Bezwaarde dierenarts hoeft niet toe te zien bij onverdoofd slachten
De meeste dierenartsen van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) zijn tegen het onverdoofd slachten van dieren. Sommigen gaan zover dat ze ook geen toezicht willen houden bij religieuze slacht.
De voedselautoriteit geeft hen daarvoor de ruimte „vanuit het oogpunt van goed werkgeverschap.” De bewuste dierenartsen worden in de planning van het toezicht vervangen door collega’s die wel bereid zijn deze taak uit te voeren. Dat blijkt uit antwoorden van de NVWA op vragen van het Reformatorisch Dagblad.
Het komt „incidenteel” voor dat een geplande slacht niet door kan gaan, omdat de NVWA op dat moment geen dierenarts beschikbaar heeft. Een woordvoerder zei donderdag dat dit te wijten is aan een structureel tekort aan dierenartsen bij de organisatie en niet aan het ontzien van bezwaarde medewerkers.
Koosjer
In Nederland wordt onverdoofd geslacht ten behoeve van de joodse en islamitische gemeenschappen. Een dier moet bij bewustzijn een halssnede ondergaan om vlees de status koosjer respectievelijk halal toe te kennen.
De wet vereist dat deze religieuze slacht plaatsvindt onder toezicht van een dierenarts van de NVWA. Die moet bijvoorbeeld ingrijpen als een koe, schaap of geit 40 seconden na de halssnede nog niet buiten bewustzijn is. In dat geval wordt het dier alsnog verdoofd.
In opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid (LNV) heeft bureau Deloitte een evaluatie gemaakt van het in 2017 aangescherpte ”convenant onbedwelmd slachten volgens religieuze riten”. Daarin zijn afspraken vastgelegd tussen de overheid, slachterijen, het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK) en het Contactorgaan Moslims en Overheid.
Het rapport van Deloitte maakt melding van een interne evaluatie van de NVWA onder 150 medewerkers, waaruit blijkt dat de meeste dierenartsen „op persoonlijke titel, of op basis van hun morele opvatting of vanuit hun opleiding als dierenarts” tegen onverdoofd slachten zijn. Ze vinden dat een aantasting van het dierenwelzijn „Een groot deel” van hen is wel bereid om toezicht te houden, omdat de wet ruimte geeft voor religieuze slacht. Maar er zijn ook dierenartsen die dat niet willen doen.
Volgens de NVWA-woordvoerder houdt de organisatie „waar mogelijk” bij de indeling van de roosters rekening met de voorkeuren van de dierenartsen. „De NVWA spant zich in, ook vanuit het oogpunt van goed werkgeverschap, om in overleg af te stemmen hoe taken onder dierenartsen worden verdeeld”, zegt hij. Van weigering om een opdracht uit te voeren is volgens hem geen sprake.
De NVWA valt onder het ministerie van LNV. Volgens een woordvoerster van LNV is demissionair minister Carola Schouten „zich ervan bewust dat de meningen over ritueel onbedwelmd slachten sterk verdeeld zijn. En dat mág ook zo zijn. Het gesprek in de samenleving blijft hier over gevoerd worden met alle betrokken organisaties.”
Aanbod vlees
Dat een religieuze slacht niet kan doorgaan, gebeurt zo zelden dat het niet wordt bijgehouden. Volgens het rapport van Deloitte wordt het door de partijen in het convenant „niet als een structureel probleem ervaren.” Het aanbod van voldoende koosjer en halal vlees komt er niet door in gevaar, zegt de NVWA-woordvoeder.
Toch is het rapport aanleiding voor de NVWA om nog eens te bekijken „in welke mate” de huidige praktijk „invloed heeft op de uitvoerbaarheid van het toezicht op de onbedwelmde slacht”, meldt de woordvoerder.
Deloitte schrijft dat de slachterijen werken aan een kwaliteitssysteem dat het permanente toezicht op onverdoofd slachten kan vervangen. Belangrijkste reden daarvoor zijn de extra kosten die het toezicht met zich meebrengt.