Binnenlandtransgenderwet

Kamer wil Transgenderwet niet verruimen; minister wil motie niet uitvoeren

Een nipte meerderheid van 73 tegenover 70 Kamerleden steunde dinsdag een motie van NSC/SGP die het kabinet vraagt een voorstel voor het verruimen van de Transgenderwet binnen een maand in te trekken.

23 April 2024 16:19Gewijzigd op 23 April 2024 20:13
D66-lijsttrekker Rob Jetten ondertekent het Regenboog Stembusakkoord van het COC. beeld ANP, REMKO DE WAAL
D66-lijsttrekker Rob Jetten ondertekent het Regenboog Stembusakkoord van het COC. beeld ANP, REMKO DE WAAL

De wet versoepelt de voorwaarden voor transgender personen om hun geslachtsregistratie bij de burgerlijke stand te wijzigen. Zo wordt de minimumleeftijd van 16 jaar losgelaten en vervalt de eis om vooraf een deskundigenverklaring te overleggen.

Drie weken geleden gooide NSC-Kamerlid Van Vroonhoven de knuppel in het hoenderhok door een motie aan te kondigen, waarin de fractie om intrekking van de wet zou vragen. Toen ze een week later de daad bij het woord voegde, reageerden de fracties van D66, GL-PvdA, SP, Volt en Partij voor de Dieren ontstemd.

Ook verantwoordelijk D66-minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) had voor het initiatief geen goed woord over. „Ik denk niet dat wij zo politiek moeten bedrijven met elkaar. We kunnen inhoudelijk van mening verschillen, maar laten we dat doen in een ordentelijk debat”, zei hij.

Hij is dan ook niet van plan de motie uit te voeren. De bewindsman had het verzoek eerder ontraden en hij blijft daarbij. „Ik heb aangegeven dat ik deze motie niet kan of ga uitvoeren”, laat hij weten. Tegelijk is hij niet van plan om op stappen, zegt hij.

„Zoals ik eerder met de Kamer deelde, vind ik de motie op zowel inhoud als proces onbehoorlijk. Dit wetsvoorstel van mijn voorganger Sander Dekker is goed doordacht en verlaagt de drempel voor transpersonen om zichzelf te zijn. Het is natuurlijk aan eenieder in de Kamer om voor of tegen dit wetsvoorstel te zijn, maar dan wel na een debat”, aldus Weerwind.

Voorafgaand aan de beslissende stemming zetten de bezwaarde fracties hun bezwaren tegen de gang van zaken dinsdag nogmaals uiteen. Kamerlid Wieke Paulusma (D66) sprak van „een geitenpaadje om een inhoudelijk debat over de wet uit de weg te gaan”. Zij vond de gang van zaken „oncollegiaal, onzorgvuldig en onwenselijk”. VVD’er Ulysse Ellian koos zijn woorden anders, maar sprak eveneens uit dat de motie een zorgvuldige wetsbehandeling „waarbij over alle punten diepgaand gedebatteerd kan worden”, doorkruiste.

ChristenUnie-Kamerlid Mirjam Bikker stelde vooraf dat gendervragen in de eerste plaats een zorgvuldige exploratie met een zorgprofessional behoeven, zeker wanneer het jongeren betreft die daarmee kampen. De voorgestelde verruiming van de Transgenderwet biedt daar in haar ogen onvoldoende waarborg voor. Bovendien belast die ambtenaren met een zorgvraag, zo zei Bikker, en geeft het voorstel te weinig rekenschap „van de veranderlijkheid die vragen rondom gender en identiteit bij jongeren kan kenmerken.”

Dankzij Kamerleden van PVV, BBB, ChristenUnie, DENK en FVD kregen NSC en SGP dinsdag toch een meerderheid.

Of het demissionaire kabinet de wet, die kort voor de verkiezingen controversieel werd verklaard, daadwerkelijk intrekt, moet nog blijken. Uiteindelijk is het aan de ministerraad om daarover een standpunt in te nemen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Transgenderwet

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer