Het was niet makkelijk om in het parlementaire-enquêterapport ook de pers als speler in fraudeschandalen te noemen en kritisch te zijn op de media, zegt commissievoorzitter Michiel van Nispen. „U mag best weten: het is best spannend om ook kritisch te zijn op journalisten.” Toch was het wel belangrijk om de rol van de media te benoemen. Het past de commissie niet om aanbevelingen richting de media te doen, aldus de voorzitter tijdens een persconferentie. Hij hoopt wel op reflectie door de beroepsgroep zelf.
„Journalisten controleren ons, en wij controleren meestal geen journalisten. Zo hebben wij dat in onze rechtstaat natuurlijk niet georganiseerd”, verklaart Van Nispen het ongemak van zijn commissie. Toch worden er in het rapport harde noten gekraakt over de rol van de media, die veelal zoeken naar ophef en onevenredig vaak over fraude schreven. Politiek en pers haalden het slechtste in elkaar naar boven en er ontstond een „papegaaiencircuit”. „In het samenspel van politiek en media overheersten enkelvoudige beelden, waardoor de werkelijkheid geweld is aangedaan”, concludeert de commissie.
Zij is dan ook niet weggelopen voor kritiek op de pers, erkent Van Nispen. „We nemen ook rechters de maat, ook Kamerleden, maar ook journalisten. Omdat dat spelers zijn geweest in de schandalen die zich hebben voorgedaan.” Waar kabinet, Kamer en de rechtspraak ook adviezen krijgen voorgeschoteld, blijven aanbevelingen aan journalisten echter uit.
„De commissie is niet in de positie om aanbevelingen te doen over de invulling van het werk van journalisten”, staat in het rapport.