De Verenigde Naties hebben verklaard dat er „redelijke gronden zijn om aan te nemen” dat Hamasterroristen zich tijdens de aanslagen van 7 oktober schuldig hebben gemaakt aan diverse vormen van seksueel geweld, waaronder verkrachting, genitale verminking en vernederende behandeling.
Dat staat in een 24 pagina’s tellend rapport dat de speciale VN-rapporteur voor seksueel geweld in gewapend conflict, Pramila Patten, begin deze week presenteerde. Ze reisde de afgelopen tijd met een team door Israël. De onderzoekers bekeken 50 uur videomateriaal en zo’n 5000 foto’s en interviewden 34 betrokkenen.
Twee weken geleden bracht de Association of Rape Crisis Centers in Israel ook al een uitgebreid rapport uit over seksueel geweld tijdens en na de aanslagen. Uit de bewijsstukken blijkt dat de meeste slachtoffers eerst werden verkracht en daarna vermoord. In zeker twee gevallen was sprake van schending van dode lichamen.
Het is voor het eerst dat een internationale organisatie officieel vaststelt dat de Palestijnse terreurbeweging op 7 oktober ook gruweldaden op seksueel gebied heeft gepleegd. Israël heeft die beschuldigingen al vanaf het begin geuit, op basis van beeldmateriaal en verklaringen van ooggetuigen en vrijgelaten gijzelaars.
De bevindingen van de VN zijn op zichzelf winst. Het rapport houdt echter nog wel de nodige slagen om de arm. Zo spreekt het document over „een patroon dat indicatief kan zijn voor sommige vormen van seksueel geweld, waaronder genitale verminking, geseksualiseerde marteling of wrede, onmenselijke en vernederende behandeling”.
Die vage taal leidde in Israël direct tot kritiek. Vooral van de Israëlische ambassadeur bij de Verenigde Natie, Gilad Erdan. Hij vroeg zich na de publicatie openlijk af waar de „stem van de VN” blijft.
Die VN-stem klonk de afgelopen maanden luid en duidelijk. Maar dan doorgaans in de vorm van ernstige verwijten aan het adres van Israël over het militaire optreden in de Gazastrook en het opzettelijk laten lijden van de Palestijnse bevolking. Met als dieptepunt de aanklacht wegens genocide die bij het Internationaal Gerechtshof werd ingediend.
Waar blijft echter de oproep om een speciale zitting van de VN-Veiligheidsraad om het geweld van Hamas te veroordelen en de beweging als terreurorganisatie te bestempelen? Waar zijn de voorvechters van vrouwenrechten bij de verschijning van dit rapport over verkrachting, vernedering en verminking?
Zo’n zitting zal er naar alle waarschijnlijkheid niet komen. VN-secretaris-generaal António Guterres gaf zelf kort na de aanslagen van 7 oktober al aan dat de gebeurtenissen van die zwarte zaterdag „niet in een vacuüm” hebben plaatsgevonden. Daarmee is het sentiment binnen de VN getekend.
Vertel dat maar aan de overlevenden en nabestaanden die in dit VN-rapport voor het voetlicht zijn gehaald.