Echtpaar Fraanje kreeg warme band in Barneveldse koelcel
Albert Fraanje (65) en Anja van Reenen (62) uit Barneveld leerden elkaar in 1978 kennen in een slagerij. Om ze aan elkaar te koppelen moest Alberts broer eraan te pas komen.
„Heb je zand in je ogen?” Die vraag kreeg Albert van zijn broer nadat die op een avond na sluitingstijd boodschappen had gehaald in de Barneveldse slagerij. „Wat zei je?” vroeg Albert. „Zie je dat leuke meisje in de winkel, jouw collega, niet?” diende zijn broer hem van repliek.
Dat leuke meisje, dat kon er maar een zijn: Anja van Reenen, een van de twee collega’s van Albert, naast zijn baas. Alberts nieuwsgierigheid bleek gewekt. „Ik fietste een keer met Anja mee. Ze werkte toen enkele maanden in de winkel, ik al wat langer.” Bij de Albert sloeg tijdens die fietstocht de vonk over. „Ik voelde: het zit goed.” Anja had meer tijd nodig om dat te ontdekken. „Voor mij is alles echt op zijn plek gevallen tijdens onze verkering.” Die gang van zaken typeert volgens Albert de verschillen tussen hem en Anja. „Bij mij is denken en doen een. Mijn vrouw denkt eerst drie keer na.”
Praatjes over een relatie tussen Anja en Albert gingen al rond in Barneveld voor ze überhaupt verkering hadden. „Als klanten hun bestelling deden, moesten we soms naar een koelcel in de winkel lopen, buiten het zicht van klanten”, zegt Albert. „Af en toe moesten Anja en ik tegelijk naar de koelcel. Dat zorgde voor praatjes.”
Na een relatie die zo’n tweeënhalf jaar duurde, trouwden Albert en Anja op 7 januari 1981. De baas en hun enige andere collega waren van de partij op de bruiloft. „Destijds stopte een vrouw meestal met werken als ze trouwde”, vertelt Albert. „Zo ook Anja. De baas grapte: „Krijg ik nu een vergoeding van je omdat ik een personeelslid moet missen?”” Albert bleef na de bruiloft wel in de slagerij werken. „Ik ben er meer dan tien jaar in dienst geweest.”
Inmiddels zijn Albert en Anja ruim 43 jaar getrouwd. Ze hebben zes kinderen en achttien kleinkinderen. Albert: „De Heere heeft ons al die jaren bewaard en geholpen.”
Dit is het vijfde deel in een serie interviews over liefde op het werk.