De schade die vandalen in juni vorig jaar aanrichtten aan de Fowler United Methodist Church in de Amerikaanse stad Annapolis was enorm. Die bedroeg meer dan 100.000 dollar. Het incident staat niet op zichzelf.
Niet alleen het ex- en het interieur van het historische kerkgebouw van de Afro-Amerikanen raakten zwaar beschadigd, de onverlaten hadden ook bladzijden uit Bijbels en gezangboeken gescheurd. De verfomfaaide pagina’s lagen verspreid over de vloer en op de kerkbanken. De stoffen bekleding van banken was kapotgesneden, het grote kruis voor in de kerk was van de muur gerukt en de vlag met het kruis op het podium lag aan flarden. Over het motief tasten de autoriteiten nog steeds in duister.
Het vandalisme aan dit oude godsgebouw staat niet op zichzelf. Integendeel. Uit het recent verschenen rapport ”Hostility Against Churches” (vijandigheid jegens kerken) blijkt dat er vorig jaar 436 incidenten tegen kerken waren. Volgens de Family Research Council (FRC), de opdrachtgever voor het rapport, is dat meer dan het dubbele van het aantal gevallen dat in 2022 werd geregistreerd. Het is zelfs meer dan acht keer het aantal voorvallen in 2018, het jaar waarin de FRC met de inventarisatie is begonnen.
Triest
Voor een woordvoerder van de FRC is deze forse toename er een duidelijk bewijs van dat de vijandigheid in Amerika tegen kerken versneld toeneemt. Volgens hem is de werkelijke situatie nog erger. „Veel daden van vijandigheid tegen kerken worden waarschijnlijk niet gerapporteerd aan de autoriteiten of komen niet voor in de nieuwsbronnen. Het aantal daden van vijandigheid is dus ongetwijfeld veel hoger dan het aantal dat in dit rapport wordt weergegeven.”
FRC noemt 2023 een „triest topjaar” als het gaat om aanvallen op kerken in de VS. Tussen januari en november 2023 waren er minstens 315 gevallen van vandalisme, 75 brandstichtingen of pogingen daartoe, 10 incidenten waarbij sprake was van wapengebruik, 20 bommeldingen en 37 andere incidenten in kerken. In een aantal gevallen waren er incidenten die in meer dan één categorie konden worden meegeteld.
Behalve de versnelde toename van het aantal incidenten constateert de FRC in zijn rapport dat de vijandigheid zich in bijna alle staten van de VS manifesteert. In Californië waren de meeste gevallen, in totaal 33. In Texas ging het om 28 voorvallen. Alleen in Hawaï en in Wyoming gebeurde op dit terrein niets.
In een aantal gevallen kwam de vijandigheid tegen kerken niet zozeer voort uit haat jegens het christelijk geloof als zodanig. Ze had vooral te maken met de standpunten die kerken innemen op maatschappelijk en ethisch terrein. Zo waren er in de staat Ohio verschillende aanvallen die te maken hadden met het abortusvraagstuk. Bij verschillende kerken werden borden vernield waarop een krachtig ”nee” stond tegen het plan om het recht op abortus in de grondwet van die staat te verankeren. Dat gebeurde bijvoorbeeld bij de St. Bartholomew Church in Cincinnati. Iemand haalde daar tussen de zes en acht ”Stem Nee”-borden weg en verving ze door ”Stem Ja”-borden.
Antisemitisme was een ander politiek-maatschappelijk thema dat leidde tot vandalisme. Het deed zich vooral voor na de verrassingsaanval van terreurgroep Hamas op 7 oktober op Israël. In november werd op het terrein van de kerk van Decatur Heights in Decatur (Georgia) een bord met de tekst ”Wij staan achter Israël” overgespoten met de woorden ”Israëls genocide”.
Van echte vijandigheid jegens het christelijk geloof was duidelijk wel sprake bij incidenten waarbij „satanische beelden of symbolen” werden gebruikt. Zo braken vandalen in juli in bij de Most Holy Trinity Catholic Church in El Paso (Texas) en bekladden verschillende voorwerpen met het getal 666. Kruisen in de kerk werden ondersteboven gedraaid en de gewijde olie werd gedumpt. In oktober heeft een onbekende de woorden ”Devil Has Risen” en een satanisch symbool op de gebouwen van het Jesus Worship Center in Jennings (Louisiana) gespoten.
Onverschilligheid
De opstellers van het rapport noemen de toenemende vijandigheid zorgwekkend. „Criminele daden van vandalisme en vernieling van kerkelijke eigendommen kunnen symptomatisch zijn voor een ineenstorting van de maatschappelijke eerbied en het respect voor gebedshuizen en religie.”
De president van de FRC, Tony Perkins, schrijft naar aanleiding van het rapport in een verklaring: „Er is een gemeenschappelijk verband tussen de groeiende religieuze vervolging in het buitenland en de snel toenemende vijandigheid jegens kerken hier in eigen land. De verbindende schakel is het beleid van onze regering.”
Perkins ziet een relatie tussen de onverschilligheid van de regering in Washington ten aanzien van schendingen van de godsdienstvrijheid in het buitenland en „de afkeer in de VS tegenover de absolute waarden die kerken leren en verdedigen”.
Dat er een relatie tussen binnen- en buitenland ligt, blijkt ook uit een ander FRC-rapport, getiteld ”The Intensifying Intolerance Toward Christians in the West”. Het verscheen enkele weken eerder. Ook daarin wordt een scherpe stijging van het aantal schendingen van de religieuze vrijheid gemeld. Uit de gegevens blijkt dat de vervolging van christenen door westerse regeringen in 2023 met 60 procent is gestegen. En de afgelopen vier jaar vonden de meeste schendingen in de westerse wereld feitelijk plaats in de Verenigde Staten.
Waarschuwing
Arielle Del Turco, directeur van het Centrum voor Religieuze Vrijheid van de FRC en schrijver van het rapport ”Hostility Against Churches”, zegt: „De verhalen zijn alarmerend. Ze tonen de uiteenlopende manieren waarop westerse regeringen –die de vaandeldragers zouden moeten zijn voor het handhaven van de vrijheid van godsdienst en meningsuiting– het fundamentele mensenrecht op godsdienstvrijheid ondermijnen. Het is schokkend om te zien dat westerse landen –de landen die wij beschouwen als vrije en open samenlevingen– autoritaire maatregelen nemen tegen christenen die simpelweg proberen hun geloof uit te leven. De vijandigheid ten opzichte van Bijbelgetrouwe christenen neemt duidelijk en gestaag toe in de wereld.”
Del Turco zegt dat haar rapport dient als waarschuwing voor de manier waarop fundamentele vrijheden zelfs in de westerse democratieën kunnen eroderen. „De godsdienstvrijheid moet in eigen land worden beschermd, zodat we ook de religieuze vrijheid over de hele wereld kunnen verdedigen en kunnen opkomen voor de vervolgden.”
Stellig is Del Turco van mening dat de vijandige acties zijn bedoeld om religieuze groepen te intimideren. „De mensen achter de incidenten zenden de boodschap uit dat kerken niet gewenst zijn in de gemeenschap of dat ze niet gerespecteerd behoeven te worden. Onze cultuur vertoont een groeiende minachting voor het christendom en de christelijke kernovertuigingen. De vijandige acties zijn daar uitingen van.”
Naar de toekomst toe is Perkins bezorgd. Hij schrijft dat justitie en de FBI actiever zijn bij het opsporen en vervolgen van demonstrerende prolifeverdedigers dan bij het aanpakken van vandalen die het op kerken hebben voorzien. Del Turco schrijft: „Ongeacht de beweegredenen van deze misdaden, moet iedereen kerken en alle andere gebedshuizen met respect behandelen en het belang van religieuze vrijheid voor alle Amerikanen onderschrijven.”