PKN-verklaring over Israël meer humanitair dan Bijbels
De kerk is geroepen om Gods Woord te vertolken. De auteurs van de Israëlverklaring van de PKN verwijzen echter niet naar een oudtestamentische belofte of een profetenwoord. Omdat de heldere belofte jegens Israël geen verbinding maakt met de gewenste verklaring?
Op Goede Vrijdag, 29 maart, verscheen er op de website van de Protestantse Kerk in Nederland een verklaring over de huidige situatie in en om Israël. Gezegd moet worden dat ondergetekenden René de Reuver, scriba generale synode PKN, en Jurjen de Groot, directeur Kerk in Actie, hun uiterste best hebben gedaan om een weg van woorden te vinden die recht doet aan uitersten en aan allen. Volharding in opvattingen en verharding leiden niet tot een oplossing en tot vrede, zo is de strekking van hun verklaring. Benoemd worden de barbaarse aanslagen van Hamas en de angst en nood die mensen in Gaza en op de Westoever in de greep houden. Palestijnen zijn hun baan in Israël kwijtgeraakt. De angst in Israël dat ”7 oktober” zich zou kunnen herhalen, wordt verwoord. De gegijzelden worden genoemd.
De schrijvers distantiëren zich van steun aan kolonisten op de Westoever en vinden de nederzettingen illegaal. Tegelijk wordt de onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël benadrukt. Steun aan de Joodse gemeenschap in Nederland en aan Palestijnen wordt uitgesproken. Zo beweegt men zich in de verklaring heen en weer, nadruk leggend op humaniteit.
‘Verboden’ terrein
Opmerkelijk is de volgende passage in de verklaring: „De Protestantse Kerk ziet (volken)recht en in internationale verdragen omschreven mensenrechten als het primaire oriëntatiepunt voor de oplossing van het Israëlisch-Palestijns-Arabisch conflict. Een gebruik van religieuze argumenten om grondgebied te claimen, bijvoorbeeld vanuit een visie op ’’Groot-Israël’’, blijft de kerk afwijzen – of zo’n claim nu op joods-zionistische, christen-zionistische of ook islamistische uitgangspunten berust.” Er komt dus nadruk te liggen op het internationaal recht en niet op de Bijbel. Het internationaal recht is echter niet unaniem van mening dat Judea en Samaria illegaal zouden worden bezet. De Reuver en De Groot kiezen partij op een terrein waarvoor zij als kerkbestuur niet geroepen zijn.
Ik vond het nodig om te reageren en heb een brief geschreven aan het moderamen van de synode en de synodeleden. Ik heb waardering uitgesproken voor het feit dat er gepoogd is om woorden te schrijven die voor kerk en samenleving aanvaardbaar zijn, in trouw aan de roeping van de kerk. Ik betreur het dat, terwijl men kritisch is over de politieke loopgraven van waaruit velen spreken, men zich juist op dat politieke terrein begeeft. Dat wordt vooral duidelijk in het citaat, waarin afstand wordt genomen van hen die een beroep doen op de Bijbel. In de verklaring wordt uitsluiting afgewezen maar sluit men zelf wel wegen en mensen uit.
Vergeten groepen
Namens wie schrijven De Reuver en De Groot? Het gaat in de verklaring over de kerk. De verklaring is openbaar en dus een boodschap van de kerk voor de wereld. De wereld kan lezen over een kerk die afstand neemt tot de Bijbel en daarmee tot het fundament waarop deze kerk door de eeuwen heen stond. Ik vraag me af of buiten de kerk wel begrepen wordt wat er gedaan en gezegd wordt, terwijl binnenkerkelijk de een waardering zal hebben voor de houding van De Reuver en De Groot en de ander er verdrietig van zal worden. Hoe onderscheidt de kerk zich zo nog van wat toch al wel gehoord zal worden bij buitenkerkelijke stromingen? Wat voegt de kerk nog toe?
De twee schrijvers proberen in de verklaring overal aan te denken en benoemen beurtelings de misstanden en de houding die de kerk daarbij past. Wie alles en allen probeert te benoemen, vergeet altijd situaties en mensen. Ik doel daarmee op de vele duizenden ontheemden in Israël zelf, die al een halfjaar lang niet in hun huizen kunnen wonen nabij de Gazastrook en in Noord-Israël. Mijn eigen familie is al een halfjaar op de vlucht en enkelen hebben dit al eerder meegemaakt (1940-1945).
Hiermee kom ik ook bij de tweede groep mensen die nooit door de kerk (PKN) wordt benoemd: de gemeenschap in de kerk die Joodse wortels heeft. Mijn vader was Joods. Ik geef namens ”Na de Oorlog” gastlessen op basisscholen over mijn familie, over antisemitisme en over wat vooroordelen, discriminatie en uitsluiting generaties lang met mensen en families doen. Als dienstdoend predikant in de Protestantse Kerk mis ik de steun en erkenning van de eigen kerkelijke leiding en voel ik mij soms zelfs niet meer veilig in de kerk die ik al zoveel jaren probeer te dienen.
Opdracht
Dat heeft met mijn Joodse afkomst te maken. Het heeft ook te maken met mijn opdracht om herder en leraar te zijn en om als dienaar van het Woord dat Woord te verkondigen. In de verklaring van 29 maart voel ik afstand tot de opdracht die de kerk mij heeft gegeven toen ik als predikant werd bevestigd. De intenties van De Reuver en De Groot zijn oprecht, maar de verbinding is wat mij betreft niet aanwezig.
Is de synode als leiding van de kerk ook zelf niet geroepen om het Woord te verdedigen, om dus wél keuzes te maken, in de navolging van de Heer van de kerk!? Er worden keuzes gemaakt, maar welke keuzes zijn dat? De kerk is religieus van aard. Dat allereerst en vooral. De nadruk op horizontale humaniteit gaat ten koste van verticale openbaring. De Reuver en De Groot zijn niet deskundig op andere terreinen, al kunnen zij wel een mening hebben. Maar zinvol is dat niet. De kerk is geroepen om het Woord van God te vertolken. De schrijvers verwijzen in hun verklaring niet naar een oudtestamentische belofte of een woord van een profeet. Omdat de heldere belofte ten aanzien van Israël geen verbinding maakt met de verklaring die zij wensen? Worden wij van Godswege geroepen om overal verstand van te hebben, behalve van wat Gods Woord zelf zegt?
De auteur is predikant te Feanwâlden en Feanwâldsterwâl, Ljussens en Moarre.