Premier Rutte heeft donderdag gezegd dat er „een keiharde grens” wordt overschreden als Joodse Nederlanders op hun identiteit, „dus om wie en wat ze zijn, worden uitgescholden, worden aangevallen of worden bedreigd”. En, er komen concrete maatregelen.
Met die woorden schaarde de demissionair minister-president zich achter de verklaring van de dertien fractievoorzitters uit de Tweede Kamer waarin ze antisemitisme scherp veroordelen. Zij schrijven: „Met afschuw zien wij dat Jodenhaat terugkeert op plekken waar iedereen vrij en veilig moet kunnen samenkomen. Dit is niet demonstreren, dit is intimideren. Dat moet stoppen. En wel nu.”
De uitspraken van Rutte kunnen ook geduid worden als een herstel van de schade die de demissionair staatssecretaris voor Cultuur, Fleur Gräper, dinsdag aanrichtte toen zij tijdens het vragenuur moest ingaan op de bedreiging van de Joodse zangeres Lenny Kuhr. Haar optreden zondag werd verstoord door pro-Palestijnse activisten. Die liepen het podium op, riepen daarbij onder meer de omstreden tekst ”from the river to the sea, Palestine will be free” en maakten de zangeres uit voor moordenaar en terrorist.
Kamerleden vroegen dinsdag of Gräper het antisemitisme in de meest krachtige woorden wilde veroordelen en maatregelen wilde nemen. De staatssecretaris zei echter dat de cultuursector zelf de eerst aangewezene was om op te treden. En verder wilde ze eerst in het kabinet over het thema spreken, voordat er een algemene veroordeling zou komen.
De Kamer veroordeelde dat bij monde van BBB-leider Caroline van der Plas. Die noemde het antwoord van de staatssecretaris in ronde bewoordingen en volkomen terecht: „Slappe hap.” Om het giftige antisemitisme te veroordelen in de meest krachtige woorden moet geen kabinetsoverleg nodig zijn. Evenzo is het geen blijk van krachtig optreden als de premier zegt dat de regering nadenkt over concrete maatregelen. Het strafrecht geeft nu al voldoende middelen om keihard op te treden, als het tenminste snel en krachtig wordt gebruikt. Juist dat talmen van de regering geeft de kwaaddoeners de ruimte om door te gaan met hun vuilspuiterij.
Terecht waarschuwen politici dat het antisemitisme voortwoekert. Afgelopen week zijn namen en woonplaatsen van Joodse Nederlanders via internet openbaar gemaakt. Ook het feit dat het inmiddels nodig blijkt te zijn te moeten nadenken over een noodverordening voor de Dodenherdenking op 4 mei is hiervan een bewijs. Dat dit nodig is voor de dag waarop de mensen die vielen voor de Nederlandse vrijheid worden herdacht, toont aan dat ons land het spoor bijster is.
Antisemitisme is een duivels kwaad, waartegen krachtig en direct moet worden opgetreden door overheid, burgers en ook kerken. Ja, die laatste ook. Want al zijn er theologische verschillen tussen christenen en joden, toch blijven zij kinderen van Abraham en Gods oogappel. En dat is een van de meest kwetsbare delen van het lichaam.