De Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD), waar het Europees Parlement op 24 april over stemt, verplicht grote ondernemingen om doorlopend onderzoek (”due diligence”) te doen naar hun eigen bedrijfsactiviteiten en die van de vaste partners waarmee ze samenwerken. Het is de bedoeling dat ze in kaart brengen welke gevolgen die activiteiten hebben voor het milieu en de mensenrechten en dat er passende maatregelen worden genomen als die effecten negatief zijn. Ook moeten ondernemingen een klachtenprocedure inrichten en actief communiceren over hun maatregelen.

Gelijk speelveld

Veel ondernemers hebben duurzaamheid en goed werkgeverschap al hoog in het vaandel staan. Voor hen is deze wetgeving een steun in de rug. Met de CSDDD zorgt Europa eindelijk voor een gelijk spelveld voor ondernemers die hun zaakjes allang op orde hebben. Duurzaam en menswaardig ondernemen is dan niet langer een luxe, alleen weggelegd voor idealisten, maar de norm. Want ook bedrijven van buiten de EU die zaken willen doen op de Europese markt moeten aan de eisen gaan voldoen.

Tegelijk moeten nobele doelen niet leiden tot ondoorzichtige bureaucratie. Kleinere ondernemers hebben al langer last van regeldruk en bijkomende kosten. Maar zij zullen geen last hebben van de nieuwe wet. Deze geldt namelijk alleen voor grote bedrijven met meer dan duizend werknemers en 450 miljoen euro omzet. Zij kunnen extra regels en kosten gemakkelijker opvangen binnen de bedrijfsvoering. Maar ook zij zijn gebaat bij eenduidige Europese wet- en regelgeving. Zo moet worden voorkomen dat innovatie wordt belemmerd door verouderde wetgeving. Onnodige of onwerkbare regels moeten worden aangepast of afgeschaft.

”Europa” als excuus

Tegelijkertijd moeten we bij regels voor ondernemers waken voor (lokale) overheden of ondernemers die onterecht schermen met Europese regels om eigen beleid doorgevoerd te krijgen of die als argument gebruiken om de CSDDD niet te willen. Zo leek het erop dat de Friese pepernoot verboden werd vanwege Europese regels, maar bij navraag bleek er sprake te zijn van misinterpretatie van de regels. Een visboer in Spijkenisse moet elke avond zijn kraam afbreken omdat de gemeente de Dienstenrichtlijn te streng interpreteert. Te vaak wordt ”Europa” als excuus gebruikt om iets niet of juist wel doorgevoerd te krijgen of tegen nieuwe wetgeving te zijn. Dat is niet alleen schadelijk voor ondernemers maar ook voor het aanzien van de EU.

Een eerlijke en vrij toegankelijke Europese interne markt is van groot belang voor Europa in het algemeen en voor Nederland in het bijzonder. Ongeveer driekwart van onze export gaat naar EU-lidstaten. De interne markt kan alleen goed blijven functioneren als er sprake is van een rechtvaardige economie, met heldere en betrouwbare regels. Het CSDDD draagt bij aan die rechtvaardigheid.

Menswaardig

Zo’n economie is alleen mogelijk als we scherpe keuzes maken. Geen ongebreidelde groei maar streven naar een economie van het genoeg. Dat betekent een omslag naar circulariteit en consuminderen en het verkleinen van de afhankelijkheid van landen als China. Ook betekent dit een rem op de ongeremde arbeidsmigratie, van zowel buiten als binnen de EU. En minder distributiecentra waar goedkope spullen uit China verkocht worden.

Als ChristenUnie zien we veel kansen voor ondernemers in de EU als we kiezen voor een relationele economie die verdergaat dan winstmarges en kortetermijnwinsten. Een economie die recht doet aan mensen, gemeenschappen en natuur. Een economie die niet alleen voor harde knaken zorgt maar juist ook voor welzijn. Dat kan met een gelijk speelveld, zodat ondernemers juist op voorsprong staan als ze ondernemen op duurzame en menswaardige wijze. De Europese wet voor verantwoord ondernemen zorgt hiervoor en kan dan ook op volle steun van de ChristenUnie rekenen.

De auteur is lid van het Europees Parlement namens de CU.