Naftali: Hamas laat Palestijnen lijden
Hamas is verantwoordelijk voor het lijden van het Palestijnse volk. Israël kan niet anders dan de terroristen uitschakelen. Met die boodschap trok Hananya Naftali eind vorige week door Nederland.
Zijn boodschap stuit op weerstand. De Christelijke Hogeschool Ede (CHE), schouwburg De Lawei in Drachten en de Evangelische Gemeente Jozua in Dordrecht annuleerden het optreden van de Israëlische influencer. Christenen voor Israël vond drie nieuwe locaties. In het Friese Surhuisterveen was vrijdagavond een handjevol pro-Palestina-activisten aanwezig en vier van hen drongen naar binnen. Zaterdagavond, in Barneveld, lieten ze het afweten.
Een lange rij belangstellenden staat te wachten tot ze de zaal van Het Kruispunt in kunnen. Binnen staan de psalmborden opgesteld voor de kerkdiensten van de gereformeerde gemeente van Kootwijkerbroek. Deze avond staat een deel van de stoelen een kwartslag gedraaid: richting het podium waarop Naftali zijn boodschap komt brengen: „Israël heeft sinds 1947 het ene na het andere vredesvoorstel gedaan, maar de Palestijnen zeggen: Nee. Men wil alleen vrede zónder Israël.” Onder de vele honderden belangstellenden zijn zestig jongeren die deelnemen aan een Isrealityweekend van Christenen voor Israël.
„Het Nederlandse volk is moe van de leugens die ze lezen en horen over Israël”, zegt Naftali. Hij vertelt hoe het publiek in Surhuisterveen reageerde op de ordeverstoring: door Hevenu shalom aleichem (ik wens je vrede van de Heere) te zingen. „Het was het beste antwoord op de haat. Als je de waarheid aan je kant hebt, hoef je niet te gaan schreeuwen.”
Satanisch
Met een korte video laat Naftali zien wat hij aantrof na de terreuraanslagen van Hamas op 7 oktober: bloedsporen, kogelgaten, verwoesting, het huis waar Joden levend werden verbrand. „Ik kon mijn tranen niet bedwingen.”
Dit is wat de 28-jarige Israëli met video’s en toespraken probeert te doen: de wereld laten zien wat er in zijn land gebeurt. Als reactie op volgens hem eenzijdige berichtgeving door vele media.
Naftali is ruim een jaar getrouwd; zijn vrouw India –vier jaar geleden van het Amerikaanse Georgia naar Israël verhuisd– komt ook even op het podium. Ze verwijst naar het recente Poerimfeest, waar de Joden herdachten hoe ze in Perzië aan massamoord door Haman ontkwamen. „Net als toen wil men ons volk nu uitroeien.”
„Waarom is er antisemitisme?” vraagt haar man. Hij ziet twee oorzaken: „Er is jaloersheid op Israël. En God heeft Israël lief, en satan haat alles wat God liefheeft. Antisemitisme is satanisme.”
Naftali is een Messiasbelijdende Jood; zijn ouders werden christen nadat ze van de Sovjet-Unie naar Israël kwamen. Hij citeert een moslim uit Gaza die tegen hem zei dat de strijd tussen Israël en Hamas een godsdienstoorlog is. En een Jood die zei: „Het gaat over religie, niet over land. In 2005 hebben we de Palestijnen land gegeven. Maar al zouden we ze het hele land geven, dan zullen ze ons achtervolgen naar Europa en ons daar proberen te doden. En u als christenen hebt dan ook een probleem. Als ze de olijfboom aanvallen, doden ze ook de rank die daarin is ingeënt. Antisemitisme is geen Joods probleem; het is een probleem van de mensheid. Ze beginnen met de Joden; daarna volgen anderen.”
„Ben ik extremist?” Naftali stelt aan de orde wat hem vaak verweten wordt. Antwoord: „Het is extremisme als je Israël haat. Ik haat de Palestijnen niet.”
Anti-Israëlprotesten
Na de aanslagen dacht Naftali: nu zal de wereld inzien hoe slecht de vijanden van Israël zijn. Dat duurde maar heel kort. „Even was de wereld voor Israël, maar toen Israël zich ging verdedigen, veranderde alles. Moet je voor een staakt-het-vuren zijn als je eigen familielid gegijzeld is? We zijn in oorlog omdat we de gijzelaars terug moeten brengen.”
Naftali wijst op eenzijdigheid bij de Verenigde Naties, die Israël voortdurend veroordelen. „Waarom komt men met allerlei excuses voor wat Hamas deed? Na de aanslagen in Amerika op 11 september 2001 zei niemand: We hebben begrip voor beide kanten.” Moet Israël de terroristen in Rafah met rust laten omdat daar veel vluchtelingen zijn? „Niemand zei tegen Amerika: Laat een deel van IS maar bestaan. Hamas gebruikt de burgers als schild. In Israël heeft het leven grote waarde, maar Hamas viert de dood.”
In tal van landen zijn demonstraties tegen het optreden van Israël in de Gazastrook. „Toen de geallieerden de nazi’s aanvielen, waren zulke protesten er in de geallieerde landen niet.”
Naftali citeert Zacharia 14:3: de Heere zal strijden tegen heidenen die Jeruzalem belagen. „Het humanisme heeft zoveel kerken beïnvloed; dat God rechtvaardig is, hoor je er niet.”
De wereld richt zich eenzijdig op Israël, zegt Naftali. „In Nigeria zijn vorig jaar meer dan 8000 christenen gedood. Dat gebeurt daar elke dag. Er worden kerken verbrand.” Dat krijgt weinig aandacht.
„Israël steunen is niet makkelijk, maar God geeft ons geen gemakkelijke taken. Israël steunen is geen politiek; het is Bijbels. We hebben uw gebed en steun nodig.”
Israël zal zich 7 oktober altijd herinneren, zegt Naftali. „Hamas pleegde genocide: zoveel mogelijk Joden doden; die dag 1400. Ze kwamen burgers afslachten en verkrachten. Met andere soldaten moest ik het leger in; afscheid nemen van mijn vrouw. Als wij ons niet verdedigen, wie doet het dan wel?”
„„Zingen in Surhuisterveen was het beste antwoord op de haat”” - Hananya Naftali, spreker uit Israël
„„Net als toen wil men ons volk nu uitroeien”” - India Naftali