„Staatsrecht biedt alle ruimte voor intrekken Transgenderwet”
De aangekondigde verruiming van de Transgenderwet ligt gevoelig, ook in de politiek. Dinsdag spreekt de Tweede Kamer zich uit over de oproep om het voorstel in te trekken.
„Het is klaar”, zei NSC-Kamerlid Nicolien van Vroonhoven donderdag gedecideerd. Kinderen onder de zestien de mogelijkheid bieden hun geslachtsregistratie te laten wijzigen van man naar vrouw of andersom? De eis schrappen dat volwassenen die datzelfde willen een deskundigenverklaring moeten overleggen? De partij van Omtzigt wil niet langer beraadslagen over een wet die dat als doel heeft en die een VVD- en een D66-minister drie jaar geleden indienden.
De oproep aan het kabinet om het voorstel in te trekken, ligt inmiddels in de Kamer. Dinsdag wordt er gestemd.
Hoogst ongebruikelijk is de gang van zaken niet. In 2010 haalde de VVD haar handtekening weg onder een initiatiefwet die het blasfemieverbod uit het Wetboek van Strafrecht moest schrappen. Reden: de gedoogsteun van de SGP moest worden veiliggesteld. In 2017 kon onderwijsminister Sander Dekker ternauwernood nog een omstreden onderwijswet terugtrekken. Die zou regelen dat het wel of niet oprichten dan wel in stand houden van een school niet langer meer zou afhangen van haar richting. Dat was tegen het zere been van de CU, die nodig was voor Rutte III.
Werd over het intrekken van deze wetten beraadslaagd in de beslotenheid van de kabinetsformatie, NSC knokt met open vizier. De partij kiest daarmee bewust voor een publieke krachtmeting.
Of NSC dinsdag een meerderheid achter zich krijgt, is de vraag. De SGP, die de motie inmiddels mede ondersteunt , is voor. Voor PVV, BBB, DENK, FVD en JA21 geldt naar verwachting hetzelfde. Met die stand van zaken geeft de stem van de VVD de doorslag, maar media die de liberale partij deze week al in het voor-kamp schaarden, vonden woordvoerder Ulysse Ellian op hun weg. Ja, schreef hij op de berichtendienst X, in antwoord op een vraag van GroenLinks-PvdA had hij donderdag globaal geschetst hoe zijn partij erin staat. Maar uit zijn woorden kon nog geen definitief standpunt worden opgemaakt.
Terzijde, de stem van de VVD is ook bepalend voor een concurrerende motie van de Partij voor de Dieren. Die beoogt het tegendeel, namelijk dat het kabinet het voorstel om de Transgenderwet te wijzigen gewoon op de agenda houdt en intussen de ervaringen in landen die al met een verruimde Transgenderwet werken nog eens inventariseert.
Stemt de VVD tegen beide moties dan verandert er dinsdag niets.
Normale route
Aanvaardt de Kamer de NSC-motie toch, dan is dat nog geen garantie dat de wet wordt ingetrokken, tekent Paul Bovend’Eert aan. „Het kabinet is niet verplicht een aangenomen motie uit te voeren”, verduidelijkt de hoogleraar staatsrecht uit Nijmegen. Omdat de Tweede Kamer het voorstel vóór de verkiezingen controversieel verklaarde, was wachten op de standpuntbepaling van het nieuwe kabinet de normale route geweest, zegt Bovend’Eert. Tegelijk zegt hij de ontzette reacties van de Partij voor de Dieren, GL-PvdA en SP op de motie niet te delen. „Ik zie niet in waarom datgene wat NSC nu doet schandalig zou zijn.”
Iets strenger in de leer is zijn Nijmeegse collega-hoogleraar staatsrecht Hansko Broeksteeg. Hij beaamt dat de Kamer het volste recht heeft om bij te sturen. Maar een voorstel om de beraadslaging te versnellen en dan te stemmen, was „zuiverder” geweest, zegt hij. „Nu zegt de Kamer als het ware: Kabinet, u mag niets. Of nee, wacht, u moet het voorstel intrekken.”
Vreemd is het niet als een nieuwgekozen Kamer na verkiezingen gaat morrelen aan wetten om zo een politiek statement te maken, zegt Bovend’Eert. „Er is dan een grote profileringsdrang, zeker bij formerende partijen.” In Duitsland en Amerika is de speelruimte van het parlement in dat opzicht volgens hem veel beperkter. „Daar vervallen alle wetten die nog lopen na de verkiezingen, zodat een nieuw kabinet met een schone lei begint. Hier niet, dus wat een partij als NSC nu doet, roepen we een beetje over onszelf af.”
„Ik zie niet in waarom datgene wat NSC nu doet schandalig zou zijn” - Paul Bovend’Eert, hoogleraar staatsrecht
„Voorstel om beraadslaging te versnellen en dan te stemmen, was zuiverder geweest” - Hansko Broeksteeg, hoogleraar staatsrecht