Opinie

Kleine roeping groot genoeg om tot zegen te zijn in het alledaagse

Een samenleving staat of valt met mensen die willen opstaan voor een ander, tijd ter beschikking stellen en omzien naar elkaar. Juist op déze manier kunnen ook kerken en christelijke organisaties bijdragen aan de bloei van gemeenschappen.

Mirjam Bikker
3 February 2024 08:16
„Nederland kent een belastingstelsel dat gezinnen te weinig ruimte biedt om zorgtaken te verdelen.” beeld iStock
„Nederland kent een belastingstelsel dat gezinnen te weinig ruimte biedt om zorgtaken te verdelen.” beeld iStock

„Elke zondagmorgen brengt hij een mokkagebakje mee. Ik heb een gouden schoonzoon”, aldus de oudere dame in een verzorgingshuis in Barneveld waar ik niet zo lang geleden was. Trouw kreeg ze bezoek van naaste familie; de glimmende ogen vertelden hoe dat gewaardeerd werd.

En heel eerlijk, dit vormt een schril contrast met de vele cijfers en verhalen die we ook horen en lezen. In de afgelopen weken mocht ik de begroting van het ministerie van Volksgezondheid voorbereiden. Dat confronteerde me opnieuw met hoe ons land ervoor staat. Een op de vijf jongeren voelt zich soms, zelden of nooit gelukkig. Ongeveer de helft van de volwassen Nederlanders voelt zich eenzaam.

Juist daarom is het tijd om een vraag te stellen die net wat dieper gaat. Wat beweegt ons Nederlanders? Wat zijn onze drijfveren? Is daar een gemeenschappelijkheid in te ontdekken? En welke? Hoe zullen we samenleven als zachte waarden van trouw en van verantwoordelijkheid voor elkaar niet vanzelfsprekend zijn? Deze vragen bekruipen me als ik naar de gemoedstoestand van ons land kijk.

Financieel en materieel zijn we rijker dan ooit, we leven steeds langer, aan de oppervlakte hebben we zoveel. Maar Nederlanders lijken daardoor niet gelukkiger te zijn geworden en zijn minder verbonden met elkaar dan vroeger. De tijdsgeest zet een comfortabel leven centraal, draait vaak vooral om consumptie als bron van geluk. De vergaring van rijkdom –of economische groei, zoals we die in onze tijd noemen– lijkt niet langer een wenselijk instrument maar een nietsontziend doel.

Daarbij komt dat de wens om verbonden met de mensen om ons heen te leven heel vaak heeft moeten plaatsmaken voor de
triomf van het individu. Dat individu moet vooral zelf kunnen bepalen wat goed voor hem is en niet gehinderd worden door bemoeienis van de overheid of de samenleving. Het ”algemeen belang” is als term zo ongeveer in de collectieve vergetelheid geraakt. Het eigenbelang steekt op steeds meer plekken de kop op.

Zelfoverschatting

Moeten we ons verwonderen over die individualisering? Over een tijdsgeest die draait om meer, meer, meer? Over de leugen dat je zelf verantwoordelijk bent voor je succes en geluk? De christelijke traditie weet dat geen mens op zichzelf kan leven. Achter een ongelukkige samenleving gaat een groter verhaal schuil. Steeds vaker hebben Nederlanders gekozen voor een leven zonder God.

Dat is een keuze die gevolgen heeft. Met een steeds terugkerende neiging tot zelfoverschatting heeft men gemeend zelf een oordeel te kunnen vellen over ”goed” en ”fout”. Of de mens ook de consequenties van die opstelling overziet, klinkt steeds luider als vraag. Psychiater Esther van Fenema omschrijft dit treffend in haar boek ”Het verlaten individu”: „De Nederlander heeft zichzelf de plaats van God toegewezen, maar neemt niet de verantwoordelijkheid die bij de macht komt kijken.”

Anno 2024 zien we dat de gevolgen van dat gebrek aan verantwoordelijkheid zich steeds zorgwekkender manifesteren. Op abstract niveau: het individu laat zich nog weinig vertellen, weet zich nauwelijks verbonden met de ander. In een onderzoek naar regionale ongelijkheid (”De atlas van afgehaakt Nederland”) zien we dat de vraag hoe je leeft toch echt gevolgen heeft voor het welbevinden. Een veelzeggend contrast: er tekent zich een ”burgerschapszone” of ”gemeenschapszone” af die, van zuidwest naar noordoost, dwars door Nederland loopt. Dit is een strook met relatief goede scores qua sociale samenhang, gezondheid en verkiezingsopkomst. Een samenleving met verbondenheid dus, terwijl dit opvallend genoeg niet het stuk Nederland is met de hoogste inkomens of opleidingen.

