Opiniecolumn milieu en technologie
Wel zingen over mus, zwaluw en duif, maar ze geen nestplek aanbieden

Mensen houden niet van muggen. Desondanks houden muggen wel van mensen. Maar het is geen onbaatzuchtige liefde. Vol bloeddorst stalken en steken de vrouwtjesmuggen ons. Net als Oekraïense drones zoemen ze om ons heen. Alleen niet met het doel te doden: het gaat om nieuw leven.

Ries van Maldegem
beeld RD
beeld RD

Met een beetje bloed kan via eitjes in water een volgende generatie opgroeien op een dieet van eencellige algjes en diertjes. De muggenlarven zelf dienen weer als voedsel voor vissen. Degenen die erin slagen het luchtruim te halen, komen ten goede aan amfibieën, vleermuizen en vogels. Zonder muggen geen zwaluwen. Denk daar eens aan bij het muggen meppen. Of als je onvrijwillig bloeddonor bent geworden voor je medeschepselen.

In het scheppingsverhaal worden de wriemelende wezens in één adem genoemd met walvissen en vogels. Insecten zijn geen enge beestjes maar waardevolle wondertjes van Gods creativiteit. Net als grassen, kruiden en vruchtbomen. Die laatste worden uitdrukkelijk voedsel genoemd: geschapen om te worden opgegeten. Ze komen tot hun bestemming als maaltijd, dus het doden van een slaplant door deze op te eten is geen zonde, al vinden wij dat wel zodra slakken dat doen. Maar het echt verkeerde is dan onze afgunst.

20029394.JPG
„De mug, de distel, en de dood kosten ons bloed, zweet, en tranen. Maar daar doorheen glinsteren geloof, hoop, en liefde.” beeld iStock

Ons mens-zijn in de schepping is vol moeite en verdriet sinds doornen en distelen welig tieren. Voor ons eten moeten we zweten, hopend op een goede oogst. We strijden tegen onkruid en plaagdieren, ploeteren door droogte en overstromingen heen en putten onszelf en de grond uit. De natuur rondom ons zien we als iets vijandigs, als iets waartegen we ons moeten wapenen, als iets wat we zoveel mogelijk moeten uitbuiten. Met wetenschap en techniek hebben we onze positie zodanig versterkt dat we onafhankelijk lijken te worden, dat we het schepsel-zijn lijken te kunnen ontstijgen. Maar dat is schijn, zoals het in verouderde, archaïsche taal staat: stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren. Of moderner: van levende materie worden we weer dood materiaal. Maar dat betekent niet dat materialisme onze leidraad moet zijn. Wel dat we in harmonie met de schepping moeten leven: het beheren en bewaken daarvan is onze taak.

In reformatorische kring wordt daarover weinig nagedacht. Dat is voor iedereen zichtbaar bij nieuwbouwkerken. De ontwerpen daarvan tonen geen doordenking en verwerking van hedendaagse problemen als grondstoffentekorten, natuurdegeneratie, klimaatverandering en energieproblemen. Er zijn genoeg redenen voor een hervorming, maar kerkarchitectuur wordt niet grondig gereformeerd maar gewoon gekopieerd. Geen groene gevels maar kale baksteen, geen zonnepanelen maar dakpannen, geen demontabele houtconstructies maar staal en beton, geen bomenrijke kerktuin maar een kaal verhard parkeerterrein en geen wilde-bloemenstroken maar gladgeschoren gazons. Wel statig zingen over de mus, de zwaluw en de duif, maar geen nestplekken aanbieden. Zelfs niet aan de kerkuil. Het hoogst haalbare is een torenhaan.

Een natuurvriendelijker kerkgebouw helpt bij het vertellen over het belangrijkste Bijbelse scheppingsbeheerprincipe, de sabbatsrust. De 24/7-economie maakt onze leefomgeving kapot. Actief natuurbeheer is tijd en ruimte geven aan plant en dier, waartoe ook het sabbatsjaar was voorgeschreven. Zodra de menselijke activiteiten stoppen, bloeit de schepping op. En wij ook, want we zijn er onderdeel van. Het is goed voor een mens om niet alleen de naaste lief te hebben, je huisdieren of honingbijen te koesteren, of je kamer- en tuinplanten, maar ook om rustig te genieten te midden van de wilde flora en fauna. Daardoor daalt de bloeddruk en ontspant het brein zich. Ook het bewonderen van weidse landschappen, de zee en de sterrenhemel brengt de gedachten als vanzelf naar wezenlijke zaken als leven en eeuwigheid. Wie van de schepping houdt, houdt ook van zichzelf. En moet God danken en loven voor alles wat Hij ons geeft in Zijn door ons toedoen aangetaste scheppingswerk.

De mug, de distel en de dood kosten ons bloed, zweet, en tranen. Maar daardoorheen glinsteren geloof, hoop, en liefde. De Schepper is ons schepsels in de schepping steeds nabij.

De auteur is adviserend ingenieur.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer