„Veel onwetendheid over onverdoofde slacht”
De uitspraak van een Europees gerechtshof dat overheden onverdoofd slachten mogen verbieden, leidt tot afwijzende reacties uit de Joodse gemeenschap. „De rechters volgen de meute. Ieder land is echter vrij zijn eigen beleid te voeren.”
Een wet die onverdoofd slachten verbiedt, is niet strijdig met de vrijheid van godsdienst en met het verbod op discriminatie, oordeelde het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in Straatsburg na een klacht vanuit België, waar een dergelijk verbod in bijna het hele land geldt.
„Deze uitspraak maakt helaas duidelijk dat in Europa de empathie voor dieren groeit, maar de empathie voor joden slinkt”, zegt mr. Herman Loonstein, advocaat van de Nederlandse koosjere slagerij. „Het laat helaas wederom zien dat een kleine schreeuwende groep het wint van de massa. Het moment nadert dat joden in Europa geen vlees meer kunnen nuttigen en daardoor ook Europa zullen moeten verlaten.” Volgens Loonstein is de uitspraak vanuit juridisch oogpunt opmerkelijk te noemen: dierenbescherming is namelijk niet in de grondwet vastgelegd, vrijheid van godsdienst wel.
De gerechtelijke uitspraak heeft voor de joodse gemeenschap in Nederland geen gevolgen, zegt opperrabbijn Jacobs. „De rechters dwingen niets af; ieder land mag zijn eigen regels stellen. Voor ons geldt het convenant dat we met de overheid en islamitische organisaties hebben gesloten.” Daarin is vastgelegd aan welke strenge voorwaarden onverdoofde slacht moet voldoen.
Positief is Jacobs echter niet over de uitspraak van het Europese Hof. „Het is een toegeven aan de publieke opinie, zoals het hof nota bene zelf zegt. Die opinie verandert echter voortdurend; vaak speelt onwetendheid een rol.”
Pin in hersenen
In veel discussies is 5 procent van de mensen erg voor, 5 procent erg tegen en 90 procent weet het niet zo goed, maar vormt zich wel een mening, voor of tegen iets, zegt de rabbijn. „Zie maar de discussies over euthanasie en voltooid leven. Er is vaak gebrek aan kennis, en dat leidt tot verkeerde inzichten. Bij dit onderwerp ook. Vraag aan een willekeurig iemand: Wat is beter, verdoofd of onverdoofd slachten? Zo iemand zal denken: Verdoofd, natuurlijk. En dan denkt hij aan het ziekenhuis, waar de zuster bij een narcose zegt: „Ga maar lekker slapen.” Maar mensen weten niet –ook een deel van de parlementariërs wist het niet toen ik het vroeg– hóé dieren worden verdoofd: ze krijgen geen spuitje of roesje, maar er wordt een pin in hun hersenen geschoten. In 10 tot 20 procent van de gevallen gaat dat mis. Dan gaat het dier echter gewoon verder in de productielijn, want slachterijen nemen echt niet de tijd voor een tweede poging. Zo’n beest lijdt gigantisch. Als het schieten wel lukt, is het beest verlamd. Maar niemand weet of het dier dan meer of minder pijn heeft dan bij onverdoofde slacht.”
-Mensen meten vaak ook met twee maten, zegt Jacobs. „Ze zijn tegen onverdoofde slacht, maar lopen onbekommerd rond met een tas van krokodillenleer. Hoe denk je dat de krokodil is gedood?”
De opperrabbijn beklemtoont dat zijn inziens de vrijheid van godsdienst niet onbegrensd mag zijn. „Die vrijheid is een groot goed, maar als iemand onder het mom van een religie oproept om medemensen te vermoorden of te beschadigen, dient zijn vrijheid te worden begrensd. Een wet die onverdoofde slacht verbiedt, tast de godsdienstvrijheid echter aan, ook omdat er geen enkel bewijs is dat deze slacht tot meer dierenleed leidt.”
Afspraken
Het onbedwelmd slachten door joden en moslims heeft al vaak ter discussie gestaan. Volgens hun regels moet een dier bij bewustzijn een halssnede ondergaan om vlees de status koosjer respectievelijk halal toe te kennen. Landbouwstaatssecretaris Bleker sloot in juni 2012 een convenant met de Vereniging van Slachterijen en Vleesverwerkende bedrijven, het Contactorgaan Moslims en Overheid en het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap waarin voorwaarden werden vastgelegd waaraan onverdoofde slacht moet voldoen.
Dit ”convenant onbedwelmd slachten volgens religieuze riten” is in juli 2017 aangescherpt. Sindsdien mag er alleen nog worden geslacht voor de Nederlandse markt. Ook werd vastgelegd dat wanneer bij controle van de ooglidreflex niet binnen 40 seconden blijkt dat een rund bewusteloos is, het dier alsnog moet worden doodgeschoten.
De discussie daarover was nauwelijks voorbij toen de Partij voor de Dieren in 2018 met een wetsvoorstel kwam waarin onverdoofd slachten werd verboden. Dit initiatief kreeg de steun van een ruime meerderheid in de Tweede Kamer. De Eerste Kamer sneed het echter de pas af, mede omdat de godsdienstvrijheid erdoor in het gedrang zou komen.
Slachten volgens de joodse of islamitische regels is in Nederland daardoor nog steeds een uitzondering op de regel dat dieren bewusteloos moeten worden gemaakt voordat ze worden gedood. Slachthuizen die van deze uitzondering gebruikmaken, moeten zich bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) registreren, waarna deze organisatie bekijkt of ze volgens de regels werken.
In december 2021 bleek overigens dat de meeste dierenartsen van de NVWA tegen het onverdoofd slachten zijn. Een minderheid van hen wil er ook geen toezicht op houden en krijgt daarvan vrijstelling. Het kwam volgens de organisatie echter slechts incidenteel voor dat een geplande slacht niet door kon gaan doordat de NVWA geen dierenarts beschikbaar had. De oorzaak was dan het structurele tekort aan dierenartsen bij de organisatie en niet het ontzien van bezwaarde medewerkers.
De onderzoekers meldden dat slachterijen uit het oogpunt van kostenbesparing werken aan een kwaliteitssysteem dat het permanente toezicht op onverdoofd slachten kan vervangen.