Opiniemakers willen de geschiedenis maar al te graag voor hun eigen karretje spannen
De geschiedenis leert dat migratie alleen maar welvaart brengt. Heksen waren de eerste feministen. En we hebben Kerst aan de Palestijnen te danken. Als je zulke dingen in serieuze kranten leest, denk je misschien dat je ze geloven kunt. Niets is minder waar.
Het lijkt de laatste tijd wel schering en inslag in serieuze opiniestukken: grabbelen in de geschiedenis om willekeurige argumenten op te vissen die je eigen mening een schijn van gezag kunnen geven. Niet gehinderd door échte historische kennis.
Deze week bijvoorbeeld las ik in NRC een opinieartikel met de prikkelende kop ”Hoger onderwijs in de volkstaal? In Franeker liep dat slecht af”. De tekst verhaalde hoe de universiteit van Franeker in de 17e eeuw bloeide door talrijke buitenlandse hoogleraren en studenten binnen te halen, en hoe alles in de 18e eeuw langzaam in verval raakte en provincialiseerde. Er kwamen geen buitenlandse studenten en docenten meer, en de hoogleraren werden steeds dichter bij huis gezocht. In 1811 werd de universiteit opgeheven.
Dat hele verhaal van neergang had volgens de auteur (geen historicus, maar emeritus hoogleraar marketing) direct te maken met „de invoering van de ‘volkstaal’ in het onderwijs, in plaats van het Latijn”. Moraal van het verhaal: het Engels moet absoluut de voertaal blijven aan de Nederlandse universiteiten. Alleen zo kun je kwaliteit garanderen. Kijk maar naar het afschrikwekkende voorbeeld van de universiteit van Franeker.
Het gaat dus in zo’n stuk allereerst om een actuele, politieke discussie: moeten we de aantallen buitenlandse studenten en de verengelsing aan de universiteiten terugdringen door weer meer Nederlandstalig onderwijs aan te bieden? De meningen over dat onderwerp zijn hevig verdeeld. En dan gebeurt wat in moeilijke discussies heel vaak gebeurt: mensen nemen een duik in de grabbelton van de geschiedenis en komen triomfantelijk boven met een stukje informatie waarvan ze denken dat het hun eigen mening ondersteunt.
In dit geval werkt het averechts. Je hoeft maar even te googelen om bijvoorbeeld in het artikel ”Kleine frontberichten uit een vergeten taalstrijd” van A.J. Vervoorn te lezen dat het Latijn tot in de negentiende eeuw de officiële taal was op alle Nederlandse universiteiten. De opkomst van de volkstalen was in die tijd juist de grote Europese trend, en alle universiteiten bewogen daarin mee. Onzin dus, dat invoering van de volkstaal tot de ondergang van Franeker leidde. Maar er zijn maar weinig mensen die zulke feiten controleren. De meeste lezers zullen wellicht gewoon denken: zie je wel, weer een bewijs dat het Engels de toekomst heeft!
Punten scoren
Zulk misbruik van de geschiedenis komt vaak voor. De historicus A.Th. van Deursen had het in dit verband over uitbuiting van het verleden: „Feiten aanhalen en interpreteren, niet om het verleden te begrijpen, maar om punten te scoren in de discussie met politieke of kerkelijke tegenstanders.”
Je kunt het nogal eens herkennen aan het terugprojecteren van hedendaagse debatten op het verleden. Een voorbeeld: heksenvervolgingen zouden zijn voortgekomen uit de behoefte van een patriarchale cultuur om wijze, intuïtieve, onafhankelijke vrouwen te onderdrukken. Dat is in elk geval een geliefde theorie die onder meer te lezen viel in het vorig jaar verschenen pamflet ”Heksenmonument”. Ook al is het idee al herhaaldelijk door serieuze historici ontkracht, het blijft telkens weer opduiken.
Of neem het idee dat we Kerst aan de Palestijnen te danken hebben, omdat Palestina de oudste christelijke gemeenschap ter wereld had, zoals onlangs in NRC viel te lezen. De politieke lading van die boodschap is duidelijk. Zoals in het hele conflict in het Midden-Oosten door alle partijen voortdurend een beroep wordt gedaan op historische argumenten, al dan niet terecht.
Een ander ingewikkeld voorbeeld is de discussie rond immigratie. Voor- en tegenstanders beroepen zich allebei op de geschiedenis, en het is voor de gewone lezer heel moeilijk om op grond van die historische argumenten te bepalen wie er nu gelijk heeft. Zie bijvoorbeeld het artikel van historicus Steije Hofhuijs in de Volkskrant: ”Oppassen voor een gefotoshopt beeld van ons migratieverleden”. Hij stelt daarin dat het in de wereldgeschiedenis „wemelt (…) van de effectief begrensde migratiestromen.” En daarmee kiest hij positie tegen historici als Leo Lucassen en anderen, die beweren dat de geschiedenis juist leert dat migratie van alle tijden is en dat het onverstandig is om die te begrenzen.
Niet elk voorbeeld is dus zo duidelijk als het voorbeeld van de Franeker universiteit, waar eenvoudig sprake is van onjuiste feiten. Er zijn ook subtielere, moeilijker controleerbare manieren waarop geschiedenis misbruikt wordt. Dat komt doordat geschiedenis nu eenmaal geen ‘harde’ wetenschap is. Ook met dezelfde, correcte feiten kun je tot verschillende interpretaties komen en daardoor totaal tegenovergestelde ‘lessen’ gaan trekken uit de geschiedenis.
Tussen haakjes: dat geldt niet alleen in politieke kwesties. Kerkhistorici kunnen op dit punt evenzeer de hand in eigen boezem steken en terugdenken aan alle gekleurde staaltjes van bijvoorbeeld rooms-katholieke en protestantse geschiedschrijving, waarbij de tegenpartij altijd verketterd werd en de eigen partij altijd bewierookt. Of aan de manier waarop de opvattingen van ”onze vaderen” in het debat gebruikt worden om de tegenstander om de oren te slaan. Hoe dierbaarder de politieke en kerkelijke standpunten die in het geding zijn, hoe gekleurder vaak de bril waarmee mensen naar het verleden kijken.
De oplossing? Niet minder, maar méér geschiedenis. En een nederiger houding. Het verleden is geen vindplaats van munitie om je tegenstanders mee te beschieten, maar een ver land waar de dingen anders gaan dan in het hier en nu. Alleen als je bereid bent om de reis te maken, om te luisteren en je in te leven in de wereld en de mensen van toen, kun je soms iets waardevols mee terugnemen. Dat lukt niet met een bliksembezoekje. Dat vraagt tijd en aandacht, betrokkenheid en eerlijkheid. Om al die redenen is geschiedenis het moeilijkste, maar ook het mooiste vak van de wereld.
De auteur is journalist en schrijver.