Plan voor hergebruik SS-gevangenis Kamp Vught leidt tot commotie
Het plan om de voormalige SS-strafgevangenis in concentratiekamp Vught om te bouwen tot cellen voor zwaarbewaakte topcriminelen leidt tot commotie. „Een blunder.”
Nederland kampt met een probleem. De capaciteit om topcriminelen vast te zetten, schiet ernstig te kort. De Tweede Kamer wil daarom acht cellen voor topcriminelen realiseren in een gebouw op het afgesloten terrein van de Penitentiaire Inrichting Vught (PI Vught). Het zwaarbeveiligde gevangeniscomplex met plek voor 750 gedetineerden en tbs’ers ligt pal naast het Nationaal Monument Kamp Vught .
Een groep experts tekent protest aan tegen de plannen. Het gebouw, een rijksmonument, is namelijk de voormalige ”bunkergevangenis” van het enige SS-concentratiekamp in Nederland. Het pand met 150 cellen is tien jaar geleden afgekeurd als gevangenis en doet nu dienst als opslag- en vergaderruimte.
„Een strafgevangenis uit de oorlog zou nooit meer een detentiefunctie moeten krijgen” - Rob van der Laarse, emeritus hoogleraar Erfgoed van de oorlog
„Een gebouw dat dienst heeft gedaan als SS-gevangenis zou nooit meer een detentiefunctie moeten krijgen”, stelt prof. Rob van der Laarse, emeritus hoogleraar Erfgoed van de oorlog. Samen met zes andere experts roept hij demissionair minister Franc Weerwind van Rechtsbescherming daarom op het in februari aangenomen amendement van VVD en PVV naast zich neer te leggen. Beide partijen reppen in hun voorstel overigens nergens over de historische achtergrond van het gebouw.
„Een blunder van de Tweede Kamer dat men zich niet breder heeft laten informeren. De gevangenis in Vught is een van de meest beladen plekken uit de Tweede Wereldoorlog, vergelijkbaar met het Oranjehotel in Scheveningen. Die historische kennis lijkt bij Kamerleden te ontbreken.”
De plannen met de voormalige nazistrafgevangenis leiden tot onthutste reacties. „Wij maken ons grote zorgen”, schrijven de experts aan minister Weerwind. Het plan leidt volgens hen tot „onherstelbare schade” aan een rijksmonument met grote nationale waarde als oorlogserfgoed.
Zeer beladen
Het rijksmonument kent een zeer beladen geschiedenis. In de strafgevangenis, ook wel De Bunker genoemd, brachten honderden verzetsmensen hun laatste uren door. Vaak voorafgaand aan hun executie elders. Van juli tot september 1944 voerde de Duitse bezetter op de fusilladeplaats in de bossen bij het kamp 329 executies uit; het grootste aantal in Nederland.
In de strafgevangenis vond ook het ”bunkerdrama” van 15 op 16 januari 1944 plaats. De nazi’s sloten daarbij, als collectieve straf, 74 vrouwen op in cel 115. De volgende ochtend bleken tien vrouwen te zijn overleden. „De nacht in die cel in de bunker, dat is voor mij het ergste wat ik ooit heb meegemaakt. Alles wat erna kwam, hoe verschrikkelijk ook, die nacht was altijd erger”, zei verzetsstrijder Tineke Wibaut-Guilonard na de oorlog.
Amateuristisch
Erfgoedhoogleraar Van der Laarse spreekt zijn „verbazing” uit over het „amateuristische proces” rond het hergebruik van de voormalige strafgevangenis. De Rijksbouwmeester heeft de experts medio vorig jaar al gevraagd naar hun mening over het hergebruik van dit beladen erfgoed. De adviescommissie was unaniem negatief en ook de Rijksbouwmeester zei „resoluut nee”. „Het advies wordt genegeerd.”
De Rijksbouwmeester is zich terdege bewust van de urgentie om extra beveiligde cellen te realiseren. Het gevangenzetten van zwaarbewaakte criminelen in Unit 1, zoals de gevangenis tegenwoordig heet, is echter vanuit moreel, emotioneel, historisch perspectief „niet gepast” en „niet gewenst”, stelt Rijksbouwmeester Francesco Veenstra.
Het onafhankelijke overheidsorgaan brengt altijd advies uit als de bestemming van een rijksmonument wijzigt. Unit 1 betreft een gebouw met „een zeer beladen” geschiedenis, staat in het advies. „Het is een rijksmonument, dat in de Tweede Wereldoorlog werd gebouwd door en voor de SS en op gruwelijke wijze is ingezet voor de onderdrukkings- en vervolgingspolitiek van de Duitse bezetter.”
Minister Weerwind heeft nog niet gereageerd op de oproep van de experts.