„Wolf laat zich door niets tegenhouden”
Hij heeft er inmiddels bijna een dagtaak bij. Fruitteler Carel Verplak uit Driel is ook wolvenschadetaxateur en zijn telefoon staat niet meer stil. „Wolven laten zich door niets tegenhouden.”
Drie dode schapen liggen met zeil afgedekt in het weiland van veehouder Johan Hooijer uit Wekerom. Dan arriveert Verplak. Hooijer legt hem uit dat hij de dieren houdt als hobby. Met varkens en kippen moet hij zijn brood verdienen. Bij zijn nevenbedrijf in Otterlo lopen 25 schapen. Sinds woensdag zijn dat er drie minder.
Voor Verplak is dat die dag de tweede melding van een wolvenaanval. Samen met vier andere collega’s werkt hij voor taxatiebedrijf Attema Footprint, dat op zijn beurt weer wordt ingeschakeld door Bij12. Die laatste organisatie houdt namens Nederlandse provincies het aantal wolven in de gaten. Ook handelt Bij12 schade af die de wolf heeft veroorzaakt. Taxateurs onderzoeken of een wolf de doodsoorzaak is en niet bijvoorbeeld een op hol geslagen hond.
Luchtpijp
Naast zijn beroep als fruitteler was Verplak al hagelschade-expert in zijn sector. Later kwam daar ook de taxatie van wildschade bij. Toen het aantal meldingen van gedode dieren door wolven toenam, waren er ook wolvenschadetaxateurs nodig. „Ik heb toen een opleiding van vier dagen in Oost-Duitsland gehad, waar we leerden sporen te vinden en waar ons werd bijgebracht hoe een wolf zijn prooi doodt. Daarna heb ik nog een tweedaagse DNA-cursus gevolgd bij de Wageningen Universiteit.”
Hoewel DNA-uitslag de doorslag geeft voor het ontvangen van een vergoeding, heeft de Betuwse inspecteur inmiddels genoeg ervaring om de situatie snel in te schatten. De dode schapen in Otterlo, waarvan alle drie de luchtpijp is doorgebeten, zijn onmiskenbaar het slachtoffer van de wolf. Maar hoe het roofdier de omheining is gepasseerd, blijft vooralsnog een raadsel. Op de drie strengen prikkeldraad rond het weiland staat een fikse hoeveelheid stroom, meet Verplak. Dat is het eerste wat hij doet op locatie: de hoogte van de afrastering bepalen, evenals de hoeveelheid stroom die er op staat. Een officieel goedgekeurd wolfwerend raster is overigens geen voorwaarde voor een schadevergoeding.
Karkassen
Om een haarzuiver DNA-spoor te kunnen vinden, mogen er geen andere dieren in de buurt van de dode schapen zijn geweest. „Zodra een hond eraan heeft gesnuffeld of een vos later aan de karkassen heeft gevreten, kun je via het DNA niet meer zien dat een wolf de dader is. In dat geval gaat Bij12 af op mijn expertise. Daarom maak ik een uitgebreid rapport van mijn bevindingen.”
De veronderstelling dat het roofdier rechtsomkeert maakt bij een zogenoemd wolfwerend hekwerk dat is voorzien van stroom, verwijst Verplak naar het rijk der fabelen. „Wolven laten zich door geen enkele hindernis tegenhouden. Ze schieten vol adrenaline als schapen beginnen te rennen. Ze laten dan hun eerste prooi los en gaan achter de andere beesten aan. Een schaap kan zich ook niet verweren en geeft zich makkelijk over. Daardoor wordt vaak meer dan één dier gedood. Bij de grootste slachtpartij waar ik naartoe moest, waren 23 exemplaren doodgebeten. Dan neem ik bij verschillende schapen DNA af zodat we kunnen zien of het om een roedel wolven gaat.”
Hotspot
De aanwezigheid van wolven-DNA zorgt er niet alleen voor dat de benadeelde eigenaar een schadevergoeding krijgt, maar zo kan ook worden gesignaleerd om welke wolf het gaat. Eveneens krijgt de overheid zo een beeld van het aantal wolven in Nederland. „Op dit moment zijn dat er ruim honderd. Alleen al op de Veluwe hebben zeven roedels hun territorium. Otterlo en omgeving is een echte hotspot. Iedere dag zijn hier wel een of meer meldingen van dode dieren.” Volgens Verplak zijn niet alleen schapen het slachtoffer, maar incidenteel ook paarden en koeien.
Bij12 berekent de hoogte van de schadevergoeding die veehouder Johan Hooijer van de overheid krijgt. Verplak: „Als de dieren drachtig zijn, is dat zo’n 240 euro per stuk voor gewone schapen. Stamboekdieren zijn een stuk duurder.” Voor Hooijer is in ieder geval de lol van het schapen houden er af. „Straks lopen nergens meer lammetjes in de wei. En dat is toch wat mensen graag zien.”