik hoop dat de samenwerking nog lang in stand blijft.”