„Stelen in de supermarkt is voor sommige mensen een sport”
Winkeldiefstal is geen nieuw probleem, maar sinds de komst van de zelfscanner neemt het stelen toe. Supermarkteigenaar Marcel van Daalhuizen pleit voor een landelijke campagne.
De filiaalhouder van de Jumbo in Hendrik-Ido-Ambacht is het ‘gratis winkelen’ spuugzat. En hij is blij dat er meer aandacht voor komt. Begin januari trok Jumbo krachtig aan de bel. Het bedrijf maakte bekend dat de verliezen door diefstal snel oplopen. Eén procent van de omzet gaat er inmiddels door verloren. Dat is een bedrag van 100 miljoen euro.
„Het betekent dat er elke dag dieven in mijn winkel rondlopen”, maakt Van Daalhuizen het probleem concreet. „Daar word ik bepaald niet vrolijk van.”
De introductie van de zelfscanners is volgens hem debet aan de toegenomen problemen. „De drempel om te stelen is daardoor veel lager geworden. Bij gewone winkeldiefstal komt er altijd politie, bij de zelfscan gebeurt dat zelden. Het is vaak nauwelijks te bewijzen dat iemand moedwillig niet betaalt.”
Op zich heeft de supermarkt- eigenaar het uitstekend naar zijn zin in Ambacht. „Het is een fijne plaats met vriendelijke mensen. Er is veel sociale controle, en dat vind ik een goede zaak.” Ook het relatief behoudende, christelijke karakter van de plaats staat hem aan. Hij onderhoudt goede contacten met de plaatselijke CU/SGP. „Ik zit hier nu drie jaar. Daarvoor had ik een winkel in Rotterdam. Daarbij vergeleken is Ambacht een oase van rust.”
Maar ook in een oase gebeuren dingen die het daglicht niet kunnen verdragen. Van Daalhuizen: „Het gaat er hier wel subtieler aan toe. In de grote stad heb je veel meer agressie. In het verleden heb ik nogal wat meegemaakt. Vaak betrapten mijn mensen meerdere winkeldieven op een dag, die meestal heel vervelend reageerden.
Overvallen
Ook werd mijn zaak daar verschillende keren overvallen. Geloof me, dat hakt er in. In Ambacht komt het slechts sporadisch voor dat iemand zich agressief gedraagt, maar ook hier wordt heel veel gestolen. Zeker als mensen hun boodschappen zelf scannen. Dat blijkt uit de steekproeven die we nemen. In echt heel veel gevallen heeft de klant niet alles gescand.”
Dat laatste brengt hem tot de verzuchting: „Als dat hier, in een christelijk dorp al zo is, hoe gaat het dan in Rotterdam?”
Hij haast zich te zeggen dat niet iedereen die een product verzuimt af te rekenen slechte bedoelingen heeft. „Natuurlijk kan iemand een fout maken. Zeker ouderen vergeten wel eens iets. Maar in veel gevallen ben ik ervan overtuigd dat er bewust wordt gestolen. Als iemand onder in de tas dure artikelen heeft die niet zijn afgerekend, weet ik echt genoeg.” Ook dan is diefstal trouwens nog lastig te bewijzen.
„Degene die het betreft komt vaak met een smoes. Dan zegt hij of zij bijvoorbeeld dat de producten wel zijn gescand, maar dat de apparatuur niet werkte.”
Rovers
In zijn winkel heeft Daalhuizen te maken met mensen die een of twee producten proberen mee te smokkelen, maar soms ook om „echte rovers.” Daarmee bedoelt hij dieven die voor honderden euro’s proberen te stelen. „Laatst was er een tweetal dat voor 18 euro afrekende bij de zelfscan, maar een kar voor 400 euro aan boodschappen wilde meenemen. Dat zijn lui die spullen meenemen om ze door te verkopen.”
Deze dieven werden in de kraag gevat, maar een volle kar met boodschappen die niet wordt gescand, glipt er vaak doorheen. De supermarkteigenaar: „De daders kiezen een druk moment en slaan dan hun slag, ook al staan er een of twee caissières te controleren.”
Die controle moet volgens hem worden uitgevoerd door ervaren medewerkers. Van Daalhuizen: „Helaas kan dat niet altijd. Maar het is eigenlijk geen werk voor een meisje van zestien. Jonge krachten zien niet alleen minder; ze hebben vaak ook nog niet geleerd klantvriendelijk te zijn. Het luistert nauw. Je moet streng zijn en tegelijk de welwillende klant niet beledigen.”
Iedereen kan een dief zijn, weet Daalhuizen. „Het gaat over het algemeen echt niet om mensen die stelen omdat ze in geldnood zitten. We betrappen soms keurige dames, die je geen seconde zou wantrouwen.”
Mentaliteit
Volgens de supermarkteigenaar is er door de komst van de zelfscanners iets veranderd in het denken van veel mensen. „Een mentaliteitskwestie. Winkeldiefstal lijkt wel een sport geworden. Ik heb op een verjaardag gezeten waarop aanwezigen opschepten over spullen die ze zonder te betalen uit een winkel hadden meegenomen.”
Hij heeft het idee dat mensen niet meer beseffen dat het daarbij om een misdrijf gaat. „Zo van: eigenlijk ben je gek als je alles afrekent.”
Hij vertelt over zijn gesprek met enkele dames. Die keken hem verbaasd aan toen hij klaagde over zijn problemen. „Eentje zei: Maar dat doet toch iedereen wel eens?”
Van Daalhuizen zou het liefst zien dat het gebruik van zelfscanners wordt teruggedraaid, maar gelooft niet dat zal gebeuren. Inmiddels heeft hij een aantal maatregelen genomen om het stelen tegen te gaan. Zo zijn er extra camera’s opgehangen en krijgen mensen die betrapt zijn op diefstal een winkelverbod. Als het misbruik van de zelfscanners betreft, mag degene die daarop is betrapt alleen nog bij een bemande kassa afrekenen.
Nuttig en nodig, maar niet afdoende, vindt de supermarkteigenaar. „Er moet meer gebeuren. De mentaliteit van veel mensen deugt dus niet. Die moet veranderen.”
Vloeken
Om dat te bereiken, pleit hij voor een landelijke campagne. „Daarin moet de consument duidelijk worden gemaakt dat winkeldiefstal crimineel gedrag is. Kijk naar wat de Bond tegen vloeken doet. Daar heb ik wel eens contact mee. Bij hen gaat het natuurlijk om een andere problematiek, maar ik heb het over de manier waarop die mensen werken. Ze zijn al jaren bezig om bewustwording op gang te brengen. En volgens mij lukt dat. Zoiets hebben we ook nodig als het gaat om het stelen van boodschappen en andere artikelen. Niemand mag het normaal vinden om iets mee te nemen zonder te betalen.”