Hogeschool Utrecht is teruggekomen op het besluit om een reeks lezingen over de Holocaust te cancelen. Zondag maakte de school bekend de geplande serie af te blazen. Onder druk vanuit politiek en maatschappij deelde de schoolleiding maandagavond mee dat ze toch doorgaan.
Een wijs besluit. Toch is daarmee de kous niet af. Want de wonden zijn wel geslagen en de littekens zullen blijven.
Wat vooral zorgen geeft, is de redenering die tot het eerste besluit heeft geleid. Hoewel de hogeschool in één dag achtereenvolgens drie geheel verschillende argumenten gebruikte om het besluit te motiveren, was het oorspronkelijke het meest zorgwekkend. In het licht van de gebeurtenissen van 7 oktober vorig jaar wilde de schoolleiding het thema antisemitisme in een breder en genuanceerder perspectief zetten. Heel eenvoudig gezegd was de boodschap: je kunt geen aandacht aan de Holocaust geven als je zwijgt over de gebeurtenissen van de laatste maanden in Israël en Gaza.
Inmiddels is duidelijk dat Hogeschool Utrecht bij haar oorspronkelijk besluit zwichtte voor de druk van (pro-Palestijnse) groepen die geen ruimte willen voor mensen die zich bekommeren om het lot van de Joden. Deze groepen noemen zich democratisch, maar zijn in wezen uiterst onverdraagzaam. Ze passen in de hegemonie van het wokisme in de huidige universitaire en culturele wereld. Die beweging wil afwijkende opvattingen uitbannen.
Demissionair premier Rutte zei zondag bij de jaarlijkse Holocaust-herdenking zeer terecht dat de aandacht voor de massale en fabrieksmatige uitroeiing van de Joden tijdens het nazibewind niet mag wijken voor kritiek op het optreden Israël in Gaza na de aanval op 7 oktober. De Holocaust is zo uniek en zo ernstig dat blijvende aandacht daarvoor een verplichting is die ligt op een democratisch land dat zich beschaafd noemt. Die ideologisch gedreven verdelging van het Joodse volk door de nazi’s mag nooit vergeten worden; moet blijvend worden herdacht.
Toen na de Tweede Wereldoorlog de dramatische gebeurtenissen in de vernietigingskampen in hun volle omvang bekend raakten, was de algemene roep en opvatting: ”Nie wieder”. Nooit weer. Inmiddels lijkt het tij zich te keren. Het harde feit van de Holocaust moet worden „genuanceerd en in perspectief worden geplaatst”. Zogenaamd om het beter te begrijpen, maar in werkelijkheid om de ernst ervan de reduceren.
Elke historicus zal zeggen dat de geschiedenis zich nooit herhaalt. Maar er zijn wel patronen die steeds weer terugkeren. Een daarvan is dat herleving van antisemitisme steeds weer begint met het nuanceren van de geschiedenis. Zo van: het lag niet alleen aan de antisemieten, ook de Joden hadden hun rol. Na dat benoemen begint het kweken van begrip en dat eindigt vaak met rechtvaardiging. De gebeurtenissen in Utrecht blijven daarom een veeg teken.