Hoe breng je zoiets onvoorstelbaars als de Holocaust over op nieuwe generaties? Over nieuwe technieken verschillen de meningen.
Haar hoofd draait, haar ogen knipperen. Anne Frank ‘leeft’. Niet iedereen waardeert de in beweging gebrachte foto. „Beangstigend”, schreef iemand eronder. Breng je zo geschiedenis dichterbij?
Het was donderdagmiddag het thema van een symposium aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Sinds kort huist daar een bijzonder hoogleraar Holocausteducatie: prof. dr. Marc van Berkel. Donderdag kwam dr. Piotr Cywiński, directeur van Museum Auschwitz-Birkenau, hem installeren tot ereconsul van dit herinneringscentrum. Ook Amerika en Spanje hebben al zo’n ambassadeur.
Aandacht voor Holocausteducatie is hard nodig, zegt drs. Eddo Verdoner, sinds drie jaar Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding. In 2023 verdubbelde het aantal antisemitische incidenten. Die stijging was zelfs 800 procent in de eerste maand na de terreuraanslagen van Hamas op 7 oktober.
Vergif, noemt Verdoner de Jodenhaat. „Hetzelfde vergif als tijdens de Holocaust.” De kans dat een Jood met haat te maken krijgt, is veel groter dan bij iemand uit een andere minderheid, zegt Verdoner. „We kunnen er ook tegen strijden door het hedendaagse Joodse leven positief voor het voetlicht te brengen.”
De Nijmeegse hersenwetenschapper Paul Verschure windt er geen doekjes om: „Na de oorlog werd over de Holocaust gezegd: „We zullen het nooit vergeten.” Maar we zíjn het grotendeels vergeten. Veel herinneringsplekken zijn onherkenbaar veranderd. En we gaan het tijdperk zonder ooggetuigen in.” Die vallen steeds meer weg.
Verschure toont een foto van een grasveld. Weinig te zien. Je kunt jongeren er echter laten rondlopen met tablets waarop ze zien wat hier tijdens de oorlog gebeurde. Je kunt ook een panorama bouwen en daarvoor een overlevende laten vertellen wat hij er meemaakte. „Bij een stilstaande expositie zeggen bezoekers: We hebben iets gezien. Bij deze nieuwe technieken hebben bezoekers de neiging ook iets met die kennis te gaan doen. Dus deze methoden zijn veel effectiever.”
Edwin van Meerkerk, sinds kort hoogleraar cultuureducatie in Nijmegen, schetst de ontwikkelingen in dit onderwijs: meer aandacht voor de ervaringen van de bezoekers, voor digitale methoden, voor verhalen en voor de relatie met burgerschap. Promovenda Aliisa Ramark onderzoekt de komende jaren hoe digitale methoden de kampen Bergen-Belsen en Westerbork ‘dichterbij’ kunnen brengen.
Stimuleren animaties de interesse voor geschiedenis of zijn ze een vervalsing?
Manipulatie
Kees Ribbens, onderzoeker aan het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies in Amsterdam en hoogleraar in Rotterdam, schetst de mogelijkheden van kunstmatige intelligentie (AI). Met oog voor de risico’s kunnen voordelen volgens hem worden benut. Daar blijkt ook behoefte aan: toen MyHeritage.com de mogelijkheid bood met historische foto’s filmbeelden te creëren, maakten gebruikers binnen een maand 85 miljoen animaties aan. Maar niet iedereen waardeert het dat overleden personen in filmbeelden in beweging komen, dat toonden de reacties onder de met haar ogen knipperende Anne Frank aan.
Ook het inkleuren van zwartwitbeelden neemt een hoge vlucht. Portretten tekenen gebeurt al eeuwen, maar AI maakt wel erg realistische beelden, zegt Ribbens. „Stimuleren die de interesse voor geschiedenis of zijn ze een vervalsing? Mensen voelen zich soms ongemakkelijk bij het manipuleren van persoonlijke en historische beelden. Wie kan de bewerking van het authentieke beeld onderscheiden? Proberen we het verleden niet aantrekkelijker en positiever te maken?” Al zijn de technieken populair, historici moeten volgens de NIOD-onderzoeker wel over deze vragen blijven nadenken. „Er is ook altijd nog het risico dat gemanipuleerde beelden misbruikt worden door Holocaustontkenners.”
Zaterdag in Accent een interview met de nieuwe hoogleraar Holocausteducatie.