Demissionair minister Dilan Yeşilgöz (Justitie en Veiligheid) is tijdens de begrotingsbehandeling van haar departement stevig in aanvaring gekomen met D66-Kamerlid Joost Sneller over het al dan niet legaliseren van harddrugs. Volgens Yeşilgöz is het „naïef” om te denken dat in Nederland de discussie daarover nog kan worden gevoerd. Daarvoor is het volgens haar veel te laat.
„Onze rechtsstaat staat op omvallen. Als de mannen en vrouwen van de dienst bewaken en beveiligen er niet hadden gestaan, was de rechtsstaat omgevallen”, zei een geëmotioneerde minister. Ze doelt daarbij op de vermenging van de onder- met de bovenwereld, waarbij de zware georganiseerde criminelen het voor het zeggen hebben. De medewerkers van de dienst bewaken en beveiligen beschermen onder anderen bedreigde politici, rechters en journalisten. Yeşilgöz heeft al lang altijd beveiligers dicht om haar heen, net zoals onder anderen PVV-leider Geert Wilders.
„Onze manier van leven staat op het spel. We hebben geen tijd voor discussies over het legaliseren van harddrugs.” Ze verwees naar een internationale conferentie die de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema onlangs organiseerde. Halsema is voorstander van legalisering van cocaïne. D66 vindt dat Yeşilgöz hier serieus naar moet kijken, als onderdeel van de Nederlandse strategie om de oorlog tegen drugs te winnen.
Yeşilgöz wierp die suggestie resoluut van de hand. „Het legaliseren van harddrugs is onzinnig.” Ze vroeg aan Sneller of hij „wel weet wat hier gebeurt”. Het D66-Kamerlid was niet gediend van het „jij-bakken” door de minister. Volgens hem hoeft de ene strategie de andere niet uit te sluiten.
Ook de kritiek van GroenLinks-PvdA dat de ambitie van het ministerie voor het afpakken van crimineel geld wel ambitieuzer mag, schoof Yeşilgöz terzijde. Volgens Songül Mutluer (GL-PvdA) wordt er door criminelen die in Nederland actief zijn jaarlijks 16 miljard euro verdiend, terwijl het de ambitie van het ministerie is om daar 200 miljoen euro van af te pakken. De minister erkent dat je criminelen „het hardst raakt door hun geld af te pakken”, maar tekende aan dat het grootste deel van het geld via ondergronds bankieren het land uitgaat.
„Mijn nummer één ambitie is om hun netwerken kapot te maken”, zei Yeşilgöz. Daar wordt volgens haar hard en effectief aan gewerkt, maar dat zie je volgens de minister niet terug in de van criminelen afgepakte bedragen.