Tot zegen zijn

Wat heeft dat alles ons te zeggen? Ik onderscheid verschillende kringen, te beginnen bij onszelf. We moeten ons er niet over verbazen wanneer we onszelf vroeg of laat tegenkomen als we aan een eigenzinnige tocht zijn begonnen. Augustinus zei ooit: „Onrustig is ons hart, tot het rust vindt in God.”

De keuzes die we maken, hebben gevolgen voor de samenleving, de gemeenschappen waarin we samenleven. Dat is een tweede kring. Van rabbijn Jonathan Sacks leerde ik een definitie van geluk die lijnrecht ingaat tegen de dominante stroom: geluk wordt bepaald door het vermogen om voor bepaalde waarden te leven en daarnaar te handelen. Bijvoorbeeld door deel uit te maken van en zorg te dragen voor een familie of een bredere gemeenschap. Eigenlijk wat ik zo mooi in Barneveld zag en wat elke krantenlezer zal kunnen benoemen in zijn of haar omgeving. Als christenen verlangen we ernaar om de ander te dienen, tot zegen te zijn. Wat heeft onze tijd dat nodig.

Het is die samenleving waarin mensen zich voor elkaar verantwoordelijk weten en uit eigen beweging naar elkaar omzien. De samenleving die antwoorden kan geven wanneer het individu allang machteloos staat. De samenleving die ik terugzie in de warme huiskamers van het Leger des Heils, in zoveel vrijwilligerswerk, in het kopje soep voor de buurman. Zo’n maatschappij is een bindmiddel tussen mensen. De overheid kan die op eigen kracht niet voortbrengen en ze past ook niet bij de overheid.

Ritme van rust

De kring van de overheid is er niettemin wel. Wat bevordert het goede, het verbonden samenleven? De politiek heeft daarin haar rol. Het maakt veel uit met welk kompas politieke partijen wetten en beleid maken die de samenleving inrichten. Welke waarden liggen eronder? Want wat je zaait zul je oogsten. Wetgeving kan geen samenleving bouwen, maar ze kan het haar wel gemakkelijk maken om te bloeien.

Die bloei ontstaat als we de juiste vragen stellen. Doen we recht aan het ritme van rust dat we uit de Bijbel en de schepping kennen? Is economische groei een doel op zich of zijn er grenzen aan de groei?

Op dit moment wordt betaald werk veel meer gestimuleerd dan het zorgen voor elkaar. Nederland kent een belastingstelsel dat gezinnen te weinig ruimte biedt om zorgtaken te verdelen. We zien een enorme regelbrij als het gaat om vrijwilligerswerk. Mantelzorgverlof is vaak onbekend of te beperkt om de familie te kunnen ondersteunen. Iedereen wil terecht dat we meer huizen bouwen, maar we moeten dan niet vergeten te bouwen aan wijken waar mensen kunnen samenkomen en waar generaties gemengd leven. Kies voor een straatje erbij in elk dorp. De overheid kan kiezen tussen gemeenschappen bouwen of alles maar laten gebeuren. Dat zijn de keuzes waarin de christelijke politiek van zich mag laten horen.

Bloei

Nog even terug naar het mokka-
gebakje. Het zijn roerige tijden en ik spreek veel bezorgde mensen. Daarom zou ik ook een streep willen zetten onder de kleine roeping om naar elkaar om te zien in het alledaagse. Die roeping is groot genoeg om tot zegen te zijn. Ik ben dankbaar voor zoveel mensen die dat dagelijks in hun leven laten zien. Want een sterke samenleving staat of valt met mensen die willen opstaan voor een ander, hun tijd ter beschikking stellen en tot zegen zijn in hun omgeving. Juist op déze manier kunnen ook kerken en christelijke (vrijwilligers)organisaties bijdragen aan de bloei van gemeenschappen.

De auteur is voorzitter van de Tweede Kamerfractie van de ChristenUnie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer