Trycot Mwedzi is kandidaat in de Free Presbyterian Church (FPC) of Scotland te Zimbabwe. Binnen dit kerkverband is er één predikant, ds. S. Khumalo. „Wij moeten erg veel reizen.”
Op een zondag leidt Mwedzi minstens drie diensten in verschillende dorpen. Dit betekent dat de kandidaat alleen dan al zeker 250 kilometer over oneffen wegen moet rijden. Daarnaast gaat hij doordeweeks meerdere keren voor.
Het is Mwedzi’s gebed dat de Heere in dit nieuwe jaar meer arbeiders naar Zijn wijngaard zal sturen. „Terwijl we een nieuw jaar beginnen, is het mijn verlangen dat Hij mij zal sterken in de zware taken.”
Mwedzi (45) is getrouwd en heeft drie kinderen. Toen hij negen jaar was, ontmoette hij een predikant van de FPC of Scotland in Zimbabwe. „Ik raakte geïnteresseerd in zijn prediking. Na zeven jaar sprak de Heere krachtig tot mij vanuit Zijn Woord. Later wist ik mij geroepen tot predikant.”
Mwedzi rondde afgelopen zomer zijn studie af; hij kreeg daarmee zijn preekbevoegdheid. „Ik heb onlangs een beroep ontvangen van het district rondom de stad Zvishavane, waar ik al zes jaar ouderling ben. Het beroep moet nog worden bevestigd door de classis.”
„De gemeente Zvishavane heeft tien afdelingen in dorpen, die verspreid zijn over een straal van ongeveer 110 kilometer”, legt Mwedzi uit. „Vanwege het tekort aan predikanten in Zimbabwe bezoek ik al deze afdelingen.”
In totaal gaan er ongeveer 230 mensen, verspreid over de 10 afdelingen, naar de FPC, denkt Mwedzi. „Ik probeer zoveel mogelijk diensten te leiden, ook doordeweeks. Voor en na de dienst bezoek ik de zieken.”
Naast deze bezigheden gaat hij naar vacante gemeenten om te preken tijdens de avondmaalstijden. Ook beheert de FPC een ziekenhuis, een kindertehuis en scholen; zo hoopt zij het Woord van God te verspreiden.
Mwedzi: „Ik reis veel. Hierdoor is veel brandstof nodig. Bovendien staat de kleine auto die ik momenteel gebruik, vaak in de garage voor reparaties.”
Zimbabwe is een van de armste landen van Afrika, legt de Zimbabwaanse kandidaat uit. „Doordat er veel geld nodig is voor de brandstof, blijft er weinig over voor het onderhoud van de kerkgebouwen. Twee daarvan hebben dakreparaties nodig.”
„Helaas”, zo zegt Mwedzi, „trekt de FPC weinig jongeren en rijken.” Hij denkt dat dit mede komt door de opkomst van het welvaartsevangelie in het land. „Dit waaide ruim tien jaar geleden over uit Ghana en Nigeria. De meeste mensen worden meegesleept door het welvaartsevangelie; zij hopen op het krijgen van aardse rijkdom”, aldus Mwedzi.
Hij ziet het als een groot gevaar. „De kerk in Zimbabwe ondergaat een geestelijk verval. Er worden valse beloften gedaan. Zo spreekt men in de meeste christelijke kerken niet over zonde.” Dat 84 procent van de Zimbabwaanse bevolking zich als christen identificeert, vindt Mwedzi daarom niet terecht. De druk op jongeren om weg te gaan bij de FPC, neemt toe door deze stroming, zegt hij. „Wanneer zij gaan studeren op de universiteit, komen ze hiermee in aanraking. Velen sluiten zich dan daarbij aan. Sommigen keren na verloop van tijd terug naar de FPC.”
Olifant
Ondanks al deze moeilijkheden ervaart Mwedzi het als Gods genade dat het Evangelie in de kerk niet is veranderd sinds het werd gebracht door de eerste zendeling in 1905. „Het was en is nog steeds de genade van redding door geloof in de Heere Jezus Christus.”
Er mag ook nog steeds vrucht op het werk worden ervaren: „In april ontmoette ik een vrouw in het ziekenhuis te Mbuma die door een olifant gewond was geraakt. Ze heeft in het ziekenhuis pastorale bezoeken gehad. Toen ik haar in oktober weer ontmoette, zag ik tekenen van waarachtige bekering.”
De redactie sprak zes voorgangers van over de hele wereld om hen te vragen hoe zij het nieuwe jaar ingaan. Vandaag portret 5.