Help, de jeugd verdwijnt
Vroeger waren grote gezinnen normaal. Wij waren thuis met zes kinderen en daarmee was ons gezin echt geen uitzondering in het dorp. Langzaamaan werden zes kinderen in een gezin steeds meer een zeldzaamheid. Eerst in de grote steden, geleidelijk aan ook in de Biblebelt. Een groot aantal kinderen wordt nu alleen nog gezien als een soort karikatuur voor de reformatorische gezindte. Met het toenemen van de welvaart neemt het kinderaantal af.
Wellicht heeft dit te maken met de oorspronkelijke gedachte dat kinderen voor ouders een verzekering van zorg zijn voor de oude dag. Nu we leven in een tijd waarin we alle zorg voor later kunnen inkopen en ons ervoor kunnen verzekeren, is het hebben van veel kinderen kennelijk niet meer zo nodig. En we geven ons geld vandaag liever uit aan eigen welvaart en vakanties dan aan verzorgings- en studiekosten voor kinderen. „Kinderen zijn niet meer te betalen”, hoor ik soms om me heen.
Los van alle individuele overwegingen lijkt dit afnemende kindertal toch ook gevolgen te gaan hebben voor de hele samenleving. Afgelopen maand publiceerde de Global Burden of Disease Study een alarmerend rapport over afnemende kinderaantallen en de wereldwijde gevolgen hiervan. Het rapport beschrijft de geboortegegevens van vrijwel de hele wereld vanaf ongeveer 1950 tot heden. Er was steeds sprake van een sterke groei van het aantal kinderen dat ieder jaar wereldwijd werd geboren. In 1950 ongeveer 92 miljoen, in 1980 ongeveer 120 miljoen en op dit moment ongeveer 130 miljoen kinderen per jaar. De wereld wordt steeds voller; dat merken we aan alles om ons heen.
Maar toch is er wat aan de hand. Kinderen worden geboren en ouderen overlijden. Om een bevolking constant te kunnen houden, zouden gemiddeld ongeveer 2,1 kinderen per gezin geboren moeten worden. Is dit zogenoemde vruchtbaarheidsgetal groter, dan neemt de bevolking toe. Is dit getal kleiner, dan neemt de bevolking af. Het blijkt nu dat dit vruchtbaarheidsgetal sterk aan het dalen is. In 1950 werden wereldwijd nog bijna 5 kinderen per gezin geboren, op dit moment nog maar ongeveer 2,2. Dat betekent dus dat in de komende jaren het aantal kinderen dat geboren wordt sterk zal dalen. De schatting is dat in het jaar 2100 het aantal geboren kinderen gehalveerd zal zijn ten opzichte van nu. De wereldbevolking zal dus weer gaan afnemen.
De studie wijst erop dat de gevolgen van deze geboortecijfers vooral zitten in het feit dat het vruchtbaarheidscijfer niet overal even sterk daalt. Op dit moment ligt in bijna de helft van alle landen het vruchtbaarheidscijfer onder de 2,1. Dat betekent dat in die landen de bevolking vergrijst en krimpt. In Nederland en andere westerse landen is dat al sinds de jaren zeventig het geval. Vorige week rapporteerde de NOS nog dat in Nederland steeds meer mannen onder de 30 zich laten steriliseren . Maar in Afrikaanse landen als Niger en Tsjaad ligt het vruchtbaarheidscijfer nog rond de 7 en zal de bevolking in de komende tijd dus nog sterk blijven groeien.
Het onderzoek laat zien dat de welvarende volken kleiner worden en de volken die in armoede leven steeds groter. Dit leidt tot de pijnlijke consequentie dat de armoede in Afrikaanse landen waarschijnlijk alleen maar verder zal toenemen, met als gevolg honger, ziekten, sociale onlusten, terreur en wanorde. Daartegenover is in de westerse wereld de rijkdom belegd bij steeds minder en steeds oudere mensen, met als gevolg meer megalomane projecten en onverdraagzaamheid. De welvaartskloof wordt steeds groter.
Wanneer de rijke landen niet bereid zijn hun welvaart te delen met de landen die in armoede leven, wordt het probleem steeds groter. De wereldwijde migratiestromen zullen begrijpelijkerwijs onstuitbaar toenemen. Ook terrorisme zal hand over hand toenemen. Ziekten zullen zich regelmatig wereldwijd verspreiden. Het milieu zal steeds verder vervuilen.
Het lijkt een doemscenario waar niet aan te ontkomen is en waar wij allemaal debet aan zijn. De gedachten ”eerst ikzelf en dan de kinderen” en ”eerst wijzelf en dan onze naasten” gaan ons reformatorische volksdeel niet voorbij. Gezinnen worden kleiner, kerken krimpen en vergrijzen en de collecte-inkomsten voor de diaconie zijn in veel gemeenten maar een fractie van de collecte-inkomsten voor rente en aflossing. Misschien moeten we ons eens gaan bezinnen!
De auteur is hoogleraar kinderlongziekten.