Na vier jaar van voorbereiding, wachten en tegenslagen is het zover: een team staat klaar, de materialen zijn er en er is een vliegtuig om ons naar ons vertaalproject in Aramba te brengen, voor een groot onderhoud aan ons zendingshuis daar. En dan gooit een nationale brandstofcrisis roet in het eten.
Van de vluchtcoördinator krijg ik te horen dat ze ons niet naar Aramba –de plaats waar we een aantal weken per jaar wonen– kunnen vliegen. Opgegroeid in een westerse cultuur, waarin je van jongs af aan getraind wordt in verantwoordelijkheid nemen en in problemen oplossen, denk ik als eerste: „Hm, dat is niet leuk. Maar er zijn vast nog wel wat mogelijkheden.”
Ik heb goed contact met de leidinggevende van de vluchtcoördinator, dus ik pak de telefoon en bel hem op. Of er geen andere opties zijn om aan brandstof te komen, waar de vluchtcoördinator niet aan heeft gedacht? Zijn het de kosten die de vlucht onmogelijk maken? Daar valt dan misschien wel over te praten. In het verleden hielpen zulke directe gesprekken nog weleens. Maar deze keer is het antwoord: „Het spijt me, we zouden je graag helpen, maar het lukt ons nu niet.”
Niet te geloven! Waar een wil is, is toch een weg? Kunnen jullie dan niet zelf brandstof importeren uit Australië of Nieuw-Zeeland? Als jullie dat nu bestellen, hebben we het over een maand. En ik ben wel bereid om alvast een iets hogere prijs te betalen voor de reservebrandstof die we voor de komende maanden nog hebben.
Ja, zelfs op het zendingsveld kunnen we bijna alles. We hebben hier wel niet alles, maar we kunnen alles krijgen, als het urgent is zelfs binnen een paar dagen. Is het niet uit Nederland, dan wel uit Amerika, Australië of zelfs China.
Mijn Papoea-Nieuw-Guineese vrienden kijken me wat meewarig aan. En in hun ogen lees ik die onverteerbare, retorische vraag: „Waar maak je je druk om? Je kunt er tóch niets aan doen!” Nee, maar ik wíl er wat aan doen! En ik móet er wat aan doen!
Wat is het probleem? Diep vanbinnen wil ik niet accepteren dat ik niet ”in control” ben. En dat leidt tot frustratie. Een soort frustratie waar Papoea-Nieuw-Guineeërs in het algemeen weinig last van hebben. Want zij weten: wij mensen hebben uiteindelijk de regie niet in handen. Die ligt in handen van de geesten, of van God.
Ik ben in Papoea-Nieuw-Guinea nog niet uitgeleerd…
Michel Pauw (1980) is vertaaladviseur en decaan van een vertaalschool in Ukarumpa, in Papoea-Nieuw-Guinea. Een aantal weken per jaar woont hij in Aramba. Hij werd in 2014 met zijn vrouw Erna en hun kinderen voor Wycliffe Bijbelvertalers uitgezonden vanuit de hersteld hervormde gemeente in Woudenberg.