Een lezing bij de vrouwenvereniging, leergang voor catecheten, natuurexcursie voor gezinnen, module voor jeugdwerkleiders en lesmethode voor scholen. Het netwerk, dat voorlopig de naam ”Zorg voor de schepping” draagt, zit vol plannen om reformatorische christenen met zijn boodschap te bereiken. Initiatiefnemers Evert-Jan Brouwer (47) en Kees Verrips (53) zeggen zich vooral te richten op scholen en kerken.

De twee kwamen met elkaar in contact nadat Brouwer vorig jaar een artikel over klimaatverandering schreef in de Daniël, het jongerenblad van de Gereformeerde Gemeenten. Er volgden meerdere ontmoetingen. Brouwer en Verrips verzamelden zo’n vijftig mensen om zich heen. Met predikanten, boeren, beleidsmakers, wetenschappers en jongeren hielden ze brainstormsessies. Daar rolde het idee uit voor een netwerk, dat de initiatiefnemers dinsdagavond presenteren tijdens de RD-debatavond die wordt gehouden in het kader van de Week van de Schepping.

„We moeten terug naar de basis”, vindt Verrips. „God heeft ons volgens de Nederlandse Geloofsbelijdenis twee boeken gegeven: de Bijbel en de natuur.” Die laatste zou veel beter gelezen moeten worden, stelt hij. „Als beide boeken opengaan, doen we daadwerkelijk recht aan onze belijdenis.”

Dat de aandacht daarvoor ontbreekt, ziet hij bijvoorbeeld terug op biddag. „Ik mis steeds vaker de toevoeging „gewas en arbeid”. Het zou mooi zijn als predikanten ook in hun tekstkeuze verbinding zoeken met onze voedselproductie. Biddag is niet zomaar een boetedag.”

Links

Beide mannen kregen de betrokkenheid op de zorg voor de schepping van huis uit mee. Brouwer groeide op aan de rand van de Mastenbroekerpolder in Overijssel, waar zijn liefde tot de natuur werd aangewakkerd. „Nu in de Randstad woon, verlang ik weleens terug naar die tijd. Zeker als ik vanuit de trein zie hoe het landschap door de jaren heen is verknoeid.”

In de periode dat Brouwer voor Woord en Daad werkte, zag hij op zijn reizen mensen lijden onder de gevolgen van klimaatverandering. „Dat heeft me gegrepen. Arme mensen ver weg merken het meeste van klimaatverandering, terwijl ze er zelf het minst aan hebben bijgedragen. Als christenen hebben we een dure roeping om zuinig op de schepping te zijn”, zegt Brouwer, tegenwoordig werkzaam als adviseur voor klimaatminister Rob Jetten.

Verrips is een echte natuurman. Hij werkt als imker, verkoopt honingproducten en beheert een natuur- en educatietuin in Vaassen. Hij weet uit ervaring: wie aandacht voor de natuur vraagt, loopt het risico als links te worden weggezet. Maar dat is volgens hem geen reden om weg te kijken. „We banjeren door Gods schepping alsof die van óns is. Laten we beseffen dat we in de schepping mógen zijn, dat we de vruchten ervan mógen plukken.”

Missionair

Het netwerk wil nadrukkelijk geen lobbyorganisatie zijn. Verandering begint van onderaf; daarom ligt de focus op bewustwording en gedachtevorming. Zijn de twee dan tevreden met bewustwording? „Vanuit Gods Woord is niets vrijblijvend”, stelt Brouwer. „Het doet een appel op ons hele leven. Maar we moeten eerst dat boek van de natuur leren lezen en de boodschap laten indalen. Om dat doel te bereiken willen we mensen meenemen de natuur in. Naar de imkerij van Kees, naar het erf van een biologische boer of het bos in met een vogelkenner.”

Het netwerk hoopt ook christenen te bereiken die weinig op hebben met de zorg voor de natuur. „We zijn een beetje missionair”, lacht Verrips. Voor stedelingen staat de natuur vaak ver weg, weet Brouwer, die in Gouda woont. „Mensen denken soms dat melk in de supermarkt tot stand komt in plaats van in het weiland. Het is best spannend of we die groep ook kunnen aanspreken.”

Om polarisatie rond het thema te voorkomen, wil het netwerk aansluiten bij klassieke bronnen, legt Brouwer uit. „Calvijn zei bijvoorbeeld in zijn commentaar op Genesis dat we de aarde beter moeten overdragen aan onze kinderen dan dat we die gekregen hebben. Nu gebeurt het tegenovergestelde. Daarover willen we geen klaagverhaal ophangen, maar wel ogen openen voor wat er aan de hand is. Zodat we zuinig worden op wat er nog over is van Gods goede schepping.” Verrips knikt. „Hoe kun je voor iets zorgen waarvan je niet houdt?”