Een rotonde zonder afslagen
„Waarom geeft het RD nu weer een podium aan ds. Van den Brink?” De hoofdredactie kreeg afgelopen weken diverse mails naar aanleiding van het interview met dr. G.A. van den Brink over zijn boek ”Hyperdordt” en de opinieartikelen die erop volgden.
„Het RD onwaardig”, „de frustratie spat er van af”, „aan giftigheid grenzende polemische scherpte”, „leidt tot meer verdeeldheid”, dat zijn wat typerende woorden uit deze brieven. Stoppen, tikte iemand in hoofdletters. Uiteraard zijn er ook abonnees die het interview met dr. Van den Brink „hartstikke mooi” vinden en van mening zijn dat hij terechte en fundamentele kritiek heeft die tot nu toe niet weerlegd is.
Eerst even over dat interview, dat op 27 december vorig jaar verscheen: dat hoort bij onze journalistieke taak. Als er een boek verschijnt over een onderwerp dat van groot belang is voor de gereformeerde gezindte, schrijven we daar over. Dat geldt zeker bij dit thema, waarover veel verwarring bestaat en dat in het pastoraat en bij jongeren tot veel vragen leidt. Dan kunnen we niet volstaan met een recensie, want daarmee doe je onvoldoende recht aan de auteur. In een interview bevraag je hem op zijn motieven en opvattingen. Dat doen we kritisch maar objectief, ongeacht wat we zelf van het boek vinden.
Dit is overigens helemaal geen nieuwe lijn, want zo hebben we in de loop van de jaren allerlei auteurs geïnterviewd. Uit hartje achterban maar ook van auteurs die gevoelige thema’s aansneden of zelfs ronduit vrijzinnig of atheïstisch waren, zoals de hoogleraren Harry Kuitert en Herman Philipse. Immers, ook van anderen die je kritische vragen (durven) stellen, kun je leren.
Vanzelfsprekend mogen lezers dan kritisch reageren op zo’n interview in de vorm van een opinieartikel. Dat gebeurde ook hier. We hanteren daarbij een vaste volgorde: degene die reageert (A, in dit geval ds. Clements) mag weersproken worden door de opponent (B, in dit geval dr. Van den Brink). Daar mag A weer op reageren, waarna B het laatste woord heeft, maar dan in de afgeslankte vorm (b) van een ingezonden brief in de rubriek Opgemerkt. Met deze vaste volgorde van ”ABAb” proberen we steeds evenwicht aan te brengen bij lastige discussies, of het nu gaat om kerkelijke eenheid, de Statenvertaling of de positie van de vrouw. En als dat nodig is, selecteren we in de ingezonden brieven en artikelen in de hoop dat we daarmee de afstand tussen voor- en tegenstanders wat verkleinen.
Dramadriehoek
Hoe zorgvuldig je zoiets ook aanpakt, lang niet altijd is daarmee de kou uit de lucht. Ook bij de discussie tussen dr. Van den Brink en ds. Clements (die nu dus alle stadia van ”ABAb” heeft doorlopen) waren er veel emoties, zoals ik deze zaterdag beschrijf in de rubriek Toegespitst.
Jaren geleden gebruikte een van mijn coaches daar een mooie uitdrukking voor die ik goed heb onthouden: „Dan beland je op een rotonde zonder afslagen.” Tijdens die ‘les’ legde hij uit hoe een dramadriehoek werkt. De een begint met de ander iets te verwijten. De ander raakt geïrriteerd, reageert erop maar kiest een scherpere toon. Een derde springt er vanaf de zijlijn bij en doet er een schepje bovenop. Zo gijzelt men elkaar op een rotonde waar geen afslagen meer te vinden zijn.
De clou is dat gesprekspartners geen echt gesprek voeren, niet goed kunnen luisteren, niet doorvragen en de verschillen niet proberen te overbruggen. Ze vragen zich niet af waar ze mee bezig zijn maar proberen hun gelijk te halen. Dat patroon zie je vaak terug. In het groot, bij internationale conflicten en in de politiek, maar ook dichter bij huis, bij discussies over dogma’s, ambten en Bijbelvertalingen, in een echtelijk conflict of zelfs bij een ordinaire ruzie op het schoolplein.
Zachtmoedigheid
Het gesprek over de prediking van het Evangelie en het aanbod van genade had op z’n minst trekjes van dat patroon. Gelukkig veranderde dat afgelopen week, na een gesprek tussen dr. Van den Brink en ds. Clements. Hopelijk is dat niet het laatste gesprek en laten zij zich steeds leiden door het advies van Paulus om de ander uitnemender te achten dan zichzelf (Fil. 2:3) en elkaar te onderwijzen met de geest der zachtmoedigheid (Gal. 6:1).
In het RD sluiten we de discussie op de opiniepagina’s en hebben we volgende week zaterdag een afrondend gesprek met twee predikanten. Een van hen schreef ons: „We hebben elkaar zo hard nodig, en nu gaan we zitten afbreken.” Laat de grondtoon van deze en andere gesprekken zijn dat (kerkelijke) verdeeldheid zonde is, waarover we onze schuld dienen te belijden. Dat was tenminste de mening van de zeventiende-eeuwse Engelse theoloog Thomas Watson: „Al zouden we evenveel ogen hebben als er sterren aan de hemel staan, dan zouden we nóg te weinig ogen hebben om te wenen vanwege de onderlinge verdeeldheid en de minachting waarmee we elkaar aankijken. Verdeeldheid doet afbreuk aan de schoonheid van de Kerk en vermindert haar kracht.”
Reageren? hoofdredactie@rd.nl