Een christen kan zich nooit isoleren van de kerk van alle tijden en plaatsen
„Ik geloof een heilige algemene christelijke kerk.” Het zijn woorden –of een variant daarop– uit de Apostolische Geloofsbelijdenis die iedere zondag in reformatorische kerkdiensten klinken. Als je in twaalf zinnen zegt wat het christelijk geloof inhoudt, dan hoort de kerk er dus helemaal bij. Christenen kunnen zich daarom nooit isoleren van de kerk van alle tijden en plaatsen.
Het lichaam van Christus is zichtbaar. Daarom kan zichtbare verscheidenheid niet bestaan. Christenen die in de traditie van de zestiende-eeuwse Reformatie willen staan, doen er goed aan hun positie te bepalen tegenover de kerk waaruit zij zijn voortgekomen. Ze zaten 1500 jaar lang naast elkaar in de kerkbank.
Daarnaast is het een Bijbelse opdracht om eenheid te zoeken. Dat spoor wil ook een groep Nederlandse theologen uit protestantse en rooms-katholieke kring gaan: in de woensdag verschenen verklaring ”Rome-Reformatie nú” zoekt ze naar zichtbare eenheid van kerken. De ondertekenaars wijzen erop dat een verscheurde kerk zonde is tegenover God. Maar ook dat een verbrokkelde kerk antireclame is in een wereld die ver van Hem is afgedwaald. „Opdat zij allen een zijn”, bad Jezus tot Zijn Vader. „Opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt.”
Rooms-katholieken en protestanten delen, aldus de verklaring, het geloof in de drie-enige God en in Jezus Christus, de Zaligmaker en het ene Hoofd van de kerk. Alleen daarom al is het goed om met elkaar in gesprek te gaan. Nadenken over de verhouding tussen Rome en Reformatie is niet vrijblijvend. Vooral orthodox-gereformeerden moeten oppassen dat ze niet, uit angst dat de verschillen met Rome van tafel worden geveegd, alleen maar de tegenstellingen blijven benadrukken.
Er zijn sinds de scheiding in de zestiende eeuw stappen in de oecumene gezet, maar daarmee zijn zeker niet alle verschillen tussen de Rooms-Katholieke Kerk en de protestantse kerken weggenomen. Knelpunten blijven onder meer de verhouding tussen het gezag van de Schrift en de traditie, de visie op de kerk, de onfeilbaarheid van de paus en de Marialeer. Wat dat betreft is de kloof tussen Rome en Reformatie nog steeds breed en diep. De Rooms-Katholieke Kerk zal zich moeten afvragen waarom ze de gemeenschappen die uit de Reformatie in de zestiende eeuw zijn ontstaan nog steeds de benaming ”kerk” niet toekent. Dat heeft alles te maken met haar visie op de ambten en de sacramenten.
De verklaring ”Rome-Reformatie nú” geeft ruiterlijk toe dat er soms nog grote verschillen tussen rooms-katholieken en protestanten bestaan. Dat een verenigde kerk niet maakbaar is, dat mensenhanden eerder afbreken dan opbouwen. Leerstellige vaagheid en het zoeken naar de grootste gemene deler zijn inderdaad geen opties. De genoemde verschillen zijn vooralsnog zo groot dat het onaanvaardbare concessies zou vragen om die te overbruggen.