NSC oogst woedende reacties met voorstel intrekken Transgenderwet
Het kabinet moet de voorgenomen wijziging van de Transgenderwet intrekken, bepleitte NSC vorige week. In de Tweede Kamer maakte het voorstel donderdag verontwaardigde reacties los.
„Deze wet is controversieel verklaard”, foeterde D66-Kamerlid Sneller. „Dan kun je hem toch niet intrekken, voordat de gedachtewisseling op een fatsoenlijke manier is afgerond.” Zijn voorstel is dat de Kamer de wetsbehandeling hervat en dat NSC de motie, die intussen is medeondertekend door de SGP, tot die tijd aanhoudt.
Ook Kamerlid Kostić noemde de door NSC voorgestelde procedure onzorgvuldig, maar haar verwijt dat de NSC- fractie niet met de lhbti-gemeenschap van gedachten zou willen wisselen over de beweegredenen achter het intrekkingsvoorstel wierp NSC-Kamerlid Van Vroonhoven verre van zich. Ze verduidelijkte dat NSC de voorgestelde wijziging onvoldoende evenwichtig vindt, maar benadrukte dat de fractie van Pieter Omtzigt wel vierkant achter de huidige Transgenderwet staat. Die bepaalt dat transgender personen de geslachtsregistratie in hun geboorteakte kunnen laten wijzigen van man naar vrouw of andersom, mits ze daarbij een deskundigenverklaring overleggen en ouder zijn dan 16.
Het in 2021 ingediende voorstel schrapt beide voorwaarden.
Ook de Kamerleden Mutluer (GL-PvdA) en Van Nispen (SP) vroegen NSC de motie in te trekken, totdat het debat over de wetswijziging inhoudelijk is afgerond. „Mijn fractie heeft bij de wetsbehandeling kritische vragen gesteld, omdat we van de minister wilden weten: Wat is er nou waar van bepaalde beelden over de mogelijke gevolgen van deze wet? Zoals bijvoorbeeld dat die de veiligheid van vrouwen in gevaar kan brengen, doordat mannen zich dankzij deze wet makkelijker als vrouwen voor kunnen doen om zich zo toegang te verschaffen tot vrouwentoiletten of vrouwengevangenissen. En mijn vraag aan mevrouw Van Vroonhoven is: Waarom ontneemt zij mij de mogelijkheid om antwoorden te krijgen? Dit deugt niet”, aldus Van Nispen. Hij wil dat de fractie van NSC alsnog kiest voor „de nette, parlementaire weg”, dat wil zeggen: de wetsbehandeling afronden en dan stemmen.
Mutluer probeerde VVD-woordvoerder Ellian, die zich afzijdig hield van het debat, te verleiden tot een stellingname over de motie van NSC, maar die hield zich op de vlakte. „Het verzoek om intrekking verdient bepaald geen schoonheidsprijs, maar wat ik ook van de motie vind, we moeten hem wel gewoon in de fractie bespreken. De realiteit is dat die er nu ligt”, zei hij. Op het stemgedrag van de VVD wilde Ellian nog niet vooruitlopen.
Ook verantwoordelijk D66-minister Weerwind (Rechtsbescherming) riep NSC op de motie in te trekken. „We kunnen inhoudelijk van mening verschillen, maar ik denk niet dat we zo politiek moeten bedrijven met elkaar. Laten we dit besluiten in een ordentelijk debat”, zei hij. Weerwind wees erop dat het uiteindelijke besluit om de wet al dan niet in te trekken aan de ministerraad is. Die krijgt vrijdag van hem een negatief advies, verzekerde hij. „Ik kan hier niet achter staan.”
Tegenvoorstel
In een ultieme poging de wet nog even in de lucht te houden kwamen PvdD, GL-PvdA, D66, Volt en SP met een tegenvoorstel. Daarin spreken de vijf uit dat Kamer en regering tot taak hebben om wetten zorgvuldig te behandelen, ongeacht politieke standpunten, dat er ruimte moet zijn voor debat en dat de Kamer om een weloverwogen besluit te kunnen nemen goed geïnformeerd moet worden. Concreet luidt het voorstel van de vijf dat het kabinet de kritische vragen die de Tweede Kamer in september 2022 over de wet heeft gesteld op korte termijn beantwoordt en daarvoor ook te rade gaat bij experts uit landen waar al een wet van kracht is die lijkt op de gewijzigde wet zoals die het kabinet- Rutte III voor ogen stond.
Stemt de Kamer daarmee in, dan blijft de wet nog even op de agenda en is de besluitvorming vooralsnog ongewis. Dinsdag is vooralsnog de dag waarop er knopen worden doorgehakt.
„Wat ik ook van de motie vind, de realiteit is dat die er nu ligt” - Ulysse Ellian, Tweede Kamerlid VVD