Koningshuis, blijf bij je leest
Zijn de recente uitspraken en activiteiten van koningin Máxima op het World Economic Forum (WEF) in Davos in lijn met de rechten en plichten van het koningshuis en de Grondwet van Nederland?
In Davos nam Máxima, als speciaal pleitbezorger van de secretaris-generaal van de VN voor inclusieve financiering voor ontwikkeling (UNSGSA), deel aan diverse bijeenkomsten in het kader van het WEF 2024, dat als thema ”Rebuilding Trust” (herbouwen van vertrouwen) had. Een van de sessies was de lunchbijeenkomst ”Financial Health: Key to empowerment and sustainable development” (financiële gezondheid: sleutel tot mondigheid en duurzame ontwikkeling). Ook sprak ze over het thema ”Comparing notes on Financial Inclusion” (notities over financiële inclusie). Hiernaast was ze actief als lid van de ”Stewardship Board of the World Economic Forum System Initiative on Shaping the Future of Financial and Monetary Systems van het WEF” (die gaat over de toekomst van financiële en monetaire systemen).
Als VN-pleitbezorger voor financiële inclusie is Máxima al sinds 2005 (het jaar van het microkrediet) betrokken. Microkrediet is een vorm van financiële dienstverlening waarbij kleine leningen worden verstrekt aan ondernemers in ontwikkelingslanden, vooral aan mensen met een beperkte toegang tot conventionele banken. Met een microkrediet kan een Afrikaanse boer bijvoorbeeld een koe kopen voor landbouwwerkzaamheden, om mee te fokken of voor melk. Met de opbrengsten kan hij zijn lening in termijnen terugbetalen. Dit draagt bij aan zelfredzaamheid en de ontwikkeling van gemeenschappen (los van bijvoorbeeld hoge rentepercentages of het accepteren van de ideologie van een reguliere microkredietvergunner).
Tijdens een van de gesprekken ging Máxima in op digitale valuta en het feit dat je een digitale identiteit nodig hebt om hiervan gebruik te kunnen maken. Máxima noemde voorbeelden waaruit bleek dat ze niet alleen digitale munttoepassingen in gedachten had. Ze doelde ook op inschrijving bij scholen, gezondheid en vaccinaties en subsidies van de overheid. Op sociale media leidde dit tot veel commotie. Enerzijds over de naderende noodzaak om een digitale identiteit te hebben, digitale valuta en de ”central bank digital currency” (CBDC, digitale valuta van de centrale bank). Anderzijds over de rol van Máxima, met name haar enthousiasme en pleidooi voor digitale oplossingen.
Het ministerie van Financiën heeft gevraagd of Máxima zich minder wil uitspreken over de komst van de digitale euro. Het leidt herhaaldelijk tot polarisatie als ze zich uit over deze thema’s. Zo pleitte ze voor digitale oplossingen op andere terreinen, zoals het IMF en het Europees Parlement.
De zorg van een groot aantal Nederlanders is dat we naar een afschrikwekkende toekomst gaan waarin overheden een buitensporig machtige status krijgen (BigGov), gefaciliteerd door grote technologiebedrijven (BigTech). Dan tuigen ze een controlemaatschappij op waarin diverse partijen door gekoppelde systemen en inzichtelijkheid in data het recht op privacy laten verdwijnen en een wereld creëren waarop wij als burgers niet zitten te wachten.
Deze bezorgdheid lijkt me terecht, omdat deze ontwikkelingen en de bijbehorende agenda’s niet op zichzelf staan. Denk aan het negeren van een door de meerderheid van de Tweede Kamer gesteunde motie over Europese digitale identiteit door Alexandra van Huffelen (D66), staatssecretaris van Koninkrijksrelaties en Digitalisering. In een van de laatste technische briefings van de Tweede Kamer kwam naar voren dat de Nederlandse digitale identiteit er eind 2026 komt.
Het rijk der Nederlanden heeft een constitutionele monarchie –dat betekent dat de macht en de rechten en plichten van het koningshuis worden beperkt door de Grondwet– en een parlementaire democratie. Het Nederlandse koningshuis zou, naast symbolische en formele taken, een onpartijdige, neutrale rol moeten spelen die vertrouwen en verbinding bevordert. Dat Máxima’s VN-rol hevig wringt met haar rol als koningin lijkt me duidelijk.
Laat ik teruggaan naar het thema van WEF 2024: ”Rebuilding trust”. Vertrouwen herbouwen start bij het luisteren naar het volk, het bevorderen van de rechten van burgers (ook rond privacy en anonimiteit) en het respecteren van de machtsstructuren die we in dit land hebben. Technologie zou juist meer tot haar recht komen (en daarmee tot eer van God) als ze werd ingezet om het vertrouwen tussen overheid en burger te bevorderen.
De auteur is medeoprichter van stichting Techthics, een platform dat nadenkt over de impact van nieuwe technologie op ethiek en christelijke religie.