Zingen, bidden en Bijbellezen in het Rijssens dialect
Voor veel mensen past de taal van het dialect niet bij verheven zaken als Bijbellezen, kerkdienst en bidden. Maar volgens kerkelijk werker Ria Dekker-Averesch uit Vriezenveen kan de „moodersproake” wel degelijk van betekenis zijn op religieus gebied. „Streektaal komt heel dicht bij het hart.”
Dekker –geboren en getogen in Rijssen– sprak donderdagavond in de Rijssense Schildkerk tijdens een zangavond die de Werkgroep Biebel in ’t Riessens van het Rijssens Museum had georganiseerd. De werkgroep wilde laten zien dat het Rijssens dialect zich ook goed leent om te worden gebruikt in een bijeenkomst met Schriftlezing, psalmen, gezangen en een overdenking.
De werkgroep is al langer bezig om de ”Twentse Biebel” van Anne van der Meiden in het Rijssens dialect op geluidsdragers vast te leggen. Om meer bekendheid te geven aan deze ”Biebel in ’t Riessens” werd besloten in de dialectmaand maart een speciale zangavond te houden, waarbij ook Bijbelgedeelten in het plaatselijke dialect zouden klinken.
Centraal stond donderdagavond het samen zingen van psalmberijmingen die oud-Rijssenaar Jan Averink uit Randwijk maakte. Averink werkt al een aantal jaren aan het overzetten van psalmen in het Rijssens dialect. Hij streeft ernaar om zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke betekenis van de psalmen te blijven. Tegelijk vindt hij het belangrijk dat de teksten goed te zingen zijn.
Moeiteloos
Dat laatste bleek donderdagavond in elk geval dik in orde. De driehonderd aanwezigen zongen onder de bezielende leiding van stadsorganist Dick Sanderman moeiteloos en vol overtuiging de teksten mee van Psalm 23, Psalm 103, Psalm 25 en Psalm 150. Bij deze laatste psalm gaf Jan Averink zelf een korte toelichting. Hij vertelde onder meer waarom hij het orgel als instrument in zijn tekst had laten sneuvelen. Sanderman compenseerde dat ‘gemis’ tijdens het zingen ruimschoots.
Behalve psalmen werden ook enkele gezangen in het Rijssens gezongen die zijn vertaald door de onlangs overleden Gerrit Ligtenberg: ”Nader tot U, o Heer” en ”Blijf bij mij, Heer”.
Medewerking verleende verder kamerkoor Gloria, dat onder leiding staat van Geert-Jan Schulenburg. Het koor zong Psalm 6 in het Rijssens, maar had ter afwisseling ook Latijnse, Duitse en Nederlandstalige liederen ingestudeerd, zoals de hymne ”Ubi caritas et amor”.
Vader met hoofdletter
Halverwege het programma hield Ria Dekker-Averesch een persoonlijk getinte ”verhaandeling” over het thema ”Min Va” (mijn vader). Ze vertelde dat ze met haar 87-jarige vader nog nooit een woord in het Nederlands heeft gesproken. „Dat zou heel raar en overdreven aanvoelen. Maar dat ligt anders als je in je gebed spreekt met de Vader met een hoofdletter.” Rijssenaren maken scheiding tussen het dialect dat ze thuis spreken en het Nederlands dat op school, in de kerk en bij het Bijbellezen de norm is, legde Dekker uit. „Dat is ons zo geleerd en dat vinden we gewoon. Het Woord komt ons altijd tegemoet in het Nederlands, in een vertaling die ons eigen is. We vinden het daarom ook lastig om tot God in het dialect te spreken, misschien ook omdat het Rijssens geen ”U” kent. Maar missen we onbewust niet heel veel als we in het Nederlands blijven bidden? Op de eerste pinksterdag kwam het Woord tot allerlei mensen in hun eigen taal. Mag ik God dan aanspreken in mijn moedertaal? Zou dat kunnen, zou dat mogen? Dúrf ik dat?” Ze besloot het te gaan doen, voor het eerst. „Va…” En dat kwam binnen. „Met het Nederlands houd je als dialectspreker God op een afstand. Het besef dat je je hart kunt luchten bij je hemelse Vader, zoals je dat bij je eigen vader kunt doen, dat voelde als thuiskomen. Er was geen verschil meer.”
David en Goliath
Organist Dick Sanderman bracht een Bijbelse sonate van Johann Kuhnau (1660-1722) over het gevecht tussen David en Goliath ten gehore. Hij sloot daarmee aan bij het Bijbelgedeelte dat aan het begin van de avond in het Rijssens was gelezen door werkgroeplid Gertjan ter Harmsel. Kuhnau schildert in allerlei toonaarden het getier van Goliath, het beven en het bidden van de Israëlieten, de moed en het kinderlijke vertrouwen van David die de steen slingert en de uiteindelijke dood van de Filistijn.
Voorzitter Gerrit Beunk van de werkgroep toonde zich na afloop tevreden over de opkomst en het verloop van de avond. „De mensen waren erg enthousiast. Hier moeten we een vervolg aan geven.”