Hoe Nancy Groeneveld paarden en koeien redde
Agressieve chihuahua’s, terrorzwanen en onderkoelde paarden: Nancy Groeneveld heeft als vrijwilliger van de Rotterdamse dierenambulance heel wat meegemaakt. Over haar 25-jarige dienst schreef ze het boek ”Blaffende honden bijten soms”.
Een van de spannender verhalen van het boek is de manegebrand in Ridderkerk. Ze beschrijft hoe ze na de melding van deze brand richting de manege racete. De dierenambulance mag in zo’n situatie niet door rood rijden, geen zwaailicht aanzetten en niet harder gaan dan de maximumsnelheid, maar op die koude winteravond lapte ze al die regels aan haar laars.
Als ze aankomt zijn er al tientallen paarden uit de stal bevrijd. Ze staat op de donkere landweg naast een sloot als ze plots een onheilspellend geroffel hoort. Tientallen doodsbange paarden galopperen op haar af. Door flink met haar armen te zwaaien weet ze de angstige dieren tot stilstand te brengen.
Hoewel alle dieren uit de manege werden bevrijd, was een groot aantal paarden in de ijskoude sloot beland. Uiteindelijk krijgen ze de rossen weer op het droge. Waarna ze zonder na te denken een deken van een kletsnatte, bibberende agent afpakt om een van de onderkoelde dieren op te warmen.
Gifslangen
In haar kwarteeuw als vrijwilliger bij de dierenambulance heeft Groeneveld naast op hol geslagen paarden ook andere gevaarlijke situaties meegemaakt. Op een dag kreeg ze verschillende meldingen binnen dat er slangen, mogelijk gifslangen, waren gespot in het Valckesteynse Bos in Poortugaal, een dorp nabij Rotterdam.
Samen met een paar slangenkenners deed Groeneveld een poging om de reptielen te vinden. Uiteindelijk worden de slangen gevangen. Het blijken zeer giftige Aspisadders te zijn. Een slang die niet in de Nederlandse natuur voorkomt. Een beet van deze slang kan zeer grote gevolgen hebben. Groeneveld vreest dat er nog andere adders in het bos overgebleven zijn die zich weer kunnen vermenigvuldigen. En jaren later blijkt dit het geval te zijn, als er in hetzelfde bos een aantal van deze adders gevonden wordt.
In haar boek beschrijft Groeneveld meerdere aanvaringen met slangen, In 2014 was er een Naja Nivea uit een terrarium ontsnapt. Een beet van deze Kaapse cobra kan dodelijk zijn. Na enkele dagen werd het dier gevonden in de schuur van de buurman van de slangenliefhebber.
Wilde koe
Als Groeneveld op vakantie is, heeft ze ook oog voor dieren. Ze was op rondreis in Spanje toen ze stuitte op iets merkwaardigs. Een Spanjaard was bezig een wilde koe met grote horens te helpen, die in een diepe watergoot lag en niet meer in staat was om op te staan. Snel nam ze leiding over deze reddingsactie en greep ze letterlijk en figuurlijk de koe bij de horens. Ze draaide de kop van de koe, het lichaam bewoog mee en de koe kwam vrij.
De koe kwam echter zo snel overeind dat Groeneveld zich niet op tijd uit de voeten kon maken. Het dier ramde haar tegen de auto van de Spanjaard; de horens misten haar buik maar net. De koe keerde zich vervolgens om, liep Groeneveld omver en vluchtte. Haar knie werd hierbij geraakt en haar vriend bracht haar snel naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Waar de medewerkers haar lachend bestempelden als torero, stierenvechter.
Het incident heeft haar liefde voor dieren niet verminderd. Het boek, uitgegeven door Just Publishers, staat boordevol met soortgelijke grappige, spannende en soms treurige anekdotes die Groeneveld op een smeuïge manier beschrijft. Of het nu gaat over katten vangen tussen de wietplanten of het opsporen van ontsnapte gifslangen, Groeneveld weet de spanning vast te houden.
„Het is zorgelijk dat er nu zo’n groot tekort aan vrijwilligers is” - Nancy Groeneveld, vrijwilliger dierenambulance
Nog steeds is Groeneveld blij als ze weer een dienst mag draaien. „Het vrijwilligerswerk bij de dierenambulance is veelzijdig, avontuurlijk en je beleeft veel”, zegt ze desgevraagd. Ze draait eens in de twee weken een avonddienst; voorheen was dit elke week. Ze rijdt dan vanaf haar woonplaats in Brabant richting Rotterdam en begint om vijf uur ’s middags aan de dienst, die rond halfelf ’s avonds weer eindigt.
Ze benadrukt hoe belangrijk deze diensten zijn. „Dagelijks haalt de ambulance loslopende honden en andere dieren op. Als hij dat niet doet, wie doet het dan? Dan zouden er heel veel dieren achterblijven die geen hulp krijgen. Het is zorgelijk dat er nu zo’n groot tekort aan vrijwilligers is, want zonder hen is dit werk onmogelijk.” Met haar boek, gevuld met de bijzondere verhalen van haar 25 jaar dienst, hoopt ze anderen warm te maken voor het vrijwilligerswerk op de dierenambulance.
Blaffende honden bijten soms, Nancy Groeneveld; uitg. Just Publisher; 256 blz.; € 21,99