EconomieRITUEEL SLACHTEN

Convenant religieuze slacht pakt goed uit voor dierenwelzijn

De afspraken die de overheid gemaakt heeft met vertegenwoordigers van de joodse en islamitische gemeenschap over onverdoofd slachten hebben geleid tot een verbetering van het dierenwelzijn.

Redactie economie
21 December 2021 15:51Gewijzigd op 21 December 2021 16:07
beeld ANP, Freek van den Bergh
beeld ANP, Freek van den Bergh

Dat concludeert minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) op basis van onderzoek door bureau Deloitte Consulting en Wageningen University & Research.

De minister is tevreden over de uitvoering van en het toezicht op het ritueel slachten. Ook zijn er geen signalen dat meer dieren onverdoofd worden geslacht dan nodig is voor de Nederlandse markt, schrijft ze in een brief die ze maandag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Het onderzoek is een eerste evaluatie van afspraken uit 2017 tussen overheid, slachterijen, het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap (NIK) en het Contactorgaan Moslims en Overheid. In een aanvulling op een eerder convenant uit 2012 werd toen onder meer bepaald dat een dier dat 40 seconden na het aanbrengen van de halssnede nog niet buiten bewustzijn is, alsnog moet worden verdoofd. Verder worden geen dieren ritueel geslacht met de bedoeling het vlees te exporteren.

De normen voor ritueel onverdoofd slachten zijn met ingang van 1 januari 2018 wettelijk vastgelegd. Daarnaast worden de afspraken elke drie jaar geëvalueerd.

Deloitte concludeert in zijn rapport dat het convenant goed functioneert en beveelt aan om de gemaakte afspraken voort te zetten. In vergelijking met een nulmeting uit 2014 is sprake van een verbetering van het dierenwelzijn.

Ruben Vis, algemeen secretaris van het NIK reageert tevreden op de uitkomsten van de evaluatie. „Voor de Joodse gemeenschap is het belangrijk om koosjer vlees te kunnen blijven eten. Wij rekenen erop dat het convenant wordt voortgezet. Dat past bij een betrouwbare overheid en is goed voor het welzijn van dieren.”

Het ritueel slachten mag alleen plaatsvinden onder toezicht van een dierenarts van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Uit de brief van Schouten blijkt dat sommige dierenartsen er bezwaar tegen hebben om die taak uit te voeren. De NVWA ondervangt dit probleem door de weigeraars uit te roosteren en te vervangen door collega’s die geen moeite hebben met het bijwonen van onverdoofd slachtten.

”Wageningen” heeft onderzoek gedaan naar de handel in koosjer en halal vlees. Het meeste vlees blijkt naar koosjere en islamitische slagers in Nederland te gaan. Onderdelen van geslachte dieren die niet door Nederlandse consumenten worden gegeten, mogen wel geëxporteerd worden. Maar de onderzoekers hebben geen aanwijzingen dat dieren speciaal voor de export geslacht worden.

De rituele slacht brengt meer kosten met zich mee, onder meer voor het verplichte toezicht. Daardoor is het vlees duurder dan ‘gewoon’ vlees. Schouten denkt daarom dat verkoop van koosjer en halal vlees op de reguliere markt commercieel niet interessant is. Al met al concludeert zij dat er niet meer dieren ritueel worden geslacht dan waar de Nederlandse joodse en islamitische gemeenschappen behoefte aan hebben.

Uit het rapport van de Wageningse onderzoekers blijkt dat in 2020 in Nederland 64.400 runderen, schapen en geiten onverdoofd zijn geslacht. Dat is 2,2 procent van de bijna 3 miljoen in dat jaar geslachte koeien, schapen en geiten. In de meeste gevallen gaat het om schapen: 55.300 stuks.

Veel schapen worden geslacht voor het islamitische Offerfeest, maar die dieren worden steeds vaker wél verdoofd. Van de 45.000 schapen en geiten die in 2020 voor dat feest waren bestemd, werden er 23.000 onverdoofd geslacht, ofwel 51 procent. In 2017 was dat nog 94 procent.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Rituele slacht

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